Alaska

Van 19 augustus t/m 16 september 2008 hebben we 4 weken met een camper door Alaska getrokken. We zijn gevlogen van Schiphol naar Anchorage, via Minneapolis met Northwest Airlines. Deze reis hebben we via Askja reizen geboekt. We hadden van te voren 2 excursie’s geboekt: een berenexcursie in Katmai N.P. met Emerald Air Service en een Whalewatching Trip vanuit Whittier met Sound Eco Adventure.
De rest van de excursie’s hebben we ter plaatse geboekt.

In totaal hebben we 1977 mile gereden. Hiervoor hebben we 744 liter benzine nodig gehad, hetgeen ons $896,15 heeft gekost. De camper heeft ongeveer 1: 4,2 gereden (km/l).

De goedkoopste campings hebben ons niets gekost, de duurste $30, maar dit was dan wel met full-hookup.

Week 1: Anchorage – Cooper Landing – Homer – Soldotna – Seward

Week 2: Bird Creek – Palmer/Wasilla – Montana Creek

Week 3: Denali N.P. – Nenana – Fairbanks

Week 4: Valdez – Little Nelchina – Eagle River – Palmer – Anchorage

Dinsdag 19 augustus 2008

We ontwaken om 6.30 uur in het Van der Valk Hotel A4 Schiphol, waar we gehele vakantie onze auto kunnen laten staan. Met de shuttlebus van 8 uur arriveren we 20 minuten later op Schiphol. Omdat we via internet al ingecheckt hadden hoeven alleen de koffers nog maar ingeleverd worden. Bij de gate krijgen we een uitgebreide controle met vragenvuur wat we gaan doen en wat we bij ons hebben. Gelukkig mogen we mee en al snel zitten we op onze stoelen aan het raam. Met 3 kwartier vertraging vertrekken we en al snel zitten we boven de wolken. In de Airbus waar we mee vliegen heeft iedereen een privé tv-scherm waar je zelf kan kiezen wat je wil zien. Na zo’n 9 uur zitten landen we op Minneapolis.

Met onze 2 ingevulde formulieren kunnen we in de rij voor de douane. We wachten rustig op onze beurt om onze vingerafdruk achter te laten en even in de camera te lachen. Vrij vlot staan we aan de andere kant met een groen strookje in ons paspoort, en dan moeten we onze koffers nog inklaren. De eerste 2 koffers hebben we snel, maar de laatste koffer komt echt als allerlaatste op de band. Bij de volgende controle leveren formulier nummer 2 in en daarna gaan onze koffers weer op een volgende band. Dan mogen wij weer door de handbagage-controle, jassen uit, schoenen uit, riem af en vloeistoffen in een zakje apart. En dan zijn we echt in Amerika. Eerst maar eens koffie, small blijkt hier behoorlijk aan de maat. Alles is in Amerika gewoon een maatje groter.

Omdat er geen maaltijden op binnenlandse vluchten worden geserveerd halen we zelf nog maar iets te eten voor in het vliegtuig. Om 14 uur plaatselijke tijd mogen we het vliegtuig naar Anchorage in. Dit vliegtuig is veel kleiner maar helemaal vol. We zitten naast Gary, een forse Amerikaan uit Minnesota die werkt op de olievelden van Prudhoe Bay. We raken aan de praat en krijgen een kijkje in zijn leven door het bekijken van honderden foto’s op zijn laptop. De uren vliegen voorbij en ruim op tijd landen we in Anchorage. Wat een rust hier op het vliegveld. We halen onze koffers op en lopen naar buiten.

Met een shuttlebus komen we om 18.00 uur bij ons hotel downtown waar we 1 nacht zullen doorbrengen. Voor ons gevoel is het inmiddels 4 uur in de nacht dus gaan we de stad maar in om wakker te blijven. Er blijken ‘s-avonds nog heel wat winkels open te zijn. Om 21.00 uur storten we echt in en duiken we ons bed in.

Woensdag 20 augustus 2008

Om 8 uur zijn we klaar voor ons ontbijt. De vette bakgeuren komen ons in de gang al tegemoet. We bakken een wafel op de vroege morgen en verder houden we het bij brood. Omdat we de camper pas halverwege de middag op kunnen halen besluiten we alvast wat inkopen te gaan doen. We lopen naar Northern Lights Boulevard wat op de kaart redelijk dichtbij lijkt, maar uiteindelijk meer dan een half uur lopen is. De pick-up trucks razen ons voorbij op de 4-baansweg en wij lopen hier echt alleen. Geen wandelaars, geen fietsers, nee alleen maar auto’s. We slagen voor regenbroeken, maar de hengel daar moeten we nog voor terug. Om kwart over 1 zijn we terug bij het hotel en bestellen we een taxi die ons naar het verhuurbedrijf brengt. De camper blijkt al gereed te zijn en met nog een 3-tal Nederlanders krijgen we een Nederlands-talige instructiefilm te zien. Daarna kunnen we inpakken en als de papiermassa gereed is kunnen we vertrekken. De eerste stop is de mega-supermarkt Fred Meyer. We zijn zo’n 1,5 uur op zoek naar alle benodigdheden voor 4 weken camperen. Zo’n 250 dollar armer maar helemaal klaar voor de reis. Ook moet er nog getankt worden en die bedragen zijn ook niet mis.

We zijn blij de stad te mogen verlaten en rijden zuidwaarts richting de Kenai Peninsula. We rijden langs de Turnagain Arm en zien onze eerste regendruppels. We rijden tot 20 uur door en komen terecht op een veel te duren camping aan de Kenai River. We hebben geen zin meer om verder te gaan dus pakken nog verder uit en duiken dan ons bed in.

Donderdag 21 augustus 2008

Vroeg wakker en meteen er maar uit. Omdat we nog geen koffiefilter hebben kunnen vinden moeten we doen met soort theezakjes, maar dan met koffie erin. Bij de eerste keer water koken gaat continue de rookmelder al af, omdat die net boven het gasfornuis is geïnstalleerd. Die gaat er dus snel af en blijft de gehele vakantie in de la. Reinier wil graag gaan vissen dus maken we onderweg een visstop bij de Russian River Ferry. Helaas vangt hij niets en rijden we verder richting onze bestemming Homer. Onderweg eten we nog een overheerlijke heilbot sandwich die we samen delen i.v.m. de grootte. Nu snappen we waarom je hier een doggybag hebt, je krijgt het in je eentje echt nooit op die porties hier. We stoppen onderweg nog bij een woodcarving shop en winkel met allemaal geweien. Bij de supermarkt in Soldotna vinden we eindelijk onze koffiefilter. Wederom moet er alweer getankt worden, want deze camper slurpt aardig wat benzine.

Einde van de middag arriveren we in Homer en gaan we naar de Homer Spit. De Spit is een schiereiland omgeven door water en met prachtige uitzichten op met sneeuw bedekte bergen. Het is een wat rommelig geheel van boardwalks, winkeltjes, excursie-bureau’s, bootjes, campers en vissers. We zetten de camper op de Public Campground aan de Fishing Hole. De zalmen springen in het rond maar helaas lukt het Reinier niet om een vis te vangen. Zeer frustrerend als ze voor je neus springen.

Vrijdag 22 augustus 2008

We worden wakker met buiten een dikke mist. Hoe moet dat nu met onze berenexcursie van vandaag? Op weg naar het watervliegtuig zien we nog otters en een Bald Eagle maar helaas geen tijd om te stoppen. Net iets over 8-en zijn we bij Emerald Air en worden we hartelijk ontvangen door Chris en Ken. We gaan met 8 personen vandaag op berenexcursie naar Katmai N.P. Na een uitgebreide briefing over wat we wel en niet mogen doen en kunnen verwachten horen we dat we voorlopig nog niet kunnen vertrekken i.v.m. de mist. We gaan maar een kop koffie drinken bij een nabij gelegen café. Ken telefoneert, rijdt af en toe heen en weer en ijsbeert in het rond. Er wordt al gepraat over het boeken van een excursie op een andere dag. Maar dan net voor 12 uur komt Ken binnenstormen, WE GAAN!! De motoren worden gestart en we mogen instappen. Het vliegtuigje is nog vrij ruim van binnen en we hebben allemaal een plekje bij het raam. Voor het lawaai krijgen we allemaal een koptelefoon op.

Er hangen nog steeds veel wolken en ook liggen er flinke wolken op het water. Er zijn verschillende vulkanen hier in de regio. We vliegen o.a. over het eilandje Augustine, wat bestaat uit een flinke vulkaan en verder niets. Na ruim een uur vliegen landen we op een meer. Onze lieslaarzen moeten omhoog om uit het vliegtuig te kunnen stappen en naar de kant te waden. We wandelen over de beertrails over de toendra. Hier groeien geen bomen, maar alleen maar bodembedekkende plantjes en struikjes met bessen. Al heel snel komen de eerste beren in ons vizier. Wij zijn hier in hun domein. Ze lijken echter niet echt onder de indruk van ons en gaan gewoon verder met de dingen die ze willen doen. We mogen deze prachtige dieren aanschouwen in en bij de rivier. Er is zo’n overvloed aan zalm dat de beren gewoon overal een hapje uitnemen en de rest laten liggen. De rivier ziet rood van de zalmen.

We lunchen met uitzicht op een beer met 2 kleintjes. Helaas worden veel beren op een gegeven moment weggejaagd door 2 boten die de rivier af komen zakken. Dit betekent voor ons verder zoeken naar andere beren. We passeren uiteindelijk nog een slapende moederbeer met een kleintje. Terwijl we staan te kijken licht moeder en kind de kop even op om naar ons te kijken. We blijken geen bedreiging dus gaan ze maar weer verder slapen. De mist heeft tijdens ons bezoek plaats gemaakt voor een blauwe lucht met een zonnetje. Op weg terug naar het watervliegtuig zien we nog een babybeertje in zijn eentje ronddwalen. Hij is volgens Chris al 3 dagen zijn moeder kwijt. Het is een schattig beestje, maar erg onrustig en duidelijk op zoek. Als het beertje de moeder niet meer terug vindt dan zal het de komende winter helaas niet overleven. De harde werkelijkheid van deze toch prachtige natuur. Met pijn in ons hart nemen we afscheid van deze prachtige plek. We moeten nog een flink stuk terugvliegen, maar wel met prachtige uitzichten. Om 19.30 uur zijn we terug in Homer.

Zaterdag 23 Augustus 2008

In de nacht hebben we regen, maar ‘s-morgens is het weer droog. Reinier staat om 7 uur al op om te gaan vissen, helaas zonder resultaat. We doen deze morgen inkopen bij de supermarkt en bezoeken de prachtige nieuwe bibliotheek om wat mail te versturen naar het thuisfront. Ook bezoeken we de Farmer’s market, een gezellige boerenmarkt waar je van alles kan kopen. ‘s-Middags vermaken we ons door al lopend de gehele Homer Spit te verkennen. We krijgen nog een stuk heerlijke zalm van 2 mannen die deze gevangen hadden en er graag een foto van wilde hebben, maar geen fototoestel bij zich hadden. Een mooie ruil: wij maken een foto en sturen deze op en krijgen dan een heerlijk stukje zalm. ‘s-Avonds vermaakt Reinier zich nog de gehele avond met vissen, maar tevergeefs.

Zondag 24 Augustus 2008

Wederom een mistige morgen en wij slapen uit. Deze dag verlaten we Homer weer en rijden weer noordwaarts richting Soldotna. We hebben onderweg prachtige uitzichten op de vulkanen Mt. Redoubt en Mt Iliamna. Onderweg stoppen we nog bij de Timberline shop waar ze prachtige dingen hebben. Om half 3 strijken we neer op de Centennial Park Municipal Campground in Soldotna. We worden hartelijk ontvangen door een echtpaar uit Oregan die hier 6 maanden per jaar camphost is. Het is niet al te druk en het zijn veel ruime plekken tussen de bomen. De camping ligt aan de Kenai River, dus opnieuw een kans om zalm te vangen.

We gaan eerst maar eens kijken bij de rivier. We zien al snel dat hier heel veel vis wordt gevangen. Reinier snelt zich naar de camper om zijn hengel te halen. Hij heeft meteen beet. We besluiten deze “pinksalmon” maar gelijk te houden en zo hebben we voor 2 dagen te eten. De barbecue wordt opgestookt om de zalm met gepofte aardappelen en groente klaar te maken. En zo eten we dan voor de eerste keer onze eigen gevangen vis. ‘s-Avonds gaat Reinier nog even terug om te vissen. Het is gewoon gezellig bij de rivier. Je hebt veel aanspraak en iedereen is erg vriendelijk. Reinier haalt er wederom 4 zalmen uit, maar deze worden gewoon terug gegooid.

Maandag 25 Augustus 2008

Wederom een nacht met regen, maar ‘s-morgens is het weer droog. Deze dag gaan we op weg naar Seward. We verlaten Soldotna weer en stoppen een paar keer onderweg bij mooie plekken. Langs de Seward Highway ligt het Lily Pad Lake, een prachtig meer waar vaak elanden te zien zijn. Helaas hebben wij niet zoveel geluk en moeten we het doen met het mooie uitzicht. In Seward hangen vele donkere wolken maar het is droog weer. We komen terecht op de camping aan de Resurrection Baai. Een massale soort parkeerplaats met alleen maar campers, echter wel met een prachtig uitzicht. Voor $15 hebben we een dry site aan het water.

We lopen naar het centrum om ons te oriënteren op de excursie-mogelijkheden. We kiezen uiteindelijk voor de boottocht naar de Ailaik gletsjer met Major Marine Tours voor de volgende dag. Hier was een speciale actie waarbij we 10% korting kregen. Als echte Hollanders zijn we daar wel gevoelig voor. Ook boeken we er meteen maar een “All-you-can-eat” buffet bij omdat we pas om 8 uur ‘s-avonds terug zullen zijn. Reinier doet nog wat inkopen voor het vissen: een paar lieslaarzen en een stel speciale haakjes. De hengel komt deze dag helaas niet helemaal ongeschonden uit de strijd: hij is gebroken. Met plakband en visdraad wordt de hengel weer gemaakt en zo moet er weer vis gevangen kunnen worden. Na het eten van wederom een maaltijd met zalm vangt Reinier ‘s-avonds weer een zalm. Omdat we deze zelf niet op kunnen eten de volgende dag geeft hij hem weg aan een Duitse vrouw. Zij heeft een reisbureau en is een camperreis door Alaska aan het voorbereiden voor het volgende jaar. We krijgen nog wat tips voor als we Valdez aandoen, later in de vakantie.

Ga naar het reisverslag van week 2

Dinsdag 26 Augustus 2008

Rond 8.15 uur rollen we uit ons bed om ons klaar te maken voor de boottrip naar de Kenai Fjords N.P. Terwijl we even naar de dump rijden wordt ons plaatsje in het water bijna al ingepikt. We parkeren de camper snel weer terug op zijn plaatsje en lopen naar het centrum. Het weer lijkt mooi te worden, we zien al stukjes blauwe lucht en bergen uit de wolken komen. Na het inchecken moeten we nog even wachten om aan boord te gaan. Even tijd om mensen te kijken, onze boot lijkt een hoog “grijs”gehalte te hebben. Om 11.15 uur mogen we aan boord van de Kenai Star. We mogen allemaal even poseren met een boei voor een prachtige foto. We hebben tafeltje 12 toegewezen gekregen aan het bovendek.

Aan boord is er een ranger van de Kenai Fjord Wildlife Conservation, die ons deze dag van alles zal vertellen over de natuur en de dieren. Ook al schijnt het zonnetje het is toch best fris. Al snel na we de haven uitgevaren zijn zien we het eerste wildlife: zee-otters. We draaien met de boot om de beestjes heen die heerlijk in het water liggen te spartelen. Verder zien we gletsjers die onderdeel zijn van het Harding Icefield, papegaaiduikers en Steller zeeleeuwen. De zeeleeuwen liggen heerlijk op de rotsen te zonnen. Rond 14 uur gaan we aan het buffet, er is meer dan genoeg eten en het smaakt prima.

Inmiddels naderen we onze bestemming de Aialik gletsjer. Overal drijven stukjes ijs in het water. De Aialik gletsjer kalft af in het water en is zeer imponerend en blaus. We horen heel wat gedonder in de gletsjer maar we zien helaas geen spectaculaire dingen gebeuren. Bij de gletsjer is het flink koud. Terug passeren we een Bald Eagle met jong, die op het punt staat uit te vliegen. Op weg naar de Chriswell Islands stuiten we op 2 bultruggen. Wat een prachtig en imponerend gezicht die prachtige dieren hier in deze omgeving te zien. Ze zijn zeer actief en springen zelfs uit het water. Als we weer wegvaren lijken we uitgezwaaid te worden door 1 van de bultruggen. Even later zien we nog een bultrug welke zeer dicht langs de boot zwemt.

Wat een geluk hebben we vandaag. We krijgen ook nog een keer papegaaiduikers, meeuwen en Steller zeeleeuwen op de rotsen te zien. Rond half 6 begint het toetjes-buffet waarbij we kunnen kiezen uit allerlei heerlijke taartjes. De tocht wordt afgesloten met een paar “Dall Porpoises” die in de boeggolf van het schip met ons mee zwemmen. Om kwart voor 8 meren we aan in de haven van Seward. ‘s-Avonds worden we ook nog getrakteerd op een prachtige zee-arend vlakbij.

Woensdag 27 Augustus 2008

Na een nacht met veel regen is het wederom in de ochtend droog. We vertrekken weer uit Seward en rijden naar de Exit Gletsjer. We nemen het pad naar de rand van de gletsjer. Onderweg komen we steeds bordjes tegen met jaartallen waaruit blijkt dat de gletsjer zich duidelijk aan het terugtrekken is vanaf het begin van de 20e eeuw. Zoals altijd is ook deze gletsjer weer indrukwekkend. ‘s-Middags doet Leontine een rondleiding en tour met sledehonden bij Mitch Seavey en Reinier gaat vissen aan de baai van Seward.

De rondleiding begint met een uitleg over de Iditarod, een zeer belangrijke sledehondentocht van Anchorage naar Nome aan de westkust. De race wordt in maart gereden en een team doet daar gemiddeld 10 dagen over. Zo’n 30 jaar geleden was dit nog het dubbele. Ieder team gaat van start met een team van 16 honden. Er mogen tijdens de race alleen maar honden uit het team gehaald worden en geen toegevoegd. Uiteindelijk finishen de teams meestal met 8-12 honden. Ze racen steeds 6 uur met dan een rustpauze van 6 uur, waarvan 5 uur gebruikt wordt voor de verzorging van de honden. Ze krijgen dan beenwarmers en een soort broekje en jasje aan om zich warm te houden. De gehele race lopen ze op soort sokjes om hun pootjes te beschermen.

De honden worden vooral getraind op uithoudingsvermogen en snelheid en niet op trekkracht. De slede’s tegenwoordig zijn zo licht. Het zijn dus allemaal slanke, ranke honden en heel erg enthousiast. We worden gebracht naar het veld waar alle honden zijn. Ze hebben allemaal een soort vat als hokje. In totaal zijn er 130 honden. We maken met 8 mensen op een kar met wielen een rondtocht door het bos met 14 honden ervoor. Omdat het eigenlijk te warm is voor de honden moeten we regelmatig een stop maken. Na de rondrit is het tijd voor het leukste onderdeel: met de puppy’s knuffelen.

Er zijn 2 nestjes met kleine hondjes die iedereen graag wil knuffelen. Schattige beestjes die je zo mee zou nemen in je binnenzak. We sluiten de tour af met een demonstratie van de slede en de uitrusting van de musher. Om half 4 is Reinier ook weer terug die 2 zalmen heeft gevangen bij de Nash Road. Hier blijkt ook nog een soort camping te zijn, waar niemand het bestaan van af weet. Er was namelijk helemaal niemand. De filetjes zitten in de koelbox dus we kunnen op weg naar onze volgende bestemming.

Onderweg stoppen we nog een keer bij de messenshop, die weer dicht blijkt te zijn. Reinier wil toch graag even kijken dus loopt even rond en klopt aan bij de werkplaats. Er blijkt toch iemand te zijn. We mogen binnen komen kijken in de werkplaats. Het is een flinke bende maar we worden hartelijk ontvangen. Reinier krijgt al snel allerlei bot, fossielen en weet ik niet wat mee. Het blijken hier ook weer echte vrijbuiters te zijn. Er komt nog iemand aan de deur van de werkplaats om te vragen wanneer de winkel opengaat. Er wordt hem vertelt misschien morgen maar niet te vroeg. Wij mogen wel de winkel zien en krijgen een hele rondleiding. Met een zakje met allerlei spullen om messen te maken verlaten we de werkplaats weer.

Onze laatste stop deze dag is een zo goed als lege Ptarmigan Creek camping. Er blijken voor het aanstaand weekend van Labor Day wel allerlei reserveringen te zijn, maar niet voor door de weeks. We stoken de barbecue op en eten wederom heerlijke zalm met gepofte aardappels en groente. ‘s-Avonds begint het een beetje te druppelen. We gaan nog even een kijkje nemen bij de rivier die helemaal gevuld is met roze zalmen met groene koppen.

Donderdag 28 Augustus 2008

Wederom een hele nacht met regen. Om 8 uur is het droog en rijden we naar de parkeerplaats bij het begin van de wandeling langs Ptarmigan Creek. We zetten onze naam in het boek, we zijn de eerste vandaag. Het pad gaat al snel door hoge begroeiing en is nat van de regen. We besluiten gelijk maar onze regenbroeken aan te doen aangezien het pad ook zeer modderig is. Dan vervolgen we onze weg door het struikgewas. Langs deze trail wordt veel wildlife gezien dus ook beren. De wandelstokken doen dienst voor het maken van geluid. We volgen de Creek over een niet al te moeilijk pad. We zien wel regelmatig hopen berenpoep liggen. Als we op een gegeven moment naar de zalmen in de rivier aan het kijken zijn, zien we opeens aan de overkant de bosjes flink bewegen. Het hart klopt in onze keel en we krijgen het toch wel even benauwd. Het blijkt een zwarte beer en die is niet eens zo heel ver weg. We maken geluid om ons kenbaar te maken en de beer kijkt ons even nieuwsgierig aan. Echt heel leuk om een beer te zien, maar we hopen wel dat hij aan die kant van de creek blijft. Langzaam aan loopt de beer weer verder, terwijl hij af en toe omkijkt en verdwijnt dan in het struikgewas.

We zijn erg onder de indruk van onze ontmoeting. Het pad vervolgen we verder en we zien steeds meer berenpootafdrukken en berenpoep. Na 1,5 uur lopen staan we even stil om wat te drinken. Een ander stel komt ons achterop, het blijken ook Nederlanders te zijn uit een dorp vlakbij de onze. We besluiten samen verder te lopen en al kletsend lopen we door tot aan het prachtige meer. Het hele pad is bezaaid met berenpootafdrukken, het lijkt wel of er een beer voor ons uit loopt. We zien de beer echter niet. Bij het prachtige aqua-blauwe meer waar een serene rust heerst eten we iets voor we teruglopen. De tijd gaat snel als je praat en beren zien we niet meer. Tegen het einde van de trail begint het weer te regenen. Alles is nat en modderig.

Als afsluiting drinken we met elkaar nog een bak koffie met iets lekkers erbij en daarna gaan we ieder onze eigen weg. Rond half 4 rijden we richting Whittier. Prachtige wolkenpartijen, veranderde kleuren en regen kenmerken onze trip. Om 17.00 uur arriveren we bij de tunnel. We betalen $12 en mogen in de rij gaan staan voor de opening van 17.30 uur. Deze tunnel gaat elk half uur open om auto’s door te laten. Tot een paar jaar geleden kon alleen de trein door deze tunnel. Naast de rails ligt nu asfalt en zo kan je als auto/RV ook naar de overkant. Even voor ons gaat de trein door de tunnel en daarna mogen wij met 25 MPH door een smalle donkere tunnel.

Na de tunnel heb je alleen Whittier. Dit is toch een verhaal apart. Er is een treinstation, een parkeerplaats met heeeeel veeeeeel bootjes en 1 woontoren waar 80% van de ruim 200 inwoners woont. Tevens staat er nog een gigantisch grijs kolos, welke verlaten en vervallen is: de Buckner Building. Het blijkt dat hier tot 1968 de US Army gelegerd was. Ze zochten in de 2e Wereldoorlog een plek die zeer moeilijk te vinden zou zijn en omringd was door bergen en met een ijsvrije haven. Dit werd dus Whittier. Tot 2000 kon je hier alleen per boot of trein komen. Het treinstation is 1 rails met een plastic overkapping. Ook is er maar 1 camping, waar een gravelweg met flinke gaten toe leidt. Het blijkt al net zo’n zootje als de rest van dit dorp. Veel keus hebben we niet en voor $10 per nacht mogen we ook niet klagen. We kijken ‘s-avonds rond en alles blijkt verlaten of vervallen met uitzondering van een nieuw hotel en wat nieuwe houten gebouwtjes van excursie-bureau’s. Reinier gooit zijn hengel nog in de haven uit, maar helaas wil geen vis bijten vandaag.

Vrijdag 29 Augustus 2008

Om half 7 gaat deze dag onze wekker en om 8 uur staan we klaar bij het bootje Sound Access in de haven. We gaan vandaag op Whale Watching met Gerry Sanger van Sound Eco Adventures. Deze excursie hebben we via internet geboekt omdat dit zeer kleinschalig bleek. Met maximaal 6 mensen wordt deze excursie gedaan in de Prince William Sound. Er gaat nog een ouder stel mee uit een andere Amerikaanse staat en onderweg zullen we nog 2 kajakkers ophalen bij een hut. De boot heeft 2 motoren van 140 pk dus de snelheid zit er al snel in. Er hangen nog vele wolken, wat prachtige uitzichten oplevert. We stoppen eerst bij een waterval en rotsen met zeevogels en dan gaat het gas er weer op.

Na 3 kwartier zien we op enige afstand Dall Porpoises springen. Gerry vaart ernaar toe, maar ze hebben geen zin om te spelen. Een half uur laten zien we weer een andere groep, deze heeft wel zin in spelen. Al snel zwemmen ze in de boeggolf van de boot mee. Wat zijn die beesten snel, het valt niet mee om ze op de foto te nemen. De volgende stop is een kolonie van Steller zeeleeuwen. Ook zij zijn behoorlijk actief en springen en spelen en maken veel lawaai. Het levert prachtige plaatjes op. Ook het zonnetje schijnt inmiddels en een blauwe lucht geeft prachtige vergezichten. Leontine krijgt de eerste bultruggen van vandaag in het zicht. Ze zijn erg ver weg maar de blows zijn van grote afstand te zien met spiegelglas water en helder weer. We krijgen ook de eerste staarten te zien, dit betekent dat ze duiken en 6-9 minuten onder water zijn. Het is dan weer een verrassing waar ze weer opduiken. Op eens zie je dan weer een “blow” en zijn ze weer in het zicht. Ze blazen een paar keer uit en duiken weer onder.

Verder krijgen we 2 soorten papegaaiduikers te zien: de horned en de tufted puffin. Ze hebben een andere verschijningsvorm en snavel dan de Atlantic puffin die we in Schotland en IJsland hebben gezien. We zien ze niet op de rotsen maar in zee. Het is de tijd dat ze uit gaan vliegen naar zee. Ook de bultruggen gaan op weg naar het zuiden, richting Hawaï. Er wordt ons vertelt dat er ieder jaar minder bultruggen naar Alaska komen. Gelukkig hebben wij ze nog wel gezien. Even later komen er wederom 3 bultruggen in ons zicht. Die zijn echter weer vrij snel verdwenen. Om half 1 zijn we bij Green Island waar we 2 kayakkers ophalen. Zij hebben hier 5 dagen gezeten in een hut. Wat een prachtige plek op een eiland midden in de Prince William Sound. Helemaal verlaten van alles, ver van de bewoonde wereld. De hut is zeer spartaans ingericht maar heeft alle benodigde dingen en een outhouse (oftewel gat in de grond). In het water springen de zalmen vrolijk in het rond. Dit moeten we onthouden voor als we nog eens terugkomen. Nadat alles is opgeladen varen we verder richting Whale Bay en Icy Bay, nog een aardig eindje varen. We genieten van de prachtige uitzichten, deze wildernis met een bijna strak blauwe lucht. Wat een geluk hebben wij weer.

In Whale Bay spotten we inderdaad weer bultruggen, maar ook deze keer blijft het bij ruggen, blows en staarten. Helaas geen springende walvissen. De volgende baai is Icy Bay en we begrijpen al snel waarom dit zo heet. De baai ligt helemaal vol met ijsschotsen. Gerry vaart er langzaam tussen door. Je hoort het ijs kraken en knappen. Daarna kunnen we doorvaren tot vlak bij de immense Chenach gletsjer. Er ligt nog een boot heel dicht bij de gletsjer, hierdoor zie je nog eens hoe enorm deze gletsjer is.

Hier vallen toch regelmatig stukken naar beneden. Bij de gletsjer is het toch gelijk weer een heel stuk kouder, ondanks dat het prachtig weer is. Volgens onze gids hebben we de mooiste dag van heel de zomer. Bij deze gletsjer zwemmen ook heel wat zeehonden, die krijgen we echter niet van heel dichtbij te zien. De terugweg uit de ijsmassa gaat een stuk gemakkelijker omdat het ijs zich inmiddels alweer verplaatst heeft. Op de terugweg zien we wederom nog 2 bultruggen en ook nog een paar Dall Porpoises die in de boeggolf mee zwemmen. Door het prachtige weer kunnen we de bergen en gletsjers die in de ochtend nog in de wolken lagen allemaal aanschouwen. Om 20.00 uur, dus 12 uur later, stappen we weer aan wal in Whittier.

We lopen terug naar de camping waar de camper op ons wacht. We starten de generator om de magnetron te gebruiken en accu’s op te laden van de fototoestellen en videocamera. Buiten steekt er ‘s-avonds een flink windje op. Onze buren hebben een flink kampvuur en staan vrolijk met geweren te zwaaien. Dit is Amerika! Toch effe wennen!…

Zaterdag 30 Augustus 2008

Ook deze dag worden we weer wakker met een strak blauwe lucht, ondanks een flinke wind is het niet koud. We vertrekken weer uit Whittier en nemen de tunnel-opening van 9.00 uur. In de haven van Whittier blijkt deze morgen een gigantisch cruiseschip te liggen. Overal staan touringcar-bussen die volgeladen worden met passagiers. Bij de tunnel krijgen deze bussen alle voorrang om als eerste door de tunnel te gaan. Wij moeten rustig wachten. Aan de andere kant van de tunnel blijkt het een drukte van belang: allemaal pick-ups met boottrailers.
Dit is het weekend van Labor Day en iedereen gaat er op uit. Ze hebben een lang weekend en het is een soort afsluiting van de zomer. We kunnen het op de weg goed merken, het is gewoon druk.

Onze eerste stop is de Alaska Wildlife Conservation Center in Portage. Hier worden gewonde en dieren die wees geworden zijn opgevangen en gefokt. Je mag er met de auto doorheen rijden en steeds uitstappen of je auto op de parkeerplaats zetten en rondlopen. Wij kiezen voor het laatste, het park is namelijk helemaal niet zo groot. De elanden slapen deze morgen nog en lijken niet van plan op te staan. We zien wel activiteiten bij de muskusossen, bruine beren en bizons. In het park hebben ze 2 groepen bizons: De Wood Bizon en de Plains Bizon. Machtige dieren om te zien. Verder zijn er herten, kariboe’s, zwarte beren, een vos en een bald eagle te zien. Helaas is het wel erg druk in het park. De touringcarbussen van het cruiseschip lijken dit ook juist vandaag te willen bezoeken.

Tijd om verder te gaan. We tanken en dumpen bij het benzinestation in Girdwood. In het dorpje vinden we een Mercantile waar we wat inkopen kunnen doen. Net na de middag besluiten we alvast een plaats op de camping te zoeken omdat de campings nu snel vollopen. We vinden een mooi plekje op de camping van Bird Creek. Reinier gaat vissen bij Bird Creek wat nog niet mee blijkt te vallen. Het tij is erg laag en bij de rivier is het een echte modderpoel. Waar lieslaarzen al niet handig voor zijn. Om half 6 is hij terug met wederom een pink salmon. We eten dus maar weer zalm deze avond. We lopen buiten met korte mouwen wie had dat gedacht in Alaska. We douchen deze keer in de camper omdat er op de camping alleen maar dry-toilets zijn.

Zondag 31 Augustus 2008

Een dag om eens heerlijk uit te slapen. We betalen de camping voor nog een nachtje en rijden dan naar Girdwood om onze watertank te vullen, gezien deze weer leeg is na een douche. We gooien maar weer eens voor $100 benzine in de camper. Uit de automaat bij het benzinestation halen we een beker cappuccino. Deze blijkt echter niet zo te smaken als we verwachten. Het blijkt een soort mierzoete chocolademelk te zijn. Als we bij de kassa vragen of we toch niet iets verkeerd gekregen hebben blijkt dit niet zo te zijn. We worden gewoon misselijk van dit goedje dus verdwijnt het al snel in de afvalbak. Bij de bakkerij halen we echte koffie met 2 koeken die we meekrijgen in een “hamburger” doosje.

Rond het middaguur zijn we weer terug op de camping. Het is inmiddels gaan regenen. Dit is de eerste keer dat we echt overdag regen hebben en het zal die dag ook niet meer stoppen met regenen. Reinier wil toch gaan vissen dus dan maar in de regen. Tijdens het vissen spreekt hij veel mensen die uit Anchorage hier komen vissen. Zij vertellen hem dat het door de dure brandstofprijzen bijna onbetaalbaar wordt om nog in de wildernis te wonen. Voor alles wat ze hebben, is brandstof nodig: 4Wheel-drives, vliegtuigjes, kachels, boten e.d. In de stad zie je dat mensen soms ook een klein wagentje erbij nemen.

‘s-Avonds bakken we pannenkoeken op z’n Amerikaans. We hebben geen schaal en garde, maar met pan en lepel lukt het ook aardig. Hierdoor hebben we deze keer wel een flinke afwas. ‘s-Avonds trekt Reinier er wederom met zijn hengel op uit in de regen. Na 1,5 uur komt hij geheel doorweekt terug, zonder vis. Zijn lieslaarzen had hij ook volgeschept met water. Het tij kwam flink omhoog en de moddervelden waren nu bijna helemaal verdwenen. Met de blower en de verwarming aan proberen we het een en ander droog te krijgen.

Maandag 1 September 2008: Labor Day

Na een dag en nacht regen is de camping een complete modderpoel geworden. We verlaten Bird Creek om verder noordwaarts te reizen. We rijden richting Anchorage en al snel laten we de grijze, grauwe luchten achter ons. De Turnagain Arm heeft nu hoogwater en alle moddervelden zijn verdwenen. Bij alle wegwerkzaamheden die we passeren is niemand te zien. We kunnen zo snel door Anchorage heen. We nemen de Glenn Highway richting Palmer. We stoppen nog even bij het plaatsje Eklutna, waar we bij een houten kerkje kijken en een begraafplaats met beschilderde houten grafhuisjes. De huisjes waar een hekje om heen staat zijn van een Chief, oftewel opperhoofd. Sommige grafhuisjes zien er nog heel mooi uit, maar anderen zijn helemaal vervallen en overwoekerd met struiken.

Na een bak koffie nemen we de Old Glenn Highway naar Palmer. Niet echt een mooie route, vooral veel oude troep langs de weg, wat kunnen ze hier een zootje ergens van maken. In Palmer komen we uit bij de Fred Meyer, die deze dag toch open blijkt te zijn. We doen dus nog maar wat inkopen en vragen aan de caissière waar de State Fair ergens is. Volgens haar is het ongeveer 0,5 mile lopen en moet je daar betalen voor parkeren. We besluiten dan de camper op de P-plaats bij de supermarkt te laten staan en het stukje te lopen. Het stukje blijkt echter een aardig stuk lopen. We lopen over een soort vluchtstrook van de Glenn Highway. Helaas vergeten we zowel fototoestel als videocamera dus hebben we van de hele State Fair niets vast kunnen leggen.

De State Fair blijkt een hele happening en een echt dagje uit op Labor Day, de afsluitingsdag. Er zijn echt heel veel mensen op de been. We betalen $10 entree en kunnen dan overal in. Het is een mengeling van een keuring van livestock (dieren), groente’s, standjes, muziek, kermis, eettentjes en shows. Je kan campers kopen, maar ook snowmobiles en hottubs. Bij de ingang zien we gelijk al een prachtige houten beer die gemaakt is met een kettingzaag. De man die ze gemaakt heeft staat op het punt om weg te gaan en we mogen een beer voor $20 meenemen i.p.v. $40. Daar hoeven we niet lang over na te denken. We lopen wel de gehele dag met een houten beer op onze arm. Dit levert ons heel veel reactie’s op van mensen. Iedereen vraagt ons waar we die gekocht hebben en iedereen vind de beer blijkbaar erg leuk.

Om 15 uur zitten we op de tribune bij een Lumberjack show. Er zijn 3 deelnemers aan deze houthakkersshow. Iedere tribune moet voor 1 van de deelnemers joelen en klappen. Er wordt alvast geoefend met de “houthakkers-kreet”. Er moet hout gehakt worden met bijl en kettingzaag, boomstammen moeten verplaatst worden en er wordt ook in palen geklommen. Het is een hele show en leuk om mee te maken. Het zonnetje schijnt deze dag ook weer volop. Met een maagje vol en nog allerlei leuke dingen aanvaarden we de wandeling weer terug naar de camper. Onderweg worden er nog raampjes opengedraaid en krijgen we nogmaals complimenten over onze beer. Dit zou je in Nederland toch nooit mee maken, die spontaniteit. Bij de benzinepomp vullen we voor het eerst onze propaantank bij voor $21.

Tijd om op zoek te gaan naar een camping voor de nacht. In de Milepost zoeken we een camping met wasserette. We komen terecht bij Ice Worm RV Park, een niet echt gezellige camping, niet goedkoop maar wel met wasmachines en drogers. We zoeken snel onze was uit en stoppen het snel in de wasmachine die nog leeg is. We doen gelijk maar eens even een bezem door de camper heen, geen overbodige luxe. Als de eerste was klaar is, zijn alle drogers nog in gebruik. Zodra 1 van de drogers gereed is, stoppen we de droge was van iemand snel in 1 van de wasmanden en stoppen we onze natte was erin. Uiteindelijk zijn we tot middernacht bezig, maar dan kunnen we de laatste 2 weken ook weer doorkomen met schone kleding.

Ga naar het reisverslag van week 3

Dinsdag 2 September 2008

We starten de dag met een warme douche op de camping en na alle tanks weer geleegd en gevuld te hebben zijn we gereed voor vertrek. Onze eerste bezoek deze dag is het postkantoor van Willow. Hiervandaan gaat er vast een pakketje naar Nederland met spullen om messen te maken. Daarna gaan we bij Nancy Lake State R.A. kijken om een kano te huren. De weg erheen is zeer rustig en geheel geasfalteerd. Aangekomen bij South Rolly Lake blijkt de camping en kano-verhuur aldaar al gesloten. Het seizoen is afgelopen, ook bij Nancy Lake blijkt geen activiteit meer te zijn. We besluiten maar naar Willow terug te rijden en in de bibliotheek even naar het thuisfront te mailen. Er blijken heel veel mensen uit de buurt in de bibliotheek te komen internetten, vooral ouderen. Het is een heel sociaal gebeuren. We bedanken na 40 minuten de mensen van de bibliotheek voor het gratis internetten en rijden verder noordwaarts.

Reinier wil graag nog een keer vissen dus stoppen we bij de camping Montana Creek. We horden hier zeer hartelijk ontvangen. De man blijkt een Nederlander te zijn die 40 jaar geleden al vertrokken is uit Nederland. Hij heeft altijd gevaren bij de Holland Amerika Lijn en is met pensioen. In de maanden mei t/m september runt hij samen met zijn vrouw deze camping. Ze zijn druk aan het inpakken omdat het seizoen om z’n eind loopt. Einde van de week vertrekken ze terug naar Big Lake waar ze wonen. We zijn de enige gasten van de camping.

We besluiten ‘s-middags naar Talkeetna te rijden. Het is een oud mijnwerkersstadje wat behoorlijk toeristisch blijkt. We kijken even rond en lopen langs de rivier. Je kan vanuit dit dorp vooral vliegtochtjes regelen naar de Mount Mc. Kinley, de hoogste berg welke ligt in het Denali N.P. Het is behoorlijk aan de prijs. We worden niet echt “gepakt” door dit dorpje en al snel besluiten we weer terug te keren naar de camping. De herfstkleuren worden wel steeds uitbundiger wat prachtige plaatjes oplevert.

Reinier gaat wederom vissen terwijl Leontine erbij gaat zitten op een boomstronk met het dagboek, omringd met dode vissen. Het is hier zeer stil en eenzaam en je verwacht dat er ieder moment een beer uit de struiken komt. Dit blijkt deze keer niet het geval. We komen weer even bij de camper om te eten, en daarna wordt er nog een paar uur gevist. Helaas zonder resultaat.

Woensdag 3 September 2008

Wederom regent het een gehele nacht, maar een droge ochtend. We nemen afscheid van de beheerders en krijgen voor 25 cent nog het 1 en ander mee, omdat ze toch gaan sluiten. We worden uitgezwaaid als we op weg gaan naar Denali N.P. We hebben nog zo’n 120 mile voor de boeg. We stoppen nog een keer voor een benzinestop en een uitzichtpunt. Gaandeweg onze rit veranderd het landschap in steeds meer kleuren. Een prachtig kleurenspel wat steeds uitbundiger wordt. Als we stijgen worden de boompjes steeds kleiner en dunner bezaaid. Het is zo weids en uitgestrekt dat je het onmogelijk op een foto kan krijgen. Dorpjes zijn hier bijna niet. Af en toe zie je ergens een brievenbus staan, zodat je weet dat daar iemand woont. Op de winderige Broadpass lunchen we in de camper met een prachtig uitzicht van rode struiken, enkele dennenboompjes en donkere wolkenpartijen.

Halverwege de middag arriveren we bij het Denali N.P. We rijden meteen door naar de Wilderness Access Center. Hier betalen we de Park Entree en boeken we een plaatsje op de shuttle bus voor de volgende dag en 2 nachten op de camping Riley Creek. We zoeken een plekje uit om de flinke campground aan de Wolf Loop en hangen daar onze naam op het paaltje. We rijden gelijk verder het park in. De eerste 15 mile van de Park Road mag je met eigen vervoer rijden. Dit is met name het domein van de elanden. Aangezien we die nog steeds niet gezien hebben, hopen we die deze dag dan eindelijk te mogen aanschouwen. Het uitzicht op dit prachtige landschap is fantastisch. Elanden spotten tussen de bomen en struiken blijkt nog niet mee te vallen. We hebben geluk als een eland een droge rivierbedding oversteekt. Niet echt dichtbij maar goed te zien. Hij verdwijnt daarna weer snel in het struikgewas.

We rijden de weg uit tot Mile 15, zonder nog meer elanden of dieren te zien. Op de parkeerplaats parkeren we onze camper. We lopen de Savage River Trail, in totaal 3 mile. We zien alleen een eekhoorn, geen ander wildlife. Op de terugweg zien we wederom een eland helemaal tussen de bomen verstopt. Wanneer er ergens iets te zien is, ontstaat er meteen een hele opstopping. Om half 7 zijn we terug bij de camping, tijd om wat te eten te maken. Wederom eten we zalm, deze keer met wilde rijst en groente. We pakken de rugzakken voor onze bustocht van morgen.

Donderdag 4 September 2008

‘s-Morgens wandelen we naar het Wilderness Access Center, vanwaar de shuttlebus om 8 uur zal vertrekken naar Eielson Visitor Center bij Mile 66. Wederom hebben we een blauwe lucht met wat wolkjes en de zon. Op een gegeven moment moeten we netjes in de rij gaan staan om op de bus te wachten. Je kan meteen zien welke mensen precies weten waar ze moesten gaan staan. Wij sluiten maar gewoon aan en komen uiteindelijk bijna helemaal achterin de bus terecht. Als iedereen zit krijgen we uitleg van onze chauffeur Monty. Dit blijkt een zeer enthousiaste en grappige man die ons veel te vertellen heeft. Hij vertelt ons dat we niet uit de raampjes mogen hangen, maar dat we vooral stop moeten roepen als we wildlife zien.

We zien deze dag wederom elanden, prachtig in het rode struikgewas omgeven door gele en groene boompjes. We stoppen onderweg echt overal voor. Zodra iemand maar iets ziet, wordt er gestopt. We zien nog meer elanden, maar ook grizzlyberen. Ze zijn niet dichtbij maar wel goed te onderscheiden. We stoppen ook bij de nationale vogel: de Willow Ptarmigan, een soort hoen. Ze zijn in de zomer bruin van kleur, maar veranderen nu langzaam in hun witte wintervacht. Hierbij krijgen de poten allemaal veertjes om makkelijker over de sneeuw te lopen. Het zijn leuke beestjes, die grappige geluidjes maken. We genieten verder van de prachtige uitzichten op de Mount Mc.Kinley die vandaag uit de wolken is, hetgeen zeer uitzonderlijk blijkt. De berg zelf blijkt zijn eigen klimaat te hebben en het moet een barre zomer daar boven zijn geweest. Dit jaar zijn er al 4 mensen op de berg omgekomen, die ze nog niet hebben kunnen bergen door het slechte weer.

Na ruim 4 uur hobbelen over de gravelweg, langs diepe afgronden en prachtige vergezichten komen we aan bij Eielson Visitor Center, onze eindbestemming. Dit center is 2 weken geleden officieel heropend. Het is geheel opnieuw opgebouwd en er is veel rekening gehouden met de natuur. De Mount Mc. Kinley is helaas weer achter de wolken verscholen, maar de rest van het uitzicht is fantastisch. We lopen een stukje van de Alpine Trail om blue-berries te plukken. Een uurtje later nemen we weer een andere shuttlebus naar Toklat. Deze blijkt helemaal vol te zitten met Nederlanders, maar met een chauffeur die niets zegt. We hebben het op de weg naar Eielson dus maar getroffen met onze chauffeur.

In Toklat lopen we nog even rond en nemen dan nog een andere shuttlebus om ons vervolgens weer af te laten zetten bij Polychrome Mountains. We lopen hier een stuk tussen struikjes en boompjes en zien nog hoenders lopen. We besluiten verder gewoon langs de weg verder te lopen. Zo kunnen we weer in de volgende shuttlebus stappen terug naar de ingang. We lopen en lopen en lopen, met prachtige uitzichten, maar geen bus te bekennen. Er komen wel bussen het park in, maar geen bus gaat het park uit. Na 2 uur lopen zien we eindelijk een groene bus aankomen. Deze bus is echter vol en we mogen niet mee. Er wordt ons gezegd dat de volgende bus niet lang op zich zal laten wachten. Inmiddels ontmoeten we nog 3 mensen die hier ook lopen en hoopten op een bus. Het is een man, die hier in het park op de tourbussen rijdt, maar deze dag een vrije dag heeft en met zijn zoon en vrouw het park in getrokken was. We lopen nog een tijdje samen op en eindelijk komt er dan een bus. Het blijkt een camperbus, die gelukkig nog 5 plaatsjes over heeft.

Iedereen zit in deze bus een beetje te dutten en er wordt onderweg echt nergens voor gestopt. We raken aan de praat met Steve (uit Australiė) en Arne (uit Duitsland) en zo vliegt de tijd. Na Savage River stuiten we op 3 elanden die vlak naast en op de weg staan. De chauffeur moet nu wel stoppen omdat er een hele opstopping is ontstaan. Er zijn mensen die de meest gevaarlijke capriolen uithalen om de beesten op de foto te krijgen. Wij maken gewoon een foto uit het raampje van de bus. Uiteindelijk zijn we om 20.00 uur weer bij het Wilderness Access Center. We krijgen een lift van de 2 heren en nodigen ze uit voor een maaltje pannenkoeken eten. Dit slaan ze niet af en zo zitten we ‘s-avonds met z’n vieren aan de blue-berrie pannenkoeken en Alaskaans bier. Het is een gezellige avond.

Vrijdag 5 September 2008

Herfst kleurenpracht

Deze dag maken we vanaf het Visitor Center een wandeling in het park. We lopen de Rock Creek Trail die ons hoog door het bos voert met prachtige uitzichten. Het wildlife bestaat hier uit vogeltjes en eekhoorntjes die ons bekogelen met dennenappels. Het weer is wederom prachtig. We picknicken onderweg met onze meegebrachte boterhammen. Aan het eind van de trail lopen we door naar de Sleddog-kennel van het park.

Het is half 2 en erg rustig. Alle honden liggen lekker te dutten. Er zijn 3 pups van de maand mei: echte pubers met grote lange poten en erg onhandig. We kunnen op ons gemak rondkijken. Als de busladingen aankomen voor de demonstratie van 14.00 uur vertrekken wij weer. De laatste 1,5 mile lopen we ook nog maar naar de parkeerplaats omdat er over een half uur pas weer een shuttlebus komt. In totaal 7 mile gewandeld deze dag. Bij het Visitor Center genieten we nog van een overheerlijk ijsje en verlaten daarna het Denali N.P. We stoppen nog even in het plaatsje Healy voor wat goedkope souvenirs en rijden dan door bos, bos en nog eens bos. Er zijn hier geen dorpjes meer, alleen maar wildernis. Onderweg zien we prachtige regenbogen, maar op een enkel spatje na houden wij het droog. Einde van de middag arriveren we in Nenana, een stadje 50 mile ten zuiden van Fairbanks. De enige hoofdstraat is geasfalteerd, de rest is gravel. Dit stadje doet ons denken aan ons bezoek aan Hyder, tijdens onze reis in Canada. Er staan verlaten huizen, half ingestorte huizen of onafgewerkte huizen.

Op de Nenana Campground worden we zeer hartelijk ontvangen door een echtpaar uit Florida. Dit is hun eerste jaar als camphost op deze camping in Alaska. De laatste 2 jaar was de camping gesloten geweest. Ze hadden dit jaar meteen de vuurdoop gehad: een overstroming van de Tanana River. Het was 41 jaar geleden voor het laatst gebeurd. Hierdoor heeft aan het begin van augustus bijna 2 weken de camping onder water gestaan. Ze hebben 10 dagen gebivakkeerd in de ontvangstruimte en gingen met laarzen aan naar het toiletgebouw. Wij betalen $15 voor een dry-site en mogen dan gratis gebruik maken van de warme douches en toiletten. De man heeft al een barbecue aangestoken en daar kunnen wij ook gelijk gebruik van maken.

We krijgen hier voor het eerst met muggen te maken, daarom eten we deze keer maar binnen. Na het eten nemen we eerst maar eens een warme douche. Het toiletgebouw ziet er echt zeer schoon en netjes uit en je hebt geen klok op de douche. Er liggen zelfs speciale handdoeken die je op de grond kan leggen om op te gaan staan na het douchen. Wat een luxe voor weinig geld.

Na de douche verkennen we dit aparte stadje wat voor het merendeel Natives als bewoners heeft. Deze Natives (indianen of Inuit) krijgen een toelage van de regering en werken over het algemeen niet. Ze hebben alle rechten om op alle dieren te jagen. Er is weinig leven te bekennen, alleen de bar blijkt vol te zitten. Het is duidelijk dat een huis hier niet veel betekent voor mensen. Alle huizen liggen er maar vervallen bij. Nenana betekent letterlijk “Een plaats tussen 2 rivieren”. Dit betreft dan de Tanana en Nenana rivier. Op de Tanana rivier ligt een flinke duwboot. We raken aan de praat met 1 van de jongens die op deze duwboot werkt. De duwboot vaart via deze rivier naar de machtige Yukon River en dan naar de Beringzee. In de winter worden alle schepen uit het water gehaald omdat de rivier dan geheel bevriest.

Het stadje Nenana is vooral bekend om de Nenana Ice Classic. Als sinds 1917 kan je hier wedden wanneer het ijs breekt in de rivier. Meestal gebeurt dit eind april/begin mei. Wie het goed raadt en dit betekent juiste dag en tijd wint de Jackpot. Dit jaar was het ijs gebroken op 6 mei. Dan realiseer je je pas hoe lang de winter hier duurt in het noorden, en dan zijn we nog niet een echt in het noorden van Alaska. De avond is al vergevorderd en het is inmiddels donker als we terugkomen bij de camper.

Zaterdag 6 September 2008

Wederom begint de dag met prachtig mooi weer. Na het ontbijt nemen we afscheid van de camphosts en rijden we nog even het dorpje in. Dan gaan we echt op weg naar Fairbanks, want de tijd gaat snel. We rijden wederom door alleen maar wildernis. We hebben van de camphost gehoord dat hier nog mensen in de wildernis wonen op plaatsen waar je alleen met boot of vliegtuig kan komen. Deze mensen kennen niet al onze westerse gemakken. In Nenana is een kostschool waar op een bepaalde leeftijd de kinderen vanuit de wildernis naar toe komen.

De weg is hier niet altijd even goed. Doordat de permafrost ontdooid zakken er steeds stukken van de weg weg. Dit betekent rustig rijden anders schud de camper alle kanten op en raak je de controle over de camper kwijt. Er is hier wel beduidend minder verkeer. Als we even ergens op een parkeerplaats staan te genieten van het uitzicht komt er een bus met Japanners. Ze krioelen meteen rond onze camper heen om foto’s te maken. Wij zijn ook opeens een soort bezienswaardigheid. Als iedereen een foto van zichzelf met het landschap heeft kan iedereen weer terug de bus in. Net als we denken dat de rust is weder gekeerd, stopt de volgende buslading. Nu is het weer tijd voor ons op te vertrekken. Al snel daarna rijden we de stad Fairbanks binnen.

We gaan eerst op zoek naar de Visitor Center die met kaart en duidelijke borden snel te vinden is. De stad Fairbanks lijkt op het eerste gezicht netter dan Anchorage. We parkeren onze camper op een ondefinieerbaar plaatsje waar nog een auto staat. Bij de Visitor Center informeren we naar de mogelijkheden om te kanoën. Helaas is bijna alles gesloten op Labor Day en zijn we eigenlijk iets te laat. Er wordt echter veel moeite voor ons gedaan om een oplossing te vinden. Uiteindelijk komen we terecht bij Go North. Daar blijkt niemand aanwezig, er hangt een briefje op de deur: Water halen om 15.00 uur terug.

We besluiten naar de Fred Meyer te gaan om te kijken of we ons kapotte koffiepotje kunnen omruilen. die we in Anchorage hebben gekocht. Bij de klantenservice doen ze niet moeilijk en we mogen meteen een nieuw koffiepotje uitzoeken. Hier zijn we erg blij mee, weer nogmaals 7 dollar uitgeven uitgespaard. Terug bij Go North is het kantoor inmiddels weer bemand. Een kano kunnen we wel huren maar ze kunnen niet voor transport zorgen omdat er een auto kapot is. Wederom wordt er weer flink met ons mee gedacht en krijgen we uiteindelijk een opblaasbare kano mee zodat we de volgende dag op de Chena Lake kunnen kanoën. We hoeven de kano dan pas maandag weer terug te brengen en maar te betalen voor 1 dag.

Aangezien het prachtig weer is besluiten we nog maar 2 fietsen te huren om de stad te verkennen. We fietsen eerst naar de Great Alaskan Bowl Company. Hier worden allerlei houten schalen en andere houten dingen gemaakt, we hebben dit een keer op TV gezien. We merken meteen dat fietsen hier niet echt normaal is. Ten eerste komen we deze middag geen enkele andere fietser tegen en zijn we een soort bezienswaardigheid. Er zijn wel fietspaden, maar deze vertonen flinke scheuren of gaten of er staan verkeersborden midden op het pad. Stoepjes zijn ze ook vaak vergeten, dus vaak stort je opeens een stuk naar beneden. Oversteken moeten we doen bij een voetgangersoversteekplaats. Eigenlijk is het fietspad het trottoir of anders rij je gewoon op de vluchtstrook. We begrijpen er eigenlijk niets van dat niet meer mensen hier fietsen. Het is een kleine, overzichtelijke stad die prima op de fiets is te doorkruisen.

We zoeken op een camping alvast een plekje uit en hangen onze naam op bij het uitgezochte plekje. We gaan op zoek naar een pad wat langs de rivier zou moeten lopen. We komen terecht op een soort gravelpad, daarna op een grasveld en dan loopt het dood in de bosjes. Uiteindelijk belanden we in een woonwijk met brede straten. Hier blijken prachtige, nette huizen te staan met mooie tuintjes. Dit bestaat dus ook in Alaska. De kinderen spelen hier gewoon op straat, het is hier dan ook zeer rustig op straat. We dwalen een tijdje rond en komen dan terecht bij Pioneer Park. Dit blijkt al gesloten voor het seizoen, maar er zijn nog enkele winkeltjes open. Reinier koopt een lang gezocht mes in de uitverkoop voor $75 i.p.v. $300. We rijden daarna weer terug naar Go North op de opblaasbare kano op te blazen om te kijken of hij niet lek is. Dan laten we de kano een paar uur liggen en als alles goed is kunnen we de kano dan ‘s-avonds mee nemen. Na een avondmaaltijd in de camper fietsen we ‘s-avonds ook nog een rondje door Fairbanks. Op een soort industrieterrein tussen allerlei autowinkels en grote winkelketens vinden we een ijswinkel. Hier eten we een heerlijk ijsje. In het centrum blijken wat dronken en dubieuze types rond te hangen. Hier blijven we dus maar niet te lang. Om 20.30 uur zijn we terug bij Go North. We laten de kano weer leeglopen en laden alles in de camper. We rijden naar de camping, waar we ons plekje al gereserveerd hadden.

Zondag 7 September 2008

Om 9.15 uur staan we weer naast ons bed klaar voor een nieuwe dag. Het miezert een beetje maar de lucht ziet er niet slecht uit. We rijden eerst weer even langs de dump en gaan dan op weg naar Chena Lake, 15 mile ten zuiden van de stad. Het recreatiegebied is inmiddels gesloten dus we hoeven niet te betalen. Er staan een aantal campers op de parkeerplaats. Dit blijkt de camperclub uit Fairbanks. Er blijkt ook een Nederlandse vrouw bij te zitten die al 43 jaar weg is uit Nederland en al 30 jaar in Alaska woont. Ze spreekt nog goed Nederlands
en vind het erg leuk om dit even met ons te praten.

Onze camper parkeren we even later op een soort schiereilandje. Het pakketje van de kano wordt uitgeladen en Reinier begint met het oppompen. De beheerder van het gebied komt ook nog even langs, we krijgen permissie om hier te staan en ook te overnachten. Aan de kant zitten veel muggen, maar als we op het water zitten hebben we daar geen last meer van. We blijken al snel veel te warm gekleed en al snel zitten we in korte mouwtjes met zwemvest aan te peddelen. Uiteindelijk hebben we in 3 uur peddelen het hele meer met al zijn uithoeken gezien en besluiten we maar terug te gaan.

We nemen nog een kijkje bij de dam die Fairbanks moet beschermen tegen het water en rijden nog even naar North Pole. Hier is een stuk van de snelweg afgezet voor dragraces. Het loopt echter al op zijn eind als wij hier arriveren. We gaan terug naar Chena Lake. Eerst gaan we maar iets te eten maken. Er komen echter steeds meer muggen. Ook in de camper terwijl we alles dicht gehouden hebben. Ook bevrijden we nog een eekhoorntje wat in de prullenbak is gevallen. De muggenplaag wordt echter alleen maar erger en op een gegeven moment is onze hele camper vergeven van de muggen en is het 1 gezoem. We besluiten maar even een rondje te gaan rijden en alles open te gooien. Een stukje verderop op de officiële campingplekken is het nog steeds vergeven van de muggen. We zijn het zo zat dat we besluiten hier niet te blijven, want zo kunnen we niet slapen. Om half 9 ‘s-avonds rijden we wederom terug naar Fairbanks en overnachten we op de parkeerplaats van Pioneer Park, niet echt romantisch, maar zo goed als zonder muggen.

Maandag 8 September 2008

Na een gebroken nacht, met dank aan de muggen, ontwaken we op de lege parkeerplaats. We gaan op weg voor een dump, een tankbeurt en we brengen de kano terug. Om kwart over 10 zijn we klaar om de stad weer te verlaten. Het landschap wat we doorkruisen is eenzaam, alleen maar bossen en af en toe een meer. Wel stikt het hier van de militaire bases: flinke complexen met grote hekken eromheen. Bij is basis mogen we over een aantal kilometer niet stoppen, niet filmen en niet fotograferen.

We volgen ook nog de Tanana rivier die hier een flinke rivierbedding heeft maar weinig qua volume. Ook hebben we weer uitzicht op de bergen van de Alaska Range. We maken hier ook kennis met de “Pipeline”, die van Proudhoe Bay in het noorden naar Valdez in het zuiden loopt. De pijplijn volgt of kruist onze weg, soms bovengronds soms weer een stuk onder de grond. Veel wildlife zien we niet, alleen af en toe een eekhoorntje die overrent. Dorpjes komen we niet tegen.

We stoppen bij een punt waar de pijplijn met een soort brug een rivier overgaat. Er is hier een parkeerplaats met boothelling. Het staat hier helemaal vol met pick-uptrucks met boottrailers. We komen er snel achter wat al deze mensen hier doen. Het jachtseizoen is sinds kort geopend en iedereen is hier met zijn boot op elandjacht. We spreken een man die net terug is en een dode eland op zijn boot heeft liggen. Er gaat meestal ook een ATV mee zodat ze het doodgeschoten dier ook uit het bos kunnen trekken. Ze zijn vaak dagen onderweg en leven onderweg onder barre omstandigheden. We maken nog even een tussenstop op een plek waar de enige kudde buffels van Alaska te zien zou kunnen zijn. Helaas is er geen buffel te bekennen. De volgende stop is voor een bak koffie bij het winderige Summit Lake, op een koude hoogvlakte. Einde van de middag zien we onze eerste kariboe’s langs de weg. We rijden echter toch iets te snel om te stoppen en zomaar stoppen kan hier ook niet als er nog mensen achter je rijden.

We moeten het dus maar doen met onze herinneringen. Om half 6 stoppen we met rijden en belanden op een vrijwel lege camping: Sourdough Creek voor maar $8. Hier geen muggen en wat een rust. We hebben een heel stuk gereden deze dag maar moeten nog steeds 150 mile naar Valdez. ‘s-Avonds krijgen we een prachtige zonsondergang te zien.

Ga naar het reisverslag van week 4

Dinsdag 9 September 2008

We worden wakker met een grijze, grauwe lucht. Om 9 uur beginnen we aan onze reis verder zuidwaarts. Het is flink bewolkt en af en toe hebben we regen. We rijden door nog meer bossen en komen wederom weinig dorpjes tegen. We zien ook weer geen wild. Langzaam aan veranderen de bomen weer in meer groen dan gekleurd, precies het omgekeerde proces. We stoppen nog bij “The Knifeman”, hetgeen we uit de Milepost gehaald hebben. We komen terecht bij een klein huisje met een vreselijke bende eromheen. Er liggen honderden schuurbanden verspreid om het schuurtje heen. Al snel komt er uit het huisje een mannetje met een flinke baard naar buiten. We mogen binnen komen in zijn huisje. We komen eerst terecht in een soort keukentje, grootmoeders stijl. In de woonkamer staan 2 tafeltjes: 1 met een paar messen en de ander met oorbellen en broches. Eromheen is het echt een vreselijke bende. Het huis hangt helemaal vol met schilderijtjes en jachttrofeeën. Het lijkt wel een soort kluizenaarshutje. We kopen niets en vertrekken weer.

Het weer wordt steeds slechter naarmate we zuidwaarts rijden. Dikke wolkenpartijen, mist en regen. Op een gegeven moment rijden we gewoon in de wolken. We stoppen nog bij de 2 watervallen in de Keystone Canyon, net voor Valdez: de Bridal Veil Falls en Horsetail Falls. Even daarna arriveren we in een nat en in wolken gehuld Valdez. We gaan eerst maar weer eens bij het Visitor Center kijken. We horen hier dat het al de hele zomer dit weer is geweest. En helaas de komende dagen zal het niet beter worden. We vragen ons af hoe je zo’n stralende folder met blauwe luchten kan maken van Valdez als het altijd dit slechte weer is. We kwamen in Valdez om te kajakken, dus we laten ons daarin niet door het weer weerhouden.

We gaan bij de 2 aanbieders kijken die kajaktochten aanbieden. Bij Pangea hangt een briefje dat op woensdag de laatste tocht wordt gedaan van het seizoen maar er is hier niemand te bekennen. Bij Anadyr is nog iets meer activiteit. We kunnen op donderdag mee met een tocht naar de Columbia gletsjer. We besluiten dit maar gewoon te doen. Terwijl we daar alles staan te regenen komen we Jan weer tegen, die we ontmoet hadden tijdens de wandeling van Ptarmigan Creek. Aangezien geen van de campings hier erg enerverend is besluiten we maar op dezelfde camping als hun te gaan staan: Bear Paw RV Park. We mogen $30 per nacht neertellen voor een full-hookup, iets anders is niet mogelijk. Mooie gelegenheid om alle accu’s weer eens op te laden en met dit weer is het ook prettig als je de kachel kan opstoken.

We lopen samen met Jan nog naar het zalm-viewing platform omdat hij hier deze middag een beer gezien heeft. We hopen deze beer natuurlijk ook te zien. In de regen staan we een uur naar zalmen te staren, maar geen beer te zien. We lopen via het pad achter langs het stadje richting ziekenhuis als er opeens verderop het pad een zwarte beer oversteekt. We zijn alle drie toch wat verrast. De beer bekijkt ons eens even en loopt dan weer aan de andere kant de struiken in. We lopen al pratend weer gewoon verder en moeten het alleen nog doen met wat bewegende struikjes. Toch vreemd dat je hier gewoon in de stad een beer tegenkomt. Daar kunnen wij ons niets bij voorstellen: hier is het zeer normaal.Omdat het koud en nat is besluiten we een warme kip bij de supermarkt te halen en die eten we ‘s-avonds met mais en rijst. Heel de avond blijft het regenen. De plassen op de camping worden steeds groter en we zijn inmiddels omgeven door een soort zee van water.

Woensdag 10 September 2008

Na een hele nacht regen, regent het ‘s-morgens nog steeds. We blijven lekker op ons bed liggen, geen plannen voor deze dag. Ons uitzicht bestaat alleen maar uit grijze wolken en regendruppels. We zitten de gehele ochtend bij Jan en Eveline in de camper. We stoken het lekker op en best gezellig zo. ‘s-Middags lopen we met z’n vieren wederom naar het platform maar weer geen beer te zien. We zien wel in de verte op een soort schiereilandje twee beren lopen. Deze kan je echter alleen met een verrekijker aanschouwen.

We lopen nog de Dock Creek Trail en worden wederom gewaarschuwd voor beren. We zien wel sporen in de modder, maar wij zien ze niet. Aan het einde van de middag gaat Reinier nog vissen, maar helaas zonder vis komt hij terug. We eten deze keer geen vis. Onze voorraden beginnen al aardig leeg te raken. Ook hebben we door alle lekkage er weer een lekkage bij. Naast de lekkage in de douche en bij de gootsteen hebben we nu ook een nat matras bij het bovenbed. We zijn blij dat we daar niet hoeven slapen. ‘s-Avonds worden de regenbuien iets minder heftig, maar nat blijft het.

Donderdag 11 September 2008

Vroeg op deze morgen: we gaan kajakken. Het regent alweer en alles is nog steeds grijs en mistig. We zijn ruim op tijd aanwezig bij Anadyr. We gaan met een groep van 10 personen, waarvan 1 groep van 7 fotografen. Er gaan 2 gidsen mee: Emily en Kate. Wij twee vormen een groepje met Sarah, een meisje uit Anchorage. Emily zal onze gids zijn en Kate zal de gids zijn voor de fotografen. We beginnen met het aankleden met regenkleding, skirts en reddingsvesten en moeten droog de techniek oefenen.

Twee watertaxi’s brengen ons met de kajaks naar de Columbia Glacier. We zijn omringd door een grijs landschap, met redelijk woest water. Na zo’n 1.5 uur varen worden we afgezet op een ijzig koude eindmorene van de gletsjer. De kou slaat flink toe en met al die regen wordt het er ook niet beter op. We installeren ons in twee-tallen in de kajaks en gaan op weg. Wij gaan samen met Sarah en Emily het ijs in en zoeken ons een weg tussen de prachtige ijsschotsen. Alle kleuren, blauw, wit, zwart, doorzichtig of juist niet en in alle mogelijk vormen. We kajakken door nauwe gaatjes en soms kunnen we niet verder omdat een ijsschots ons de weg afsluit. Reinier heeft wat moeite met peddelen en sturen tegelijk zodat we even nodig hebben om het ritme te pakken te krijgen. Tot een uur of 1 peddelen we tussen de ijsschotsen. Onze handschoenen zijn inmiddels doorweekt, dus die gaan maar uit en dan maar met blote handen in de neopreen hoesjes.

Voor de lunch maken we een soort overkapping met tentdoek. We horen van Emily dat de andere groep al weer op weg is naar Valdez. Ze vonden het te koud en te nat, niet goed voor de foto-apparatuur. Wij laten ons echter niet wegjagen door deze kou en regen. Wij willen verder. Na boterhammen en een kopje warme chocolademelk peddelen we verder langs de regenwouden en we zien otters in het water spelen. Af en toe steekt er een zeehond nieuwsgierig zijn kopje uit het water om even later weer onder te duiken. Tenslotte bezoeken we nog een waterval met de kajak. Om 4 uur komen we aan bij de watertaxi. We moeten nu vanuit de kajak in de boot klimmen en dan de kajak aan boord hijsen. We gooien snel alle natte kleding uit en duiken in het hokje bij de kapitein. We hebben een ruige terugtocht met nog steeds een mistig en nat landschap. Er is de gehele dag gewoon niets veranderd. Rond half 6 zijn we terug in Valdez.

We keren terug naar de camping en onze eerste stop is de droger van de wasserette. Al het natte goed gooien we in de droger en na zo’n 50 minuten is bijna alles zo goed als droog en zijn wij ook redelijk warm. Gewoon tegen de droger aan gaan staan, dan krijg je het vanzelf warm. We hebben ondertussen flink honger gekregen en kiezen voor een snelle vishap bij The Halibut House. We krijgen frietjes met vis, snel op tafel en goed van smaak. Bij de supermarkt halen we nog een potje Ben& Jerry-ijs als toetje. ‘s-Avonds gaan we buurten bij Jan en Eveline en voor we het weten is het heel laat en tijd om weer in bed te kruipen.

Vrijdag 12 September 2008

Veel zin om ons uit ons bed te rollen hebben we niet als we wederom zien en horen dat het weer regent. Het lijkt nog wel grijzer dan de voorgaande dagen. We snappen nu ook wel waarom al die mensen hier zo gedeprimeerd lijken, wij worden het wel namelijk van dit weer. Tijd om te vertrekken. We tanken onze camper weer even vol met benzine, want wat slurpen die dingen. We rijden nog even naar de andere kant van de baai, daar zit een Fish-Hatchery en daar zouden veel beren moeten zitten. Het blijkt daar echt vreselijk te stinken naar alle rotte vissen en er is niets en niemand te bekennen. We besluiten hier niet te blijven, maar nu echt Valdez te verlaten.

Dan beginnen we aan de lange tocht omhoog: 115 mile terug naar Glenallen. Op de Thompson Pass rijden we wederom helemaal in de wolken. Daarna wordt de bewolking hoger en het stopt met regenen. Er staat een flinke wind en de bomen gaan nu echt hun blaadjes weer verliezen. De lucht wordt steeds luchter en de zon probeert af en toe door de wolken heen te prikken. We maken een stop bij het Wrangell- St. Elias Visitor Center. Helaas hebben we geen tijd meer om dit park ook nog te bezoeken. We lunchen hier in de camper en rijden dan verder. Al snel arriveren we in Glenallen, hier nemen we de afslag richting Palmer. Nu hebben we echt het idee dat het einde van de vakantie nadert. De Glenn Highway blijkt redelijk slecht te zijn. We schudden dus behoorlijk met onze camper. Om 15 uur stoppen we op een gratis camping: Little Nelchina State Recr. Area. We staan op een prachtig plekje bij de rivier en het zonnetje schijnt. Reinier gooit zijn hengeltje uit, terwijl Leontine in het zonnetje het dagboek bijschrijft. We lopen ‘s-avonds nog een stuk omhoog om de omgeving te verkennen, er is hier echter echt helemaal niet, alleen maar bomen. Het is hier erg verlaten allemaal, op de camping staat 1 Pick-up maar daar is niemand bij te bekennen.

Zaterdag 13 September 2008

Om half 3 ‘s-nachts worden we opgeschrikt door een vreselijk lawaai. 1 of andere idioot vind het leuk om op zijn ATV midden in de nacht rondjes te rijden over de camping. We zijn gelijk klaarwakker en het duurt weer even voor we weer in slaap vallen. We zijn er vroeg uit en om 9 uur zijn we alweer onderweg. Alle P-plaatsen onderweg staan vol met trucks, allemaal jagers. Het lijkt ons niet zo verstandig om hier te gaan wandelen. We horen van de man bij de benzinepomp dat je nu bij de weg geen wildlife ziet omdat het jaagseizoen is.

Ja, dat is dan een nadeel van deze tijd. Bij de Eureka lodge zitten alle jagers aan een stevig ontbijt. Je ziet hier ook echt alleen maar mannen. We proberen nog te gaan wandelen vanaf een vrijwel verlaten P-plaats. Dit pad is echter zo kapot gereden door ATV’s dat het een grote modderpoel is geworden. We besluiten maar gewoon verder te rijden tot Palmer en daar te gaan wandelen. Onderweg hebben we nog prachtige uitzichten. Tussen Mile 92 en 97 van de Glenn Highway zijn ze met een gigantisch project bezig om de weg te verleggen. Dit betekent dat we moeten stoppen voor een vrouwtje met een stop-bord en na ongeveer een kwartier wachten achter een pilot-car mogen aanrijden. Vele kilometers moeten we achter deze auto aanrijden en zien ze waar ze allemaal mee bezig zijn.

Terwijl we richting Palmer rijden ziet Leontine op eens een eland bij iemand in de tuin staan. Reinier trapt op de rem en wij rennen snel terug. De eland staat zo stil dat we gaan twijfelen of het wel een echte is. Maar dan beweegt er een oor. We worden duidelijk in de gaten gehouden. De eland baant zijn weg door de tuin en neemt van alle boompjes en bloemen eens een hapje. Toch een raar idee dat je gewoon een eland in de tuin kan hebben lopen. Als er nog meer mensen stoppen, rijden wij even verder een zijweg in voor een stop. Terwijl we daar staan komt op eens de eland uit de tuin, uit de struiken gerend zo langs onze camper de heuvel op. En zo was de eland weer verdwenen.

De wandeling van deze dag wordt uiteindelijk de Matanuska Peak Trail, omdat de Lazy Mountain trail ons afgeraden wordt door locals, i.v.m. gladheid door modder. De Matanuska Trail loopt zeer steil naar boven en al snel zitten we op flinke hoogte. Bij ongeveer 5000 ft genieten we van het uitzicht. Het weer wordt minder, het wordt grijs en grauw. We besluiten weer af te dalen omdat we het eind van de trail toch niet halen aangezien het al het einde van de middag is.

Het wordt uiteindelijk een hele zoektocht naar een camping en uiteindelijk komen we terecht in Eagle River, waar we de volgende dag de trail willen lopen. Eagle River blijkt nog een behoorlijk stadje te zijn. De camping heeft ruime plekken tussen de bomen voor $15 per nacht.

Zondag 14 September 2008

Ons voornemen om vroeg uit ons bed te komen, komt niet uit omdat de regen op onze camper tikt. Na het ontbijt rijden we de 10 mile naar het Eagle River Nature Center. Om 10.15 uur starten we hier met onze wandeling van 6 mile. Eén van de trails is gesloten om de beren in de rivier hun rust te gunnen, wel jammer voor ons. We lopen eerst langs een meer waar bevers te zien moeten zijn, er is echter geen bever te bekennen.

Het pad voert door het herfstbos, soms is het pad steil soms vlak, met veel boomstronken en stenen. Je moet goed kijken waar je loopt. We komen maar weinig mensen tegen. Qua wildlife moeten we het doen met een hoender en eekhoorntjes en enkele vogeltjes. We zien nog wel een pootafdruk van een eland, maar de eland zelf zien we helaas niet. Na 4,5 uur wandelen zijn we weer terug bij de camper. We hebben inmiddels aardig trek gekregen, we bakken maar eens wat pannenkoeken, de mix moet tenslotte ook op. Na een afwasje vertrekken we weer. We nemen nog even een kijkje bij de gigantische Wal-Mart. Het is hier echt goedkoop en je kan er zelfs wapens kopen.

Tijd om een camping te gaan zoeken in Anchorage, voor onze laatste nacht. Erg veel keus is er niet in Anchorage en er zijn ook alleen maar campings aan de noordkant. We besluiten maar voor de goedkoopste te gaan: de stadscamping Centennial. Volgens de Milepost moet deze camping tot begin oktober open zijn. We staan echter voor een gesloten poort, de camping is met Labor Day al gesloten. Dan de volgende maar: Gold Nugget camping. We kunnen de camping vrij gemakkelijk vinden maar we schrikken van de prijs. Voor 1 nacht moeten we hier minimaal $40 betalen. Dit zijn we niet van plan te betalen dus we gaan weer op weg. De volgende van ons lijstje blijkt na enig zoeken niet meer te bestaan. Inmiddels zijn we in het centrum van Anchorage beland. Dan gaan we maar op zoek naar de laatste op ons lijstje: Ship Creek RV Park. We kunnen de straat niet echt gemakkelijk vinden omdat we te maken krijgen met allemaal eenrichtingsverkeer-straatjes. Maar uiteindelijk vinden we op een soort industrieterrein, naast de treinrails, een overvol RV terrein. Echt om te huilen. We hebben echter geen keuze. We nemen een douche op de camping en eten de laatste restjes. We pakken alvast de koffers in en maken alvast het een en ander schoon. Op half 12 ‘s-avonds komt er nog een trein luid toeterend langs gedenderd. Wie heeft nu bedacht om hier een camping te maken??

Maandag 15 September 2008

Om 2 uur ‘s-nachts komt er nog een trein langs, deze keer komt hij zonder toeteren voorbij gedenderd. Daar beginnen ze pas weer mee om half 8. We pakken de laatste dingen in, vegen nog even de vloer aan en zijn om half 9 startklaar voor vertrek. We hebben $16 betaald voor een dry-site, maar wel even “illegaal” gedumpt in de put. Zonder veel last van alle omleiding te hebben, bereiken we zeer voorspoedig de afslag die we moeten hebben. We tanken nog voor $25 benzine en vullen de propaantank. Rond half 10 zijn we bij de camperverhuur. We zijn de enige klanten. Onze camper wordt schoon genoeg bevonden en wij mogen al onze spullen uitladen. Onze camper gaat nu in de winterstalling. We geven onze lekkage’s nog even door zodat ze daar iets aan kunnen doen. We hebben iets meer dan 2000 mile gereden en hadden nog 90 mile over van de ingekochte miles.

We vragen of we onze spullen nog even mogen laten staan en dan naar de Alaska Zoo kunnen gaan aangezien dit ook aan de zuidkant van de stad is. De man achter de balie doet alle moeite om na de vragen of er een bus is die we kunnen nemen. Het blijkt allemaal zeer lastig. Uiteindelijk lijkt hem het beste idee dat we de camper gewoon nog voor een paar uur meekrijgen om naar de Zoo te gaan. Dat vinden wij ook wel een prima oplossing. We krijgen de camper weer terug, die inmiddels al weer helemaal vuil is omdat iedereen gewoon met zijn schoenen naar binnen is gelopen. Hebben we het daarom nu zo goed schoongemaakt?

We rijden de 4-5 mile naar de Alaska Zoo. De entree bedraagt maar $10 p.p., een koopje als je vergelijkt wat je voor een Nederlandse dierentuin moet betalen. Het is niet druk. De meeste dieren in deze dierentuin zijn gewond binnengekomen of zijn wees. Prachtige ijsberen, grizzly-beren, zwarte beren, sneeuwluipaarden en wolven, maar ook grappige Zuid-Amerikaanse Alpaca’s. Het is best fris buiten, maar een prachtige droge dag. Net na 1 uur vertrekken we weer. We kijken nog even rond bij de grote bouwmarkt Home Depot en zijn dan rond 2 uur terug bij de camperverhuur. De bestelde taxi staat snel voor onze neus en voor $20 staan we even later weer voor het Clarion Suites Hotel. In het hotel herschikken we de koffers nog een beetje, maar we vinden dat het dan maar goed moet zijn. We zijn wel bang voor wat overwicht betreffende de koffer, maar nergens kunnen we de koffers wegen. We gaan de stad maar weer in en kijken alleen maar rond want er past echt niets meer in de koffers erbij. Om 17.15 uur gaan we eten en krijgt Reinier eindelijk zijn lang gewenste krab te eten. We sluiten af met een bolletje walnootijs. Een prima maaltijd. De “tip” die al voorgeprint op onze rekening erbij stond, blijken we achteraf ook gewoon betaald te hebben. ‘s-Avonds in het hotel checken we alvast in via internet. Internet is echter niet gratis in het hotel, je moet dit met creditcard betalen.

Dinsdag 16 September 2008

Om kwart voor 6 ‘s-ochtends gaat onze wekker af. De dag van vertrek is begonnen. We eten een stevig ontbijt en proppen de laatste dingen in onze koffers. Om 7 uur komt de shuttlebus voorgereden. Er moet zelfs nog een tweede bus komen om iedereen mee te nemen. Buiten is het nog donker en het regent. Ruim 20 minuten later staan we bij het Ted Stevens International Airport. We moeten de bagage alleen nog even inchecken. En wat we al vermoeden bleek waarheid, 2 van onze koffers hebben een overgewicht. Uit 1 koffer halen we onze houten beer, om deze als handbagage mee te nemen, aan de andere kunnen we niets doen. Eerst zijn de kosten $100, dan met 1 koffer nog $50 en uiteindelijk omdat we voor mei geboekt hadden maar $25. We betalen dit dan maar met onze laatste centen. Dan volgt nog de controle van ons en de handbagage, dus opnieuw in de rij. Het gaat gelukkig vrij vlot en al snel staan we aan de andere kant. We kopen nog een koffie en 2 muffins voor in het vliegtuig. Op een binnenlandse vlucht krijg je namelijk niets te eten.

Aangekomen bij gate 68 blijken we al snel aan boord te kunnen. We zitten bij het raam en naast ons zit een man uit North Carolina, die samen met zijn vader reist. We lezen vooral en 3 kwartier voor geplande tijd landen we in Minneapolis. We krijgen nu geen controle’s meer en ook de koffers hoeven we niet in te klaren. We hebben alle tijd om naar de volgende gate te gaan. Omdat het hier nu 17.30 uur plaatselijke tijd is besluiten we maar even iets te gaan eten. Van onze laatste dollars eten we bij Charly’s een heerlijk broodje met frites. Met
een volle maag nemen we plaats bij gate 64. Alles gaat netjes op tijd en voor we aan boord gaan verdwijnt het groene strookje weer uit ons paspoort: we hebben Amerika officieel verlaten. Exact op tijd verlaten we zonnig Minneapolis. Het wordt daarna al snel donker. Rond 21 uur krijgen we een lauw bakje rijst met kip en wat rauwkost. We zijn blij dat we op het vliegveld goed gegeten hebben. Slapen lukt ons niet, dus kletsen we maar gezellig met onze achterburen, die ook in Alaska zijn geweest.

Woensdag 17 September 2008

De nacht maakt snel weer plaats voor de ochtend en een uur te vroeg (9.55 uur) landen we op Schiphol. We vliegen nog over Scheveningen, waar we het Kurhaus en het strand goed kunnen zien. Op Schiphol is er geen gate voor ons beschikbaar dus worden we met bussen opgehaald. We moeten nog even ons paspoort laten zien. Daarna zijn vrij snel bij de bagagebanden waar onze koffers al ronddraaien. Zonder enige controle staan we even later buiten. We nemen de shuttlebus terug naar het van der Valk hotel, waar onze auto al die tijd gestaan heeft. We besluiten de reis met nog een kopje koffie drinken met onze achterburen uit het vliegtuig, die weer terug naar Brabant gaan. Zonder enige file rijden we weer naar huis.