watervallen

Dinsdag 9 September 2008

We worden wakker met een grijze, grauwe lucht. Om 9 uur beginnen we aan onze reis verder zuidwaarts. Het is flink bewolkt en af en toe hebben we regen. We rijden door nog meer bossen en komen wederom weinig dorpjes tegen. We zien ook weer geen wild. Langzaam aan veranderen de bomen weer in meer groen dan gekleurd, precies het omgekeerde proces. We stoppen nog bij “The Knifeman”, hetgeen we uit de Milepost gehaald hebben. We komen terecht bij een klein huisje met een vreselijke bende eromheen. Er liggen honderden schuurbanden verspreid om het schuurtje heen. Al snel komt er uit het huisje een mannetje met een flinke baard naar buiten. We mogen binnen komen in zijn huisje. We komen eerst terecht in een soort keukentje, grootmoeders stijl. In de woonkamer staan 2 tafeltjes: 1 met een paar messen en de ander met oorbellen en broches. Eromheen is het echt een vreselijke bende. Het huis hangt helemaal vol met schilderijtjes en jachttrofeeën. Het lijkt wel een soort kluizenaarshutje. We kopen niets en vertrekken weer.

Het weer wordt steeds slechter naarmate we zuidwaarts rijden. Dikke wolkenpartijen, mist en regen. Op een gegeven moment rijden we gewoon in de wolken. We stoppen nog bij de 2 watervallen in de Keystone Canyon, net voor Valdez: de Bridal Veil Falls en Horsetail Falls. Even daarna arriveren we in een nat en in wolken gehuld Valdez. We gaan eerst maar weer eens bij het Visitor Center kijken. We horen hier dat het al de hele zomer dit weer is geweest. En helaas de komende dagen zal het niet beter worden. We vragen ons af hoe je zo’n stralende folder met blauwe luchten kan maken van Valdez als het altijd dit slechte weer is. We kwamen in Valdez om te kajakken, dus we laten ons daarin niet door het weer weerhouden.

We gaan bij de 2 aanbieders kijken die kajaktochten aanbieden. Bij Pangea hangt een briefje dat op woensdag de laatste tocht wordt gedaan van het seizoen maar er is hier niemand te bekennen. Bij Anadyr is nog iets meer activiteit. We kunnen op donderdag mee met een tocht naar de Columbia gletsjer. We besluiten dit maar gewoon te doen. Terwijl we daar alles staan te regenen komen we Jan weer tegen, die we ontmoet hadden tijdens de wandeling van Ptarmigan Creek. Aangezien geen van de campings hier erg enerverend is besluiten we maar op dezelfde camping als hun te gaan staan: Bear Paw RV Park. We mogen $30 per nacht neertellen voor een full-hookup, iets anders is niet mogelijk. Mooie gelegenheid om alle accu’s weer eens op te laden en met dit weer is het ook prettig als je de kachel kan opstoken.

We lopen samen met Jan nog naar het zalm-viewing platform omdat hij hier deze middag een beer gezien heeft. We hopen deze beer natuurlijk ook te zien. In de regen staan we een uur naar zalmen te staren, maar geen beer te zien. We lopen via het pad achter langs het stadje richting ziekenhuis als er opeens verderop het pad een zwarte beer oversteekt. We zijn alle drie toch wat verrast. De beer bekijkt ons eens even en loopt dan weer aan de andere kant de struiken in. We lopen al pratend weer gewoon verder en moeten het alleen nog doen met wat bewegende struikjes. Toch vreemd dat je hier gewoon in de stad een beer tegenkomt. Daar kunnen wij ons niets bij voorstellen: hier is het zeer normaal.Omdat het koud en nat is besluiten we een warme kip bij de supermarkt te halen en die eten we ‘s-avonds met mais en rijst. Heel de avond blijft het regenen. De plassen op de camping worden steeds groter en we zijn inmiddels omgeven door een soort zee van water.

Woensdag 10 September 2008

Na een hele nacht regen, regent het ‘s-morgens nog steeds. We blijven lekker op ons bed liggen, geen plannen voor deze dag. Ons uitzicht bestaat alleen maar uit grijze wolken en regendruppels. We zitten de gehele ochtend bij Jan en Eveline in de camper. We stoken het lekker op en best gezellig zo. ‘s-Middags lopen we met z’n vieren wederom naar het platform maar weer geen beer te zien. We zien wel in de verte op een soort schiereilandje twee beren lopen. Deze kan je echter alleen met een verrekijker aanschouwen.

We lopen nog de Dock Creek Trail en worden wederom gewaarschuwd voor beren. We zien wel sporen in de modder, maar wij zien ze niet. Aan het einde van de middag gaat Reinier nog vissen, maar helaas zonder vis komt hij terug. We eten deze keer geen vis. Onze voorraden beginnen al aardig leeg te raken. Ook hebben we door alle lekkage er weer een lekkage bij. Naast de lekkage in de douche en bij de gootsteen hebben we nu ook een nat matras bij het bovenbed. We zijn blij dat we daar niet hoeven slapen. ‘s-Avonds worden de regenbuien iets minder heftig, maar nat blijft het.

Donderdag 11 September 2008

Vroeg op deze morgen: we gaan kajakken. Het regent alweer en alles is nog steeds grijs en mistig. We zijn ruim op tijd aanwezig bij Anadyr. We gaan met een groep van 10 personen, waarvan 1 groep van 7 fotografen. Er gaan 2 gidsen mee: Emily en Kate. Wij twee vormen een groepje met Sarah, een meisje uit Anchorage. Emily zal onze gids zijn en Kate zal de gids zijn voor de fotografen. We beginnen met het aankleden met regenkleding, skirts en reddingsvesten en moeten droog de techniek oefenen.

Twee watertaxi’s brengen ons met de kajaks naar de Columbia Glacier. We zijn omringd door een grijs landschap, met redelijk woest water. Na zo’n 1.5 uur varen worden we afgezet op een ijzig koude eindmorene van de gletsjer. De kou slaat flink toe en met al die regen wordt het er ook niet beter op. We installeren ons in twee-tallen in de kajaks en gaan op weg. Wij gaan samen met Sarah en Emily het ijs in en zoeken ons een weg tussen de prachtige ijsschotsen. Alle kleuren, blauw, wit, zwart, doorzichtig of juist niet en in alle mogelijk vormen. We kajakken door nauwe gaatjes en soms kunnen we niet verder omdat een ijsschots ons de weg afsluit. Reinier heeft wat moeite met peddelen en sturen tegelijk zodat we even nodig hebben om het ritme te pakken te krijgen. Tot een uur of 1 peddelen we tussen de ijsschotsen. Onze handschoenen zijn inmiddels doorweekt, dus die gaan maar uit en dan maar met blote handen in de neopreen hoesjes.

Voor de lunch maken we een soort overkapping met tentdoek. We horen van Emily dat de andere groep al weer op weg is naar Valdez. Ze vonden het te koud en te nat, niet goed voor de foto-apparatuur. Wij laten ons echter niet wegjagen door deze kou en regen. Wij willen verder. Na boterhammen en een kopje warme chocolademelk peddelen we verder langs de regenwouden en we zien otters in het water spelen. Af en toe steekt er een zeehond nieuwsgierig zijn kopje uit het water om even later weer onder te duiken. Tenslotte bezoeken we nog een waterval met de kajak. Om 4 uur komen we aan bij de watertaxi. We moeten nu vanuit de kajak in de boot klimmen en dan de kajak aan boord hijsen. We gooien snel alle natte kleding uit en duiken in het hokje bij de kapitein. We hebben een ruige terugtocht met nog steeds een mistig en nat landschap. Er is de gehele dag gewoon niets veranderd. Rond half 6 zijn we terug in Valdez.

We keren terug naar de camping en onze eerste stop is de droger van de wasserette. Al het natte goed gooien we in de droger en na zo’n 50 minuten is bijna alles zo goed als droog en zijn wij ook redelijk warm. Gewoon tegen de droger aan gaan staan, dan krijg je het vanzelf warm. We hebben ondertussen flink honger gekregen en kiezen voor een snelle vishap bij The Halibut House. We krijgen frietjes met vis, snel op tafel en goed van smaak. Bij de supermarkt halen we nog een potje Ben& Jerry-ijs als toetje. ‘s-Avonds gaan we buurten bij Jan en Eveline en voor we het weten is het heel laat en tijd om weer in bed te kruipen.

Vrijdag 12 September 2008

Veel zin om ons uit ons bed te rollen hebben we niet als we wederom zien en horen dat het weer regent. Het lijkt nog wel grijzer dan de voorgaande dagen. We snappen nu ook wel waarom al die mensen hier zo gedeprimeerd lijken, wij worden het wel namelijk van dit weer. Tijd om te vertrekken. We tanken onze camper weer even vol met benzine, want wat slurpen die dingen. We rijden nog even naar de andere kant van de baai, daar zit een Fish-Hatchery en daar zouden veel beren moeten zitten. Het blijkt daar echt vreselijk te stinken naar alle rotte vissen en er is niets en niemand te bekennen. We besluiten hier niet te blijven, maar nu echt Valdez te verlaten.

Dan beginnen we aan de lange tocht omhoog: 115 mile terug naar Glenallen. Op de Thompson Pass rijden we wederom helemaal in de wolken. Daarna wordt de bewolking hoger en het stopt met regenen. Er staat een flinke wind en de bomen gaan nu echt hun blaadjes weer verliezen. De lucht wordt steeds luchter en de zon probeert af en toe door de wolken heen te prikken. We maken een stop bij het Wrangell- St. Elias Visitor Center. Helaas hebben we geen tijd meer om dit park ook nog te bezoeken. We lunchen hier in de camper en rijden dan verder. Al snel arriveren we in Glenallen, hier nemen we de afslag richting Palmer. Nu hebben we echt het idee dat het einde van de vakantie nadert. De Glenn Highway blijkt redelijk slecht te zijn. We schudden dus behoorlijk met onze camper. Om 15 uur stoppen we op een gratis camping: Little Nelchina State Recr. Area. We staan op een prachtig plekje bij de rivier en het zonnetje schijnt. Reinier gooit zijn hengeltje uit, terwijl Leontine in het zonnetje het dagboek bijschrijft. We lopen ‘s-avonds nog een stuk omhoog om de omgeving te verkennen, er is hier echter echt helemaal niet, alleen maar bomen. Het is hier erg verlaten allemaal, op de camping staat 1 Pick-up maar daar is niemand bij te bekennen.

Zaterdag 13 September 2008

Om half 3 ‘s-nachts worden we opgeschrikt door een vreselijk lawaai. 1 of andere idioot vind het leuk om op zijn ATV midden in de nacht rondjes te rijden over de camping. We zijn gelijk klaarwakker en het duurt weer even voor we weer in slaap vallen. We zijn er vroeg uit en om 9 uur zijn we alweer onderweg. Alle P-plaatsen onderweg staan vol met trucks, allemaal jagers. Het lijkt ons niet zo verstandig om hier te gaan wandelen. We horen van de man bij de benzinepomp dat je nu bij de weg geen wildlife ziet omdat het jaagseizoen is.

Ja, dat is dan een nadeel van deze tijd. Bij de Eureka lodge zitten alle jagers aan een stevig ontbijt. Je ziet hier ook echt alleen maar mannen. We proberen nog te gaan wandelen vanaf een vrijwel verlaten P-plaats. Dit pad is echter zo kapot gereden door ATV’s dat het een grote modderpoel is geworden. We besluiten maar gewoon verder te rijden tot Palmer en daar te gaan wandelen. Onderweg hebben we nog prachtige uitzichten. Tussen Mile 92 en 97 van de Glenn Highway zijn ze met een gigantisch project bezig om de weg te verleggen. Dit betekent dat we moeten stoppen voor een vrouwtje met een stop-bord en na ongeveer een kwartier wachten achter een pilot-car mogen aanrijden. Vele kilometers moeten we achter deze auto aanrijden en zien ze waar ze allemaal mee bezig zijn.

Terwijl we richting Palmer rijden ziet Leontine op eens een eland bij iemand in de tuin staan. Reinier trapt op de rem en wij rennen snel terug. De eland staat zo stil dat we gaan twijfelen of het wel een echte is. Maar dan beweegt er een oor. We worden duidelijk in de gaten gehouden. De eland baant zijn weg door de tuin en neemt van alle boompjes en bloemen eens een hapje. Toch een raar idee dat je gewoon een eland in de tuin kan hebben lopen. Als er nog meer mensen stoppen, rijden wij even verder een zijweg in voor een stop. Terwijl we daar staan komt op eens de eland uit de tuin, uit de struiken gerend zo langs onze camper de heuvel op. En zo was de eland weer verdwenen.

De wandeling van deze dag wordt uiteindelijk de Matanuska Peak Trail, omdat de Lazy Mountain trail ons afgeraden wordt door locals, i.v.m. gladheid door modder. De Matanuska Trail loopt zeer steil naar boven en al snel zitten we op flinke hoogte. Bij ongeveer 5000 ft genieten we van het uitzicht. Het weer wordt minder, het wordt grijs en grauw. We besluiten weer af te dalen omdat we het eind van de trail toch niet halen aangezien het al het einde van de middag is.

Het wordt uiteindelijk een hele zoektocht naar een camping en uiteindelijk komen we terecht in Eagle River, waar we de volgende dag de trail willen lopen. Eagle River blijkt nog een behoorlijk stadje te zijn. De camping heeft ruime plekken tussen de bomen voor $15 per nacht.

Zondag 14 September 2008

Ons voornemen om vroeg uit ons bed te komen, komt niet uit omdat de regen op onze camper tikt. Na het ontbijt rijden we de 10 mile naar het Eagle River Nature Center. Om 10.15 uur starten we hier met onze wandeling van 6 mile. Eén van de trails is gesloten om de beren in de rivier hun rust te gunnen, wel jammer voor ons. We lopen eerst langs een meer waar bevers te zien moeten zijn, er is echter geen bever te bekennen.

Het pad voert door het herfstbos, soms is het pad steil soms vlak, met veel boomstronken en stenen. Je moet goed kijken waar je loopt. We komen maar weinig mensen tegen. Qua wildlife moeten we het doen met een hoender en eekhoorntjes en enkele vogeltjes. We zien nog wel een pootafdruk van een eland, maar de eland zelf zien we helaas niet. Na 4,5 uur wandelen zijn we weer terug bij de camper. We hebben inmiddels aardig trek gekregen, we bakken maar eens wat pannenkoeken, de mix moet tenslotte ook op. Na een afwasje vertrekken we weer. We nemen nog even een kijkje bij de gigantische Wal-Mart. Het is hier echt goedkoop en je kan er zelfs wapens kopen.

Tijd om een camping te gaan zoeken in Anchorage, voor onze laatste nacht. Erg veel keus is er niet in Anchorage en er zijn ook alleen maar campings aan de noordkant. We besluiten maar voor de goedkoopste te gaan: de stadscamping Centennial. Volgens de Milepost moet deze camping tot begin oktober open zijn. We staan echter voor een gesloten poort, de camping is met Labor Day al gesloten. Dan de volgende maar: Gold Nugget camping. We kunnen de camping vrij gemakkelijk vinden maar we schrikken van de prijs. Voor 1 nacht moeten we hier minimaal $40 betalen. Dit zijn we niet van plan te betalen dus we gaan weer op weg. De volgende van ons lijstje blijkt na enig zoeken niet meer te bestaan. Inmiddels zijn we in het centrum van Anchorage beland. Dan gaan we maar op zoek naar de laatste op ons lijstje: Ship Creek RV Park. We kunnen de straat niet echt gemakkelijk vinden omdat we te maken krijgen met allemaal eenrichtingsverkeer-straatjes. Maar uiteindelijk vinden we op een soort industrieterrein, naast de treinrails, een overvol RV terrein. Echt om te huilen. We hebben echter geen keuze. We nemen een douche op de camping en eten de laatste restjes. We pakken alvast de koffers in en maken alvast het een en ander schoon. Op half 12 ‘s-avonds komt er nog een trein luid toeterend langs gedenderd. Wie heeft nu bedacht om hier een camping te maken??

Maandag 15 September 2008

Om 2 uur ‘s-nachts komt er nog een trein langs, deze keer komt hij zonder toeteren voorbij gedenderd. Daar beginnen ze pas weer mee om half 8. We pakken de laatste dingen in, vegen nog even de vloer aan en zijn om half 9 startklaar voor vertrek. We hebben $16 betaald voor een dry-site, maar wel even “illegaal” gedumpt in de put. Zonder veel last van alle omleiding te hebben, bereiken we zeer voorspoedig de afslag die we moeten hebben. We tanken nog voor $25 benzine en vullen de propaantank. Rond half 10 zijn we bij de camperverhuur. We zijn de enige klanten. Onze camper wordt schoon genoeg bevonden en wij mogen al onze spullen uitladen. Onze camper gaat nu in de winterstalling. We geven onze lekkage’s nog even door zodat ze daar iets aan kunnen doen. We hebben iets meer dan 2000 mile gereden en hadden nog 90 mile over van de ingekochte miles.

We vragen of we onze spullen nog even mogen laten staan en dan naar de Alaska Zoo kunnen gaan aangezien dit ook aan de zuidkant van de stad is. De man achter de balie doet alle moeite om na de vragen of er een bus is die we kunnen nemen. Het blijkt allemaal zeer lastig. Uiteindelijk lijkt hem het beste idee dat we de camper gewoon nog voor een paar uur meekrijgen om naar de Zoo te gaan. Dat vinden wij ook wel een prima oplossing. We krijgen de camper weer terug, die inmiddels al weer helemaal vuil is omdat iedereen gewoon met zijn schoenen naar binnen is gelopen. Hebben we het daarom nu zo goed schoongemaakt?

We rijden de 4-5 mile naar de Alaska Zoo. De entree bedraagt maar $10 p.p., een koopje als je vergelijkt wat je voor een Nederlandse dierentuin moet betalen. Het is niet druk. De meeste dieren in deze dierentuin zijn gewond binnengekomen of zijn wees. Prachtige ijsberen, grizzly-beren, zwarte beren, sneeuwluipaarden en wolven, maar ook grappige Zuid-Amerikaanse Alpaca’s. Het is best fris buiten, maar een prachtige droge dag. Net na 1 uur vertrekken we weer. We kijken nog even rond bij de grote bouwmarkt Home Depot en zijn dan rond 2 uur terug bij de camperverhuur. De bestelde taxi staat snel voor onze neus en voor $20 staan we even later weer voor het Clarion Suites Hotel. In het hotel herschikken we de koffers nog een beetje, maar we vinden dat het dan maar goed moet zijn. We zijn wel bang voor wat overwicht betreffende de koffer, maar nergens kunnen we de koffers wegen. We gaan de stad maar weer in en kijken alleen maar rond want er past echt niets meer in de koffers erbij. Om 17.15 uur gaan we eten en krijgt Reinier eindelijk zijn lang gewenste krab te eten. We sluiten af met een bolletje walnootijs. Een prima maaltijd. De “tip” die al voorgeprint op onze rekening erbij stond, blijken we achteraf ook gewoon betaald te hebben. ‘s-Avonds in het hotel checken we alvast in via internet. Internet is echter niet gratis in het hotel, je moet dit met creditcard betalen.

Dinsdag 16 September 2008

Om kwart voor 6 ‘s-ochtends gaat onze wekker af. De dag van vertrek is begonnen. We eten een stevig ontbijt en proppen de laatste dingen in onze koffers. Om 7 uur komt de shuttlebus voorgereden. Er moet zelfs nog een tweede bus komen om iedereen mee te nemen. Buiten is het nog donker en het regent. Ruim 20 minuten later staan we bij het Ted Stevens International Airport. We moeten de bagage alleen nog even inchecken. En wat we al vermoeden bleek waarheid, 2 van onze koffers hebben een overgewicht. Uit 1 koffer halen we onze houten beer, om deze als handbagage mee te nemen, aan de andere kunnen we niets doen. Eerst zijn de kosten $100, dan met 1 koffer nog $50 en uiteindelijk omdat we voor mei geboekt hadden maar $25. We betalen dit dan maar met onze laatste centen. Dan volgt nog de controle van ons en de handbagage, dus opnieuw in de rij. Het gaat gelukkig vrij vlot en al snel staan we aan de andere kant. We kopen nog een koffie en 2 muffins voor in het vliegtuig. Op een binnenlandse vlucht krijg je namelijk niets te eten.

Aangekomen bij gate 68 blijken we al snel aan boord te kunnen. We zitten bij het raam en naast ons zit een man uit North Carolina, die samen met zijn vader reist. We lezen vooral en 3 kwartier voor geplande tijd landen we in Minneapolis. We krijgen nu geen controle’s meer en ook de koffers hoeven we niet in te klaren. We hebben alle tijd om naar de volgende gate te gaan. Omdat het hier nu 17.30 uur plaatselijke tijd is besluiten we maar even iets te gaan eten. Van onze laatste dollars eten we bij Charly’s een heerlijk broodje met frites. Met
een volle maag nemen we plaats bij gate 64. Alles gaat netjes op tijd en voor we aan boord gaan verdwijnt het groene strookje weer uit ons paspoort: we hebben Amerika officieel verlaten. Exact op tijd verlaten we zonnig Minneapolis. Het wordt daarna al snel donker. Rond 21 uur krijgen we een lauw bakje rijst met kip en wat rauwkost. We zijn blij dat we op het vliegveld goed gegeten hebben. Slapen lukt ons niet, dus kletsen we maar gezellig met onze achterburen, die ook in Alaska zijn geweest.

Woensdag 17 September 2008

De nacht maakt snel weer plaats voor de ochtend en een uur te vroeg (9.55 uur) landen we op Schiphol. We vliegen nog over Scheveningen, waar we het Kurhaus en het strand goed kunnen zien. Op Schiphol is er geen gate voor ons beschikbaar dus worden we met bussen opgehaald. We moeten nog even ons paspoort laten zien. Daarna zijn vrij snel bij de bagagebanden waar onze koffers al ronddraaien. Zonder enige controle staan we even later buiten. We nemen de shuttlebus terug naar het van der Valk hotel, waar onze auto al die tijd gestaan heeft. We besluiten de reis met nog een kopje koffie drinken met onze achterburen uit het vliegtuig, die weer terug naar Brabant gaan. Zonder enige file rijden we weer naar huis.

Vrijdag 26 augustus 2016

Rond half 11 vertrekken we met 30°C richting Schiphol. Onze vlucht begint al met een half uur vertraging maar uiteindelijk verloopt alles voorspoedig en staan we om half 4 op IJslandse bodem. Met de GrayLine bus gaan we naar Reijkjavik en we zien veel bekends maar ook veel nieuwe gebouwen en bouwkranen. In Reijkjavik stappen we over in een kleine busje. Onze chauffeur is een Nederlandse vrouw die sinds een half jaar in IJSland woont. Hiervoor had ze 3 jaar over de wereld gereisd met haar oude Mercedes. Ze was door Europa, Azië, Rusland, Amerika en Canada gereden. In New Foundland had ze haar auto verkocht en gewoon een ticket naar IJsland gekocht. Ze was van plan hier voorlopig te blijven. We worden afgezet bij Alfholl Guesthouse en krijgen zowaar een “upgrade” naar een studio met eigen badkamer voor dezelfde prijs. Natuurlijk willen we daar wel gebruik van maken.

De eigenaar geeft ons een tip over een hamburgerrestaurantje in de haven waar je voor een redelijke prijs goed kan eten. Uiteindelijk betalen we samen omgerekend € 28 samen voor een hamburger, een kleine friet en een frisdrank. Ja de prijzen zijn weer flink gestegen. We dwalen de avond door hete centrum en de havens en bewonderen het prachtige operagebouw Harpa waarop de avondzon prachtig weerspiegelt. We lopen nog naar het “Viking-schip” en zijn daar natuurlijk niet de enigen. Het wordt langzaam donker en de lucht blijft lang blauw. Het is 14°C met weinig wind, dus het voelt niet echt koud aan. Terug op de kamer maken we een planning voor de volgende dag.

Zaterdag 27 augustus 2016

We worden een paar keer wakker in de nacht van dronken mensen op straat die flink lawaai maken. Na het eenvoudige ontbijt dwalen we door het centrum langs bekende en onbekende plekjes. We lopen tot aan de Hallgrimmskirkja. Ze zijn hier beton aan het vervangen wat kapot is gegaan. Ook binnen nemen we nog een keer een kijkje. Daarna zetten we koers naar een Outdoorshop om een hengel en visgerei in te kopen. Als we terugkomen komt bijna meteen het busje van de Hertz voorrijden. Eerst moet alle papierwerk geregeld worden en daarna krijgen we uitleg over het gebruik van onze camper. Om iets over half 12 zijn we klaar voor vertrek. Eerst gaan we naar de supermarkten in de haven om inkopen te doen gezien we waarschijnlijk niet veel grote supermarkten onderweg tegen gaan komen.

We gaan daarna op weg richting Mosfellsbaer en Pingvellir en daarna richting de Kaldidalur. Het eerste stuk is asfalt, daarna gravel en dan grint waar hard aan gewerkt wordt. We zijn blij met onze 4WD die moeiteloos vooruit komt al zien we hier ook normale autos rijden. Hoe verder de weg vordert hoe ruiger het wordt. De uitzichten zijn weids en prachtig met steeds veranderende wolkenformaties. Dan komen er ook regenbogen en vlakbij de gletsjers meer wolken en regen. We voelen de kou em het gaat harder waaien.

Rond een uur of 5 zijn we aan het einde van de weg en rijden we richting Husafell. We vinden hier een flinke camping met huisjes en een zwembad maar echt gezellig ziet het er niet uit. Volgens onze kaart moet hier in de buurt nog een camping zijn dus gaan we daar naar op zoek. We rijden de gravelroad weer op richting het noorden en slaan dan weg 518 in. Echter de camping bij Fljotstunga blijkt al dicht te zijn. Dat is balen. We staan op een kruispunt op de weg ons te beraden wat we nu gaan doen als er een auto stopt en de man vraagt of hij ons kan helpen. We vertellen dat we hier graag wilden kamperen en dat we op zoek waren naar een kleine camping. Hij zegt: “Ik weet wel iets voor jullie. Rij maar achter mij aan”. En zo volgen we hem een grindweg in en omen we bij een terrein met schapenvanghekken.

Dit blijkt de man zijn eigen terrein te zijn en wij mogen hier vannacht staan. Er is echter geen electriciteit, water en wc. Gelukkig hebben we de eerste twee zelf en dat laatste wordt dus gewoon buiten in het veld. Hij vertelt ons ook dat hij beheerder is van een lavagrot waar ook rondleidingen worden gegeven. We bedanken de man en trekken snel warme kleiding aan want het is hier echt koud zo op het open veld. Om te koken hebben we 2 pannen dus het blijft bij eenvoudige gerechten. Het waait stevig en zelfs in de camper zitten we met onze muts op.

Zondag 28 augustus 2016

Brr… dat was een koude en winderige nacht en dus alles behalve goed geslapen. We zijn al om 6 uur wakker en al vroeg zitten we aan ons zelf gemaakte ontbijt te genieten van het prachtige uitzicht. De wind is aan het einde van de nacht gaan liggen en de thermometer geeft 8°C aan. Voor het eerst moeten we het dak van onze camper laten zakken en dat gaat niet helemaal goed met een scheefdak als gevolg. Dat wordt dus nog even oefenen. Daarna maken we een wandeling langs de rivier en doorkruisen een lavaveld met verend mos. Bij de rivier staat iemand te vissen en die blijkt al snel een flinke zalm naar binnen te halen.

We besluiten daarna maar een bezoek te brengen aan de lavagrotten en staan om 10 uur klaar voor een tour. We krijgen allemaal een helm met een lichtje en het is eigenlijk best druk, terwijl het niet aan de hoofdweg is gelegen. We lopen eerst over het lavaveld en daarna dalen we af in de lavagangen d.m.v. houten bruggen en trappen. Het is een tunnel met verschillende grote ruimtes en allerlei soorten lava. Het is erg fris hier binnen en er ligt zelfs op sommige plekken ijs. We zijn bijna verkleumd als we na 1,5 uur weer buiten komen. Gelukkig schijnt de zon maar de wind blijft koud.

We rijden terug naar Husafell en bezoeken de 2 watervallen Hraunfossar en Barnafoss. De Hraunfossar komt onder het lavaveld vandaan, een bijzonder gezicht. We maken een aantal mooie foto’s en dan gaat onze weg nog naar een geothermisch veld. We hadden het plan vandaag een camping bij Budardalur te nemen maar aldaar aangekomen blijkt dit een zeer mistroostige plek en is er hier niemand te zien. We besluiten door te rijden naar Reykholar wat nog 1:15 uur rijden is over een bijna lege asfaltweg. Hier hebben we een camping met een prachtig uitzicht en met een zwembad. Na eten en douchen maken we een avondwandeling langs de kust. Het uitzicht verandert continue en we komen door een moeras en langs een geothermisch veld, maar we vinden geen goede plek om te vissen.

Maandag 29 augustus 2016

Wederom vroeg wakker na een koud maar rustig nachtje. Het weer ziet er goed uit. Na het ontbijt opnieuw ons dak laten zakken waar we nog niet echt bedreven in zijn. Bij Bjarkalundur tanken we voor 5000 ISK zoadat we met een volle tank onze weg kunnen vervolgen. We rijden verder over weg 60 langs fjorden en over “bergen”. Bij Flokalundur nemen we weg 62 en langs deze weg is geen enkel dorpje van enige omvang, geen winkels, geen benzinepomp, echt helemaal niets. Alleeen steeds veranderende uitzichten. Het meerendeel van de weg is gewoon netjes geasfalteerd. Na de Kleifaheidi slaan we af richting Latrabjarg en gelijk komen we een schip op een strand tegen welke daar al sinds 1981 ligt en langzaamaan wegroest.

De weg gaat over in een gravelroad en het verbaast ons dat het hier nog best druk is en zelf met normale auto’s. We rijden langs het fjord en stoppen nog even bij een oud, uit elkaar gehaald, vliegtuig en andere oude voertuigen in Hnjotur. Daarna moeten we nog 30 km naar de vogelrotsen. Het is hier opeens minder koud en we doen weer wat lagen kleding uit. De meeste vogels zijn echter al vertrokken en we zien alleen nog drieteenmeeuwen op de steile rotsen. We wandelen een stuk langs de kliffen en genietsen van de uitzichten. We wilden hier eigenlijk in de buurt kamperen maar we kiezen om even verder te kijken.

Uiteindelijk komen we na een bezoek aan Raudisandur strand uit bij een camping in Melanes. Het lijkt een camping in aanbouw met uitzicht op een grasveld met schapen en de zee en het strand zijn vlakbij. Er is hier verder geen beheer alleen een telefoonnummer waar we even een berichtje naar sturen dat wij hier blijven overnachten. We genieten van een prachtige avondzon met de schaapjes om ons heen. We zijn blij met dit mooie plekje en het is erg rustig. We staan er alleen met nog een Canadees stel. In de avond lopen we naar het strand en we zien hier zelf een zeehond in de zee zwemmen. De zon verdwijnt helaas achter de vogelkliffen. De lucht blijft strakblauw. De eigenaar hebben we nog steeds niet gezien of gehoord.

Dinsdag 30 augustus 2016

Als Reinier ‘s-nachts even naar de wc gaat komt hij mij terug om te zeggen dat het werkelijk een prachtige sterrenhemel is en zelf een licht schijnsel van het noorderlicht. Dus daar staan we dan in de koude nacht naar de hemel te kijken, heel bijzonder. We slapen deze nacht zelfs met thermokleding en een muts op omdat het heel koud is. Bij de campinginfo hangt nu opeens een briefje dat we onze bijdrage in een moneybox mogen doen. Blijkbaar is er toch iemand geweest en sprokkelen we al ons geld bij elkaar om contant precies 3000 ISK bij elkaar te krijgen. Na de afwas gaat ons dakje deze keer “gesmeerd” naar beneden. Het is iets na half 10 als deze prachtige plek verlaten. We moeten weer terug de heuvel over en dan richting Patreksfjordur. Hier kunnen we diesel tanken en wat inkopen doen in een mini-supermarkt. Alles blijkt hier erg duur te zijn.

We vervolgen daarna onze weg 63, het waait weer hard en het is bewolkt, de zon krijgen we deze dag niet te zien. Onze volgende stop is Bildudalur aan het Arnarfjord. Een “leuk” plekje met een haventje. Reinier gooit zijn hengel nog even uit bij de pier en heeft gelijk een platvis gevangen, ons diner voor vanavond. We vervolgen onze weg over een gravelroad die afwisselend langs fjorden voert of we moeten even een heuvel oversteken. Onze volgende stop is de Dynjandi waterval met nog een aantal kleinere watervallen eronder. Het is hier behoorlijk druk maar ze zijn wel erg mooi. De beschreven camping in de reisgids blijkt hier niet meer te bestaan dus rijden we maar gewoon verder.

Onze bestemming wordt nu Pingeyri, een vissersplaatsje. De camping ligt achter het zwembad en ook hier is onze campingcard geldig. We krijgen bonnen voor de douche en kunnen met 50% korting naar het zwembad. We zoeken een mooi plekje uit de wind en lopen even naar het dorpje. Na het eten van de vis, die vanmorgen gevangen was, gaat Reinier opnieuw vissen en haalt wederom 3 vissen binnen.

Woensdag 31 augustus 2016

‘s-Ochtends douchen we in het zwembad tussen de oudjes die hier elke moergen komen zwemmen en daarna gezellig met elkaar koffiedrinken. Na het ontbijt is het tijd om weer te vertrekken. We vervolgen onze weg richting Isafjordur. Wederom waait het flink en geeft de thermometer 6° C aan. We laten het dorpje Flateyri voor wat het is en duiken de kilometers lange tunnel in. Het eerste deel is 1 wegstrook met passeerplekken. Halverwege de tunnel is er een afslag naar Sudureyri maar daar rijden we nu aan voorbij en vervolgen onze weg naar Isafjordur. Hier gaan we naar de bakker en het postkantoor. Daarna rijden we terug de tunnel in en nemen we wel de afslag naar Sudureyri. De camping aldaar blijkt niet veel bijzonders, wel is er een mooie oude haven aan het einde van het dorp. Een goede plek om even de hengel uit te gooien en heel snel wordt er een kabeljauw binnen gehaald. Het zonnetje komt eindelijk door en het wordt gewoon nog lekker.

We hebben besloten nog even verder te zoeken naar een andere camping dus rijden opnieuw de tunnel weer in en rijden daarna door naar Bolungarvik. Hier vinden we weer een camping bij een zwembad. We hadden wel zin om te zwemmen maar het zwembad was nog niet open. Daarom rijden we nog maar even door naar de Bolafjall waar hoog boven de zee een Amerikaans radarbal staat. We hebben van hier ook een mooi uitzicht op de besneeuwde bergtoppen aan de overkant. Terug in het dorp is het zwembad inmiddels open. De camper wordt opgesteld en we eten wederom een heerlijk visje als diner. Reinier zorgt ‘s-avonds gelijk weer voor nieuwe vis in de koelkast. Ook is de haven ‘s-avonds prachtig verlicht door het avondlicht en doordat er nauwelijks wind is levert dit prachtige weerspiegelingen op. Als we ‘s-avonds naar bed willen gaan worden we verrast door het noorderlicht.

Donderdag 1 september 2016

Lekker uitgeslapen en na het ontbijt vertrekken we richting Skalavik waar een mooi zwart strand te vinden is met een riviertje wat in zee uitkomt. We willen eigenlijk een andere weg nemen buiten de tunnel om maar deze blijkt niet door te lopen. We komen wel uit bij een grappig museum Osvor met houten huisjes met grasdaken. Het is niet open dus we kunnen er gewoon doorheen lopen en alles van buiten bekijken. Dan duiken we de 5 km lange tunnel weer in naar Isafjordur en gaan we weer naar de bakker waar we eerder zijn geweest om lekkere dingen in te kopen. Ook zijn hier grote supermarkten te vinden om weer even inkopen te doen. We vervolgen onze weg via de 61 naar Sudavik en daarna door naar Seljalandsdalur omdat je hier kan wandelen.

We ontmoeten hier een Nederlandse jongen uit het Westland die is wezen wandelen in Groenland en nu nog even 6 dagen in IJsland reist. Hij maakt even soep en we eten met elkaar. Hij gaat daarna weer verder en wij wandelen door de kloop en plukken “blueberries” onderweg. In de kloof blijkt ook nog een mooie waterval te zijn. We krijgen het best warm als de zon af en toe zijn gezicht laat zien. Het is al 4 uur als we weer terug zijn. Het is nu een heel stuk rijden langs de fjorden. Dit zijn vaak hele diepe inhammen waar je helemaal langs moet rijden. Bij Hvitanes zien we nog een heleboel zeehonden liggen. We besluiten naar de camping in Reykjanes te gaan en als we hier aankomen blijkt het allemaal toch wat vervallen en ook pal op de wind te staan, niet echt ideaal.

We besluiten 20 km terug te rijden naar Heydalur. De weg is net nat gemaakt en dus behoorlijk modderig. De camping ligt bij een boerderij met een zwembad in een boerenschuur en een hotpot. Na het eten trekken we onze badkleding aan en gaan we naar de natuurlijke hotpot midden in het veld. Het lijkt op een soort vijver, niet al te groot. Er staat een houten bankje om je tas op te zetten maar dat is het dan wel. We zijn er samen met een vrouw uit Schotland die oorspronkelijk uit Polen komt. Het water is niet helder maar troebel met allemaal groene “dingen” die in het water drijven. We blijven zitten tot de zon onder is. Dan gaan we met de handdoek om en met de blote voeten in de klompjes terug naar de douches. Dit blijken donkere krappe hokjes te zijn maar wel met heerlijk warm water en echt schoon is het er ook niet. Als we buiten komen is het inmiddels donker en licht is hier weinig en dan moet je nog even terug naar de camper over een pad vol met koeienstront. Jammer als je net schoongedoucht was. Alle natte spullen hangen we aan de bomen en dan komen we de camper maar niet meer uit.

Vrijdag 2 september 2016

We worden wakker en horen de regen op ons camperdak. Toch maar even onze kleding en handdoeken binnen halen die natuurlijk niet gedroogd zijn. Bij het restaurant pakken we nog even een wifi signaal op en we kijken nog even bij het jonge vosje die ze daar hebben. Daarna rijden we wederom door Isafjordur en daarna de Steingrimsfjardarheidi over. Via weg 643 naar weg 645 naar Drangsnes wederom een miniplekje. Hier vinden we echter wel een plek om onze camper even schoon te maken en een haventje om even te vissen. Na Drangsnes alleen nog maar gravelroad langs eenzame kusten vol “wrak”hout en schapen. Hier komen we niet zoveel mensen meer tegen.

Onze eerst volgende stop is Djupavik. Hier is een oude haringfabriek welke in 1935 is gebouwd van beton. Het staat nu bijna op instorten en er ligt ook nog roestig bijna vergaan schip. Je blijkt hier ook een rondleiding te kunnen krijgen om 10 en 14 uur, dus dat onthouden we voor de volgende dag. We kletsen nog even met een Nederlander die hier ook foto’s aan het maken is en met zijn eigen Suzuki 4WD hierheen is gekomen. Het is dan nog een klein uurtje naar Nordurfjordur. Nordurfjordur is een heel klein plaatsje met 2 campings naast elkaar, een winkeltje dat door de weeks van 11-15 uur open is en een pomp en een guesthouse. Er is ook nog een klein haventje en een geothermaal badje bij Krossnes. Reinier vangt in de haven nog even een kabeljauw en we besluiten nog even verder te rijden op zoek nog naar een andere camping.

Het blijkt toch iets verder dan gedacht, de weg wordt steeds slechter en we rijden zelfs door een oude vervallen fabriek heen, heel apart. We zien de auto van de Nederlander ons tegemoet komen. Hij zegt dat de weg alleen maar slechter wordt en dat er geen camping meer is te vinden. Dus we draaien om en gaan terug naar Nordurfjordur waar we onze camper op de 1e camping parkeren. Onze natte kleding gaat op de waslijn en we hopen dat het nu wel droog wordt. We genieten van de rust alhier en het prachtige uitzicht. De camping kost ons deze keer 1200 ISK.

Zaterdag 3 september 2016

We zetten voor het eerst een keer onze wekker maar we zijn toch nog veel vroeger wakker. We eten de laatste boterhammen die we hebben en iets na half 9 vertrekken we naar Djupabik. We hebben ruim de tijd om aldaar om 10 uur te zijn dus we maken af en toe een fotostop. Ruim op tijd zijn we bij Djupavik waar we om 10 uur met 10 mensen aan de rondleiding door de fabriek beginnen. Alle oude machines en motoren blijken er gewoon nog te staan. In de tijd van productie werkten hier zo’n 300 mensen, mannen en vrouwen.

De vrouwen waren gehuisvest op het schip want nu ligt weg te roesten in de baai. Er werd olie uit de haring gehaald en er werd vismeel gemaakt. De olie werd gebruikt voor o.a. oorlogsdoeleinden. Het is een bijzondere plek om te zien, ook omdat alles gewoon achter gelaten is. Toen er geen haring meer was is gewoon alles achtergelaten. De rondleiding kostte 1500 ISK per persoon maar dat was het absoluut waard. Er is ook nog een fototentoonstelling.

Omdat we geen brood meer hebben eten we pannenkoeken. De 3 walvissen die hier al weken in het fjord blijken te komen zwemmen net weg en we kunnen ze niet echt goed zien. We hobbelen het hele stuk weer terug over de gravelroad langs de prachtige kust met het wrakhout uit Siberië. Bij Laugarholl nemen we nu de “short-cut” over de berg. Het is dan nog 15 km naar Holmavik en iets na 2 uur arriveren we hier. Het is heerlijk weer geworden met een zonnetje erbij. We vinden hier een prima camping wederom met een zwembad en zelfs een wasmachine. Tijd om al die vieze kleding eens te wassen en zelf lekker het zwembad in te gaan en te weken in de hotpot. We kletsen met een plaatselijke visserman die op kabeljauw en heilbot vist zo’n 2-3 uur uit de kust alhier. Hij vertelt dat ze een goede warme zomer hebben gehad, 12°C is warm voor alhier. Iets na 5 uur houden we het voor gezien.

Reinier gaat “blueberries’plukken op de heuvel en Leontine schrijft het dagboek bij in het zonnetje aan de picknicktafel, wel uniek. Reinier gaat in de avond weer vissen in de haven en vangt zelfs 5 makrelen en ziet jagende zeehonden en zelfs een walvis, een heel spektakel. Reinier regelt snel een Ijslander met een auto om Leontine om te halen en mee te nemen naar de haven. Helaas laat de walvis zich niet meer zien die avond. We zien nog wel de scholen makrelen en de zeehonden die op ze jagen. De vissen worden uiteindelijk in het donker schoongemaakt en onze koelkast zit inmiddels vol met vissen.

Zondag 4 september 2016

We gaan weer vroeg uit de veren en hebben allesbehalve goed geslapen dankzij een paar dronken gasten. Ze verdwenen toen het ging regenen in de nacht. We gooien onze tank nog even vol voor 10.000 ISK en dan is het weer tijd om Holmavik te verlaten. We dalen af via de kust langs weg 68 zuidwaarts. We zien onderweg nog ergens een groepje schapen midden in het water staan. Waarschijnlijk zijn ze ingesloten toen het vloed werd en nu moeten ze dus gewoon wachten tot het weer eb wordt. We komen nog langs Prestbakki waar we een prachtige weerspiegeling hebben in het water van de wolkenlucht en het kleine roodwitte kerkje.

Onderaan het Hrutafjordur pakken we weg 1 op en rijden weer noordwaarts. Het gaat snel, maar het is saai en veel drukker hier. Tot aan Blondues knorren we over de weg 1 en dan zo snel mogelijk er weer vanaf bij weg 744 naar Saudarkrokur. We maken een stop bij het Grafarkirkja net voor Hofsos aan weg 76. Hier ontmoeten we een moeder en dochter uit North Carolina en we raken aan de praat. We bekijken samen het grappige kleine kerkje wat van hout is gemaakt en een grasdak heeft. We maken nog een korte stop in Hofsos en dan nemen we een kijkjebij het mooie keienstrand van Hofdavatn. Ook hier komen we de Amerikanen weer tegen.

We rijden daarna door tot onze eindbestemming van vandaag: Siglufjordur. Dit blijkt best een flink plaatsje en de visindustrie domineert hier. We dwalen door de haven waar het een drukte van belang is met het uitladen van de vissersboten. De kratten met groete kabeljauwen worden met kranen op de kade gezet en met heftrucks weggereden. We installeren ons op de camping midden in het dorp naast de haven. De wc’s zijn heerlijk verwarmd en alles is hier werkelijk aanwezig. We ontmoeten wederom de Amerikaanse moeder en dochter en nodigen hun uit om makreel bij ons te eten. In de supermarkt halen we er nog even groente bij en onze gasten nemen het toetje voor vanavond mee: heerlijk Ben&Jerry ijs. We zitten met z’n vieren aan de picknicktafel buiten en dit blijkt goed te doen. Het is nog 14°C, dus voor ons doen best warm. Na de afwas en de koffie gaat ieder weer zijn eigen weg.

Wij lopen nog even door de haven om te kijken bij het uitladen van de vissersschepen. Reinier wordt uitgenodigd om even op een schip te komen kijken. Echt alles is aan boord, heel modern, alles automatisch en met 5 man aan boord, 2 weken op en 2 weken af met maximaal 5 uur nachtrust. Hard werken dus. Om half 10 zijn we terug op de camping en de verwarming gaat maar weer aan. We kletsen nog met onze Duitse buurjongen die op zoek is naar werk alhier, maar aan het einde van het seizoen niet echt iets kan vinden.

Maandag 5 september 2016

Een lekkere douche deze morgen van wel 20 minuten voor 200 ISK. Ook is er nog een bakker dichtbij die heerlijke verse broodjes verkoopt. Er komt nog iemand langs om het campinggeld op te halen en dan is het weer tijd om te vertrekken. De lucht is strakblauw, de zon schijnt en het is net boven de 10°C. Net na het dorp krijgen we een tunnel van 4 km en gelijk daar achter nog één van 7 km. Dan rijden we door het dorpje Olafsfjordur en dan gaan we de volgende tunnel in van 5 km. Echt bizar en allemaal gebouwd in 2010 en hierdoor is de reistijd naar Akureyri aanzienlijk verkort. Uiteindelijk komen we uit in het plaatsje Haugenes, hier kan je whalewatching doen. Eigenlijk is het er wel perfect weer voor, de zon schijnt en de zee is kalm. We besluiten het gewoon te gaan doen ook al moeten we dan even wachten tot 13.30 uur. We drinken koffie in het zonnetje en hebben tijd om nog even wat foto’s te maken in het dorp.

Er komen steeds meer mensen en we mogen een pak aantrekken en kunnen daarna naar de boot en deze is nog best vol. Gewoon in het fjord vinden we meerdere groepen bultrugwalvissen die we van heel dichtbij te zien krijgen, echt een prachtig schouwspel. Er varen nog meer boten in het rond en echt heel veel afstand wordt er toch niet gehouden van de walvissen. Aan het einde van de tour kan er nog op 3 plekken gevist worden en Reinier vangt uiteindelijk een flinke koolvis en die mogen we zelfs nog houden. Tijdens onze tour zien we steeds meer wolkenvorming wat ook voorspelt was, minder goed weer op komst. Rond 16 uur zijn we terug in de haven en rijden we gelijk verder richting Akureyri. Het wolkendek wordt steeds dikker en het begint al te druppelen.

Akureyri is een flinke stad aan het fjord en we zien ook een cruiseschip liggen. We gaan nog even snel naar de Bonussupermarkt en dan snel de stad weer uit. We rijden inmiddels in een grijze mist van regen, oftewel echt IJslands weer. We zijn blij dat we dit tot nog toe nog niet echt gehad hebben. Omdat onze route door het binnenland nog niet bekend is en dit zal afhangen van het weer stoppen we maar bij Fosshol naast de Godafoss. Als het na het eten weer even droog is nemen we nog even een kijkje bij de waterval. Het is hier best nog druk maar helaas vanavond geen mooie zonsondergang, alleen maar een dik wolkendek.

Dinsdag 6 september 2016

We worden wakker op een natte morgen. De weersverwachting zegt dat het droog moet gaan worden dus dat hopen we dan maar. We wagen het erop en gaan vandaag het binnenland in. Ons plan om naar Askja te gaan laten we varen omdat het nog zo’n 300 km verder rijden is en ook nog via een zeer slecht F-weg dus we rijden gewoon maar weer zuidwaarts eerst via weg 843 door de Bardardalur en bij Sandvik steken we over naar de 842 die laten overgaat in de F26. Er hangen veel wolken en het regent bijna continue, al zien we ook wat licht stukken lucht en dat geeft ons hoop. Myri is de laatste boerderij en hier gaan we door een hek en dan begint ons echte binnenlandavontuur. Het is modderig en nat en al snel komen we nog een waterval tegen: de Aldeyjarfoss, prachtig omgeven door basalt en ook in de Skalfandafjlot rivier net als de Godafoss. Helaas zit de regen achter ons aan en is ook het fototoestel weer helemaal natgeregend. We stonden hier wel alleen. Als we terug bij de auto komen arriveren er net 3 identieke witte Toyota landcruisers vol met Japanners met statieven en cameras. Gelukkig gaan wij net weg.

De weg die volgt is soms zanderig, soms met flinke stenen, keien, als wasbord en met flinke kuilen en putten die vaak vol staan met water. Onze auto krijgt heel wat modder te verduren. De uitzichten zijn steeds wisselend, zwarte zandvlaktes, steenvlaktes, rivierbeddingen met groen mos en zelfs 2 verdwaalde schapen. We heben afwisselend wat regen en dan weer zonnestralen die door de wolkenformaties heen schijnen welke soms prachtige effecten geven. We moeten wat kleine riviertjes en stroompjes door. De auto’s die we tegen komen zijn op 1 hand te tellen. Het rijden gaat niet al te snel. We krijgen op een gegeven moment prachtig zicht op de Hofsjokull welke bijna geen wolken boven zich heeft en dus mooi door de zon wordt beschenen. We lunchen ergens langs de weg. Net na de kruising met de F910 hebben we de eerste flinke rivierdoorsteek en vlak erna nog 1 en dan zijn we bij Nyidalur. Hier is een camping en een hut, het is iets na 2 uur. We waren eigenlijk van plan om hier te blijven. We praten met de ranger over wat hier allemaal te doen is. Er blijkt een wandeling mogelijk naar een geothermisch veld maar dit is een dagwandeling van 10 uur. Dat gaat het niet meer worden voor deze dag.

We besluiten daarom maar gewoon verder te rijden en het weer wordt ook steeds beter en uiteindelijk hebben we dus best een goede dag voor de binnenlandroute uitgekozen. We hebben namelijk verhalen gehoord van zandstormen die de hele lak van je auto afhalen, het kan hier in het binnenland echt bar en boos zijn. Dus wij genieten gewoon van de prachtige uitzichten en hebben nog 100 km te gaan tot we weer bij een asfaltweg komen, we doen hier nog 3 uur over. We hebben nog diverse rivierdoorsteken, diverse kleine maar ook nog 1 hele grote en dat blijft spannend. Het wordt steeds mooier en de uitzichten zijn werkelijk adembenemend. Zelfs de Vatnajokull krijgen we nog te zien en de Hofsjokull houden we de gehele route prachtig in “zonnig” beeld. Het is zo immens dat je het gewoon niet op de foto kan zetten. Wij hebben echt genoten van deze Sprengisandur route en hadden het niet willen missen, ondanks het gehobbel.

Bij Hrauney komen we weer op het asfalt en hier zien we ook enkele waterkrachtcentrales en dammen. We tanken even diesel bij en kijken even op internet. Omdat we de volgende dag naar Porsmork willen besluiten we zo ver mogelijk door te rijden. We volgen weg 26 richting Hella langs de vulkaan Hekla. We hebben nog steeds prachtige wolkenformaties met een ondergaande zon. Door de ondergaande zon wordt heel de omgeving goud gekleurd, een prachtig gezicht. Ook zien we steeds regenbogen, zoals de gehele dag al. Bij Hvolsvollur slaan we af weg 261 in en komen we uiteindelijk rond half 9 aan bij camping Langbrok. Er is niemand bij de receptie aanwezig dus betalen kunnen we niet.

Woensdag 7 september 2016

Niet zo vroeg ons bed uit want het regent buiten. We verlaten uiteindelijk de camping zonder te betalen, want we hebben niemand kunenn vinden. Omdat een binnendoorroute blijkt afgesloten pakken we een stukje van weg 1 en slaan we af bij de Seljalandfoss. We zijn hier eerder al 2 keer geweest, we schrikken van de drukte alhier. We rijden 30 km over een gravelroad en moeten ongeveer 20 rivieren oversteken, klein en groot. We stoppen nog bij 1 van de gletsjertongen en maken nog een wandeling door de prachtige Stakkholtsgja kloof. Ons eten raakt inmiddels aardig op. We rijden verder tot het einde van de weg en blijven ten zuiden van de grote rivier, deze oversteek vinden we iets te heftig. We rijden tot aan hut Barsa en informeren aldaar over de wandelingen omdat niet alle wandelingen nu mogelijk zijn.

Iets na 2 uur beginnen we met onze wandeling die vrijwel gelijk stijgt. Eerst door een stuk met allemaal kleine boompjes en daarna de rotsen en de helling op. Het regent af en toe en soms zijn er ook hevige rukwinden maar ook is het vaak droog en prikt af en toe het zonnetje door het wolkendek. De wolkenformaties wisselen ook deze dag weer enorm en geven steeds andere uitzichten op het landschap met verschillende kleurschakeringen. De zwarte bergen zijn begroeid met groene mossen en er bovenop een gletsjer waar we af en toe stukken van te zien krijgen. Ook vandaag weer vele regenbogen. Het pad voert langs diepe afgronden, over smalle richels, met steile klimmetjes en trapjes en omringd met bosjes vol met “blueberries”. De meeste wandelaars komen van de andere kant van Skogar en wandelen dan door het gebied van de vulkaanuitbarsting van 2010. Zover komen wij niet want dat zou 3,5 uur wandelen zijn. Net voor de steile helling gaan we maar weer terug. Rond een uur of 5 zijn we terug bij onze camper. We rijden een stukje terug en betalen 3000 ISK om hier te mogen overnachten en parkeren onze camper op een grasveld. We eten onze laatste restjes op want het einde van de vakantie zit eraan te komen.

Donderdag 8 september 2016

Een nacht met veel regen en wind dus alweer vroeg wakker. We moeten het als ontbijt met crackers doen omdat het brood allemaal op is. Rond half 9 zijn we alweer onderweg, door de regen van gisteren en vannacht lijken sommige rivieren nog iets groter te zijn geworden. Het is grijs en grauw, het regent en we hebben geen uitzicht. We komen deze keer maar weinig mensen tegen. Bij de Seljalandfoss is het wederom erg druk. We stoppen in Hella nog even bij een bakker en tuffen maar verder. In Selfoss, ons wel bekend, duiken we nog even een Bonus supermarkt in en checken we bij de bibliotheek even het internet. We nemen de weg richting kust en besluiten maar een camping met een zwembad op te zoeken want ergens heen gaan heeft niet veel zin met dit weer.

We komen terecht in de vissersplaats Porlakshofn. De camping blijkt toch open ondanks dat de campinggids aangaf dat deze 1 september zou sluiten. Alles ziet er netjes uit en de wc’s zijn verwarmd. We gaan lekker naar de hotpots in het zwembad terwijl het regent en de buitentemperatuur zo’n 7°C is. De handdoeken gebruiken we van het zwembad zodat we geen natte handdoeken in de koffer hebben. Het is erg rustig in het zwembad. Onze zwemkleding hangen we te drogen op de verwarming in de wc’s. We beginnen alvast met het opruimen van de camper. We verzamelen het laatste eten in 1 doosje en hopen hier nog iemand blij mee te kunnen maken. ‘s-Avonds lopen we nog even naar het dorp en naar de vuurtoren. De doos met eten wordt afgegeven bij een AA bijeenkomst welke plaatsvindt onder de kerk.

Vrijdag 9 september 2016

We worden de nacht geteisterd door harde wind en regen dus echt slapen is er niet bij. We zijn alweer vroeg uit de veren. Het dekbed is helemaal nat en alles is vochtig. Helaas regent het nog steeds flink en zelfs de deur van de camper gaat nu lekken. We halen alles van het bed en stoppen het in zakken. Goed dat we nu naar huis kunnen. We gaan eerst bij de bakker even inkopen doen. De bakker heeft ook een mooi ruim voorportaal waar we even onze koffers in mogen pakken. Even 10 minuten werk maar dan zit alles wel droog in de koffer. Dan is het tijd om weer naar Reijkjavik te gaan en we hebben zelfs nog even tijd om souvenirs te kopen. Met een volle tank leveren iets voor 11 uur onze camper weer heelhuids in. We zijn snel klaar en met een busje worden we naar de BSI busterminal gebracht. We nemen de Flybus naar het vliegveld. Bij het vliegveld kunnen we de tax van de hengel nog terugvragen, dus toch weer 1500 ISK terug. Uiteindelijk zijn we om 21.30 uur terug op Schiphol.