Vrijdag 3 juni 2011

Helaas worden we weer eens wakker met regen die op ons camperdak tikt. We blijven iets langer liggen dan we van plan waren. Na ons ontbijtje rijden we naar de Visitor Centre. Hier komen we een pas voor het park, omdat we nog vroeg in het seizoen kunnen we een Early Bird Pass kopen voor $19,66 per persoon. Deze pas is een heel jaar geldig. Normaal betaal je $7,80 per dag, dus na zo’n 2,5 dag hebben we de pas er al uit. Zo heeft het toch ook voordelen zo vroeg in het seizoen te zijn. We laten onze camper op de parkeerplaats bij de Visitor Centre staan en starten met wandeling nr. 2: Salmon Pools. De trail loopt langs een rivier door een bos van berken en maple bomen. Op sommige plekken is de rivier breder en zijn er soort poelen onstaan, hier is de naam van de wandeling dan ook vanaf geleid. Zalmen zien we echter niet, maar ook geen andere mensen of dieren. We lopen de trail niet helemaal uit omdat het toch veel van hetzelfde is en gaan na ongeveer 4-4,5 km terug. Zo’n 2 uur later zijn we terug bij onze camper.

De volgende trail die we lopen is niet zo lang, maar 1,6 km. De trail Le Butterau gaat in eerste instantie flink omhoog om even later over de zee uit te kijken. Er staan ook informatieborden over de Acadische familie’s die hier rond 1900 hebben gewoond. Daarna stoppen we nog op wat uitzichtpunten. Helaas zijn de uitzichten wat grijs en niet geheel helder, maar wij kunnen ons wel voorstellen hoe prachtig het hier zou zijn met helder weer en een zonnetje. We besluiten nog 1 trail te lopen, de Skyline trail.

De Sky-line trail zou prachtige uitzichten moeten geven, echter tijdens onze ruim 9 km lange wandeling wordt het steeds mistiger. De laaghangende wolken geven het bos met veel dode bomen een wat lugubere uitstraling. Overal op het pad zien we elanden-poep en afdrukken van elandenhoeven. De 4 mensen die we tegenkomen hebben echter geen eland gezien. Het eerste stuk gaat over een soort gravelpad tussen overwegend dennenbomen waarvan de helft er in de vorm van een soort skelet staat. Via een boardwalk zou je een uitzicht op zee hebben, maar wij zien helaas niets. Het 2e deel van het pad is een stuk minder gemakkelijk, ongelijk met grote stenen en boomwortels. Het landschap blijft vrijwel gelijk, het wordt echter wel steeds mistiger. Op het pad nog steeds allerlei sporen van elanden.

Als we bijna aan het eind zijn en de hoop om een echte eland te zien hebben opgegeven spot Leontine er op eens één tussen de bomen langs het pad. Reinier was er zelf voorbij gelopen. Het dier blijft rustig staan, kijkt naar ons en gaat dan rustig door met gras eten. Dat we dit meemaken is, in dit bijzondere decor, toch wel heel apart. En van dichtbij is de eland toch best groot. We zijn blij dat we het pad toch niet voor niets gelopen hebben en de zere voeten zijn we gelijk vergeten. Na zo’n 2,5 uur lopen zijn we weer terug bij onze camper waar onze maagjes inmiddels wel rammelen. We rijden door een dik wolkendek een stukje terug naar de camping Corney Brook. Op 1 camper na is deze kleine camping aan zee, helemaal verlaten. Op deze camping geen faciliteiten, alleen een toilet. Dus geen water, geen douches of electriciteit. Het is fris, maar 8°C. ‘s-Avonds maken we nog een wandeling over het strand dat bezaaid is met grote stenen en wrakhout. ‘s-Avonds breidt de mist zich nog verder uit en beperkt nog verder ons zicht.

Zaterdag 4 juni 2011

Ook deze ochtend weer mist, dus weinig zicht. We rijden verder over de Cabot Trail noordwaarts. Als we langs French Lake rijden zie Leontine op eens een eland aan de kant van het meer staan. We stoppen abrupt en in de achteruit. Het blijkt een moeder-eland met een kalf die even later weer door het water uit beeld lopen, het was in ieder geval prachtig om te zien. We rijden verder naar onze eerste wandelplek: Benji’s Lake. Het pad ernaar toe heeft verschillende afdrukken van elandenhoeven en ook weer veel elandenpoep maar een eland zien we niet. We worden via een alternatief pad door een zo goed als dood bos naar het meer gestuurd. We komen uiteindelijk via een modderig pad bij het meer uit. Een tiental meter verderop zien we een soort steiger met een bankje erop. We lopen dwars door het bos naar deze steiger en gaan daar zitten genieten van het uitzicht. Helaas komen er geen elanden aan het meer dus besluiten we toch maar terug te gaan. We lopen nu terug via het oorspronkelijke pad een soort boardwalk. Op verschillende plaatsen ontbreken er planken bij de boardwalk of er liggen bomen over het pad. We begrijpen nu ook waarom dit pad is afgesloten. Wij zijn inmiddels wel gewend aan zogenaamde hindernis trails dus met wat klim en klauterwerk staan we op een gegeven moment ook weer aan het einde van het pad.

We rijden verder en stoppen af en toe bij uitzichtpunten. Op sommige plekken heel veel wolken, op andere toch wat helder zicht. We kijken nog in het plaatsje Pleasant Bay. Hier bezoeken we het Whale Interpretive Center met heel veel informatie en films over walvissen. Vanuit Pleasant Bay kan je ook whale watching tours doen. Deze dag is de eerste dag dat ze uitvaren van het seizoen. Omdat het ook deze dag mistig is en de meeste walvissen nog niet gearriveerd zijn gaan wij niet mee. We lunchen met uitzicht op zee en gaan dan op weg naar de volgende wandelplek. De wandeling naar de MacIntosh Brook waterval is maar 1,7 km. Ook hier weer veel pootafdrukken van elanden, maar we zien ze weer niet. De waterval is niet zo groot.

Onze laatste wandeling van deze dag voert door een 350 jaar oud Sugar Maple bos en langs een oude schotse hut. Hier inderdaad grote bomen en op de grond vele kleine boompjes. Die komen pas tot echte groei als er een oude reus van ouderdom dood gaat en omvalt. Bij Big Intervale rijden we even later het nationaal park uit. Bij Cape North moeten we beslissen waar we heen gaan. Aangezien het nog vroeg is besluiten we naar Meat Cove te rijden op het meest noordwestelijke puntje. In St. Margaret Village stoppen we nog even bij de Co-op om wat inkopen te doen. Hoe dichter we bij Meat Cove komen hoe helderer de lucht wordt. De laatste 8 km rijden we over een gravelroad en als we in Meat Cove uitkomen blijkt dit een prachtige plek te zijn met uitzicht op zee.

De camping blijkt echter nog niet open omdat er van de winter een flinke storm is geweest en veel beschadigd is. Aangezien het nog geen goed weer is geweest hebben ze dit nog niet kunnen herstellen. We mogen van de eigenaar wel voor niets op zijn camping staan, er zijn dan alleen geen faciliteiten. We moeten het dus nog even een dagje zonder douche stellen, maar daar krijg je wel een fantastische kampeerplek voor terug. Reinier steekt een vuurtje aan en maakt met wat oud ijzer en roestige rekjes een barbecuerooster. We slepen een picknicktafel bij de camper en kunnen hier heerlijk buiten zitten zonder al te veel steekmuggen. Op het vuur gaan maiskolven en aardappels en een moot zalm. We spannen een waslijn om de handdoeken, die nog steeds niet droog zijn van ons avontuur in Port Hood, droog te krijgen.

Er komt nog een man met ons kletsen die in 8 dagen van Vancouver helemaal naar de oostkust is gereden. Hij vertelde ons dat hij problemen heeft met zijn gezondheid en dit al heel lang eens wilde doen. We maken een foto van hem met de kliffen op de achtergrond. Na het eten lopen we nog even door het gehuchtje Meat Cove waar toch nog enkele huizen permanent bewoond zijn. Ook midden in het dorp een huisje wat je kan huren. Het is gewoon open en als je het wil huren moet je even iemand bellen. Als we bij de camping terugkomen blijken er net 2 Duitse jongens gearriveerd die hier in hun auto willen overnachten. Ze komen ‘s-avonds even iets bij ons drinken in de camper. Ze hadden een auto gehuurd in St. Johns op Newfoundland en crosste even in een week over Newfoundland en Nova Scotia.

Zondag 5 juni 2011

Deze ochtend een dichte bewolking maar nog wel droog. Als we net onderweg zijn begint het alweer te regen, een soort motregen. We besluiten dan maar een stuk te rijden. Net na Broad Cove stoppen we even bij Dino’s Shop voor een kop koffie. We kletsen een tijdje met de eigenaar en we horen dat het hier de komende 3 dagen continue zal blijven regenen. We geven de moed dan ook maar op om nog veel van het Nationaal Park te zien. Buiten wordt het steeds mistiger en de uitzichten steeds slechter. We stoppen bij verschillende galerieen en kletsen met de mensen daar. We horen dat door de recessie mensen daar niet meer van kunnen leven en vaak weer een baan erbij genomen hebben.

We lunchen in een behoorlijk warm gestookt Bean Barn Café. Reinier neemt een chowder, een soort dikke soep met allerlei soorten vis, krab, mosselen e.d. Dit hadden we al heel vaak op een menu zien staan maar wisten niet wat het precies was. We eten in ieder geval goed hier en wagen ons daarna weer in de regen. We maken nog wat stops bij een glas- en ledershop en blijven dan maar doorrijden tot een camping. Via een kabelpontje komen we uiteindelijk op de camping in Englishtown. We besluiten hier toch maar te blijven staan ook al is het nog maar 14.00 uur. We gebruiken deze tijd om te wassen en te drogen. Ook kunnen we weer een keer skypen met het thuisfront.

Maandag 6 juni 2011

Nadat we een droge nacht hebben gehad begint het ‘s-morgens meteen alweer te regenen. We hadden eigenlijk het plan om met Puffintours een tochtje te maken naar de Birds Islands. Hier zien we toch maar vanaf want het uitzicht is miserabel. We verlaten Englishtown en rijden richting Highway. Ons doel voor vandaag Louisburg. We stoppen af en toe nog voor koffie of diesel te tanken maar om 12 uur komen we aan bij Historic Site Fortress of Louisburg. We betalen $17,80 per persoon en kunnen om 12.30 uur mee met de bus naar het fort. Met nog 4 mensen in de bus rijden we in ongeveer 10 minuten naar het fort. Dit fort is in de jaren ’60-’70 nagebouwd als een project in de tijd van veel werkeloosheid door het sluiten van de kolenmijnen in dit gebied. De mijnwerkers zijn bijgeschoold op verschillende vakken. Er is uitgebreid onderzoek gedaan om het fort zo natuurgetrouw op te bouwen zoals beschreven in historische manuscripten en archeologische vondsten alhier. Louisburg was een vissersdorp maar tot fort opgebouwd door de Fransen rond 1744. In het fort lopen ook allerlei mensen in traditionele kledij als soldaat of wachter. Eerst kijken we zelf even rond en om 13.30 uur sluiten we aan bij een Guided Tour. Onze gids, een oudere vrouw die hier al sinds 1977 werkt, kan zeer enthousiast en zeer uitgebreid vertellen over de tijd rond 1744. Helaas is het deze dag wel erg koud en regent het ook steeds.

Er werken 180 mensen in het fort en in de zomer is het vaak nog drukker door allerlei kinderactiviteiten. Alles is in het voorseizoen nog niet open. De straatjes zijn door de overvloedige regenval zompig en moedderig. We zien echter wel wat voor megaproject dit is, er worden ook nog steeds dingen bijgebouwd. We kopen in de bakkerij nog een brood, die vroeger voor de laagste in rang gebakken werden. Wit brood was voor de rijkeren en bruin brood voor de armen. Na de tour kijken we in verschillende huizen binnen en drinken nog even koffie om weer even op te warmen. Om 16.30 uur is er als afsluiting van de dag een kanonschot. Dit blijkt ook gelijk het moment dat alles dicht gaat en we waren eigenlijk nog niet uitgekeken. De deuren gaan achter ons dicht en dan moeten we nog rennen voor de laatste bus die nog op ons staat te wachten. We worden teruggebracht naar de Visitor Center die ook gelijk zijn deuren gaat sluiten.

Omdat het al 5 uur is besluiten we maar een camping in Louisburg te nemen. We nemen de camping bij de haven met alle faciliteiten. We komen de camper ‘s-avonds niet meer uit omdat het steeds harder gaat regenen. We steken de kachel aan en zijn blij met een dak boven ons hoofd.

Dinsdag 7 juni 2011

Onze dag begint met: regen! De gehele nacht is het niet droog geweest. Ook was er nog een vrachtwagen die midden in de nacht in de haven naast de camping aankwam en het nodig vond om te toeteren. Het brood dat we de dag ervoor in het fort hebben gekocht blijkt niet echt een succes: hard, zwaar en gortdroog. Om kwart voor 10 gaan we weer op weg en rijden we zuidwaarts langs de Fleur-de-lis Trail. Bossen, meren, weinig bewoning, regen en mist, oftewel redelijk saai. Net voor St. Peters stoppen we nog bij een soort buurtsuper waar we gratis koffie krijgen. Voor de lunch halen we in Antigonish warme kippenpootjes en eten die in de camper op de parkeerplaats van de supermarkt. Dan beginnen we aan weg nr. 7 naar Sherbrooke. Hier veel rivieren en meren en redelijk wat mooie huizen die er verzorgd uitzien. Hoe dichter we bij Sherbrooke komen hoe minder hard het gaat regenen. Als we uitstappen in Sherbrooke is het droog. We halen bij de Tourist Information bij Sherbrooke village, een soort openluchtmuseum, nog wat info over de oostkust. De weersverwachting blijkt voor de volgende dag zowaar goed.

We rijden even langs de camping die niet al te groot is en langs de St. Mary rivier ligt. De eigenaar legt ons uit hoe we bij de zee kunnen komen en wat we hier verder nog kunnen doen. Op zijn advies gaan we eerst even kijken bij de historische zaagmolen die op waterkracht hout zaagt. Het ziet er allemaal prachtig uit en hij werkt deze dag ook nog.

Na het bezoekje nog even naar Sonora bij de zee en tegen vijven terug bij de camping. We kletsen nog even met de campingeigenaar. Na het eten een warme douche in een krap douchehokje. Voor de douche moet je dan wel betalen, maar de camping was goedkoop $25.

Woensdag 8 juni 2011

Eindelijk bij het opstaan eens een mooie blauwe lucht, dat ziet er een stuk vriendelijker uit. We rijden zo’n 40 minuten om uit te komen bij de Liscomb Lodge, waar we starten met de Liscomb River Trail. We melden ons bij de receptie, waar onze namen worden geregistreerd en we een kaartje meekrijgen. Rond 10.30 uur gaan we van start, het eerste stuk lopen we langs de huisje van de lodge en dan gaan we het bos in. De trail volgt grotendeels de rivier. Het eerste deel van het pad is nog vrij goed te lopen daarna wordt het steeds smaller. Veel boomwortels, stenen, natte zompige blubberstukken, soms kleine stroompjes die je over moet steken en vooral heel veel muggen. Je moet niet stil willen staan want dan wordt je letterlijk “opgegeten”. Het is een lastig pad en je moet goed kijken waar je de voeten neerzet.

Rond 12 uur zijn we bij het doel: de waterval en de hangbrug. Op deze hangbrug eten wij onze lunch omdat hier niet veel muggen zijn. Zo hebben we prachtig uitzicht op de waterval. Er is ook een vistrap, maar er is geen vis te zien. We lopen terug via de andere kant van de rivier waar het pad nog smaller en slechter is. We zien onderweg verschillende vlinders, libelle’s en zelfs slangen. Uiteindelijk zijn we iets voor 2 uur terug bij de lodge, door de hitte geheel doorgezweten en uitgeput. Snel een ander shirt aan en we trakteren ons op een lekker ijsje.

De andere wandeling die we nog wilde doen in het Tayler Head P.P. laten we maar zitten, daar hebben we niet zo’n zin meer in. We maken nog een stop in Tangier bij de beroemde zalmrokerij van de Deen Willy Krauch. Einde van de middag arriveren we op de camping bij Murphy Cove. Dit wordt onze duurste camping tot nog toe $39,10 met electriciteit en water. We kunnen kiezen uit 4 plekjes, geen van allen super, dus kiezen we er maar 1 tussen de andere campers waar we ook nog wifi hebben. We eten vroeg omdat we ‘s-avonds meegaan met een boottochtje.

Om half 7 staan we in het haventje bij het mini-bootje. Er gaan wel 7 mensen mee, dus het bootje zit aardig vol. De hemel is helder, het water is glad, perfect weer voor een vaartochtje. We varen tussen de eilandjes door maar zien helaas weinig watervogels van dichtbij. Ook de zeehonden vluchten van de rotsen af. Dit komt omdat er in het kreeftenseizoen vaak op ze geschoten wordt en is een bootje dus gevaar. De uitzichten zijn prachtig. Om 20.10 uur zijn we terug bij de haven en sluiten we de avond af bij het kampvuur op het strand met de anderen mensen.

Donderdag 9 juni 2011

Alweer de laatste dag aangebroken van onze campertocht: bewolkt maar droog. We lenen een stofzuiger van de camping en starten alvast met de schoonmaak van de camper. Ze geven later op de dag en avond regen op en dan is schoonmaken toch wat lastiger. Nu leggen we alles buiten op de picknicktafel. Als we net klaar zijn begint het alweer te druppelen. We rijden via een soort “loop” naar Clam Harbour. Daarna bezoeken we in Seaforth “Hope for Wildlife”. Dit is een opvangcentrum voor dieren die gewond zijn geraakt of verweesd zijn. Ze blijven daar tot ze weer in het wild kunnen worden terug gezet. Als dit niet meer kan dan houden ze zelf de kleine dieren en andere dieren gaan naar een Wildlife park. Er worden zo’n 1500 dieren binnen gebracht per jaar. De tijd dat ze in het opvangcentrum zijn kan varieren van een paar maanden tot zo’n 2 jaar. Het wordt gerund door vrijwilligers en is afhankelijk van donatie’s. Wij krijgen een rondleiding door 1 van de vrijwilligers. We zien een havik, 2 jonge zee-arenden, uilen, andere vogels, eenden- en ganzenkuikens, wasbeertjes, duiven, allerlei eekhoorntjes, een soort wolverin, een marter, raven, slangen en een schildpad. Sommige dieren zijn ook als huisdier gehouden en hier opgenomen. Er wordt alle tijd voor ons genomen en wij geven ook een donatie voor dit mooie initiatief en de gastvrije ontvangsst. Een aanrader om te bezoeken.

Inmiddels is het ook weer droog geworden en lunchen we bij Lawrencetown en maken nog een wandeling bij Cole Harbour: de Salt Marsh Trail. Met allemaal bruggen lopen je als ware door de waterlanden heen. We zien enkele watervogels en in de verte nog een zee-arend. Na iets meer dan een uur zijn we terug bij de camper en vervolgen we onze weg naar Eastern Passage. We komen nu duidelijk in stedelijk gebied. Het wordt drukker op de weg, er zijn meer huizen, en huizen staan nu ook aan elkaar (rijtjeshuizen) en er zijn wandel- en fietspaden. We stoppen nog voor een koffie bij de Tim Hortons. Bij de drive-thru staat een lange rij, binnen is er helemaal niemand. We vragen ons af wat de moeite is om uit je auto te stappen. Toppunt van luiheid die drive-thru’s.

In Eastern Passage kijken we nog even bij Fisherman’s Cove, een soort visserdorpje met gekleurde houten huisjes, met winkeltjes en leuke restaurantjes. Het is inmiddels al na 4 uur en veel winkeltjes zijn al dicht. Wij gaan op zoek naar Shubie Camping in Dartmouth. Het is wel weer wennen in de drukte. We missen eerst de oprit van de snelweg en daarna weer een afrit maar uiteindelijk vinden we de camping toch vrij gemakkelijk. Het blijkt een grote camping met grote prijzen. Een 3-way Hook-up (electriciteit, water en aansluiting afvoer) kost hier wel $50. We kiezen de 2 Way 30Amp Hookup voor $42,50 en krijgen korting omdat we lid zijn van de ANWB. Het pasje dat nog in de camper ligt hoeven we niet eens te laten zien. Zo betalen we opeens $38,50. We nemen plekje 26 in. We maken allemaal dingen op bij het eten en pakken onze koffers in. ‘s-Avonds maken we nog een wandeling door het park achter de camping, we blijken hier langs de oude sluizen van het Shubenacadiekanaal te lopen. Er zijn hier aardig wat mensen actief bezig in het prachtige park. Wij lopen tot aan het Micmac lake en weer terug.

Vrijdag 10 juni 2011

Onze echte laatste dag is aangebroken. De laatste dingen gaan nog in de koffers die inmiddels op de achterbank in de truck staan. We maken het meisje van de camping nog blij met een aantal dingen die we over hebben. De koffers worden even gewogen en die zijn volgens ons precies 23 kg per stuk. We rijden voor het laatst langs het dumpstation en nemen de kortste weg richting Fraserway. Na een laatste tankbeurt staan we binnen een half uur voor het kantoor van de campermaatschappij. Onze koffers kunnen gelijk in de shuttlebus en onze truck wordt bekeken. We moeten voor bijna 1000 km extra rijden boven de vrije kilometers nog $380 afrekenen. Alles is verder in orde en om 10.15 uur zijn we met nog 2 andere mensen op weg naar het vliegveld. We worden afgezet bij de autoverhuurbedrijven. We nemen gewoon maar een desk waar niemand staat en zo hebben we voor $80 bij National Car een Ford Fiesta voor 1 dag. We laden onze bagage in en kunnen weer op weg. Het is weer even wennen en je hebt het gevoel dat je met je stoel op straat zit.

We rijden nog langs een leershop in Dartmouth en parkeren dan bij de ferry in het centrum van Dartmouth. We betalen hier wel $12,50 parkeerkosten. De parkeerplaats bij Woodside was wel gratis maar daar vaart de ferry van 7 tot 10 en van 15 tot 18 uur en daar heb je om 12 uur niet zo veel aan. Voor $2,25 p.p. varen we van centrum Dartmouth naar centrum Halifax. Vanaf de ferry heb je al een mooi uitzicht op de stad. In Halifax kijken we bij de glasblazers en lopen gewoon wat rond. Als je langs de waterkant loopt krijg je steeds allerlei aanbiedingen om met boottochten mee te gaan. Het zonnetje is inmiddels gaan schijnen en het waait goed dus kiezen we voor een zeiltocht. Van 14.00 uur tot 15.30 varen we met de Silva in de haven, een deel met de motor en een deel met de zeilen. Zon en wolken wisselen elkaar continue af.

We kijken daarna nog wat rond in winkels en bij een oude begraafplaats in het centrum. Als het half 6 is besluiten we met de ferry terug te gaan naar Dartmouth en naar de Fisherman’s Cove in Eastern Passage te rijden. De dag ervoor hadden we daar leuke restaurantjes gezien en zo belanden we bij een visrestaurant aldaar. We kiezen voor een 2 persoonsmenu met 2 stukken haddock, 6 shrimps & 6 scallops. Dit blijkt een flinke hoeveelheid die we samen niet opkrijgen. Het smaakt voortreffelijk. Het is behoorlijk druk, mensen eten zeer snel en zijn dan ook weer weg. Waar wij in Nederland vaak vrij snel zijn, blijken we hier langzame eters.

Met een voldaan gevoel rijden we nog een stukje langs de kust en een merengebied terug naar het vliegveld. We leveren onze Fiesta weer in en kunnen gelijk inchecken. Onze koffers blijken precies goed qua gewicht. We installeren ons met een kop koffie en lezen en schrijven nog wat. Bij de security is even later echt niemand te bekennen. We boarden bij gate 22 en zitten op de één na achterste rij in het vliegtuig. In het donker stijgen we om 23.45 uur op uit Halifax. We krijgen nog een broodje en 2 biscuits en proberen dan te slapen.

Zaterdag 11 juni 2011

De vlucht gaat vrij snel voor ons gevoel en zo zitten we alweer aan een ontbijt met pannekoekjes. We landen een half uur te vroeg op Londen Heathrow. Ook nu moeten we eerst weer een stuk lopen en dan met de bus van Terminal 3 naar Terminal 5. Hier moeten we weer door de Security, hier is het een soort mierennest. Er zijn wel 15 poortjes met allemaal lange wachtrijen. Schoenen uit, laptop uit de tas en alles in bakjes. We mogen er gelukkig weer doorheen en hebben dan weer tijd voor wat te drinken. Uiteindelijk vertrekken we met 20 minuten vertraging naar Amsterdam. Het is ongeveer opstijgen en weer afdalen en dan sta je alweer in Nederland. De koffers zijn weer meegekomen en we kunnen weer met onze “mini”-auto naar huis.