travelnorth

We vertrokken op vrijdag 5 juni 2009 vanuit Nederland met de ferry van IJmuiden naar Newcastle. We rijden in 1 dag van Newcastle door naar de westkust van Schotland. Vanuit het plaatsje Oban zijn we naar het eiland Barra gevaren. Hier zijn we 4 dagen gebleven. Daarna zijn we verder gegaan naar de eilanden South Uist, North Uist en Benbecula. Hier zijn we in totaal 3 dagen geweest. Daarna zijn we met de ferry naar Harris gevaren. We hebben toen 6 dagen Harris en Lewis verkend. Op zaterdag 20 juni zijn we van Lewis teruggegaan naar het vaste land, Ullapool. Van Ullapool zijn we via het whisky-district teruggereden naar Newcastle. Donderdag 25 juni zijn wij in Newcastle weer op de ferry gestapt naar IJmuiden.

De ferry’s van de Outer Hebriden hebben we gedaan met een Hopscotch-ticket van Caledonian Mac Brayne. Deze ticket kan je gewoon via internet kopen. Wij betaalden £174 voor 4 ferry-overtochten incl. auto en 2 personen. Je kan de tijden vooraf vastleggen of open laten en dan ter plekke kijken welke overtocht je neemt.

Ga naar ons verslag

Vrijdag 5 juni 2009

De reis begint wederom voor ons weer een keer in IJmuiden waar we de ferry naar Newcastle nemen. We hebben een buitenhut op dek 6, klein en lijkt ook zijn beste tijd te hebben gehad. We eten bij het “cafe” een burger. Dit blijkt niet echt een succes wat Reinier breekt met een hap een stuk van zijn kies af. Een goed begin, net een uur uit Nederland en dan dit. We genieten ‘s-avonds nog op het buitendek van het prachtige weer. We zien allerlei boorplatformen aan de horizon en ook een windmolenpark. We hebben een rustige zee en dus niet al te veel geslinger.

Zaterdag 6 juni 2009

Rond half 9 Nederlandse tijd staan we weer naast ons bed. Het ontbijtbuffet dat we deze keer hadden geboekt is vrij uitgebreid. We eten onze buikjes goed vol en om 9 uur Engelse tijd ligt de ferry aan in de bewolkte haven van Newcastle. Uiteindelijk zitten we nog een hele tijd in onze auto op het autodek te wachten tot we van de ferry kunnen rijden. Eindelijk buiten staan we in de rij voor de paspoortcontrole. We mogen uiteindelijk zonder problemen het land in.

Het is weer even wennen dat links rijden, vooral al die rotonde’s die je gelijk allemaal tegenkomt. Allebei goed kijken en dan vinden we onze weg via de A19 en A1 naar de A69. Het weer is wisselend bewolkt, met af en toe een zonnetje of een paar druppels. Het gaat allemaal zeer voorspoedig en via de M74 komen we bij Glasgow. Hier stoppen we nog even voor een bak koffie en al rijdend eten we onze broodjes. We gaan door het centrum van Glasgow waar je ogen voor en achter moet hebben. We zigzaggen van de ene naar de andere baan om ons een weg te banen naar de A82.

We verlaten de stad en zien af en toe een glimp van Loch Lomond. Bij Tarbert nemen we de A83 naar Inverary, de binnendoor-route naar Oban. We stoppen uiteindelijk bij het mooie witte stadje Inverary. We gaan op zoek naar een geldautomaat en een winkel voor wat eten. Op het veld bij het Loch speelt de jeugd op de doedelzakken. Even later voegen zich daar ook nog een aantal trommelaars bij. Ja, we hebben echt gelijk het gevoel weer in Schotland te zijn. Rond 6 uur komen we uiteindelijk aan in Oban. Hier zetten we onze tent wederom op op de Oban camping voor £14. Redelijk droog zetten we onze nieuwe tent op. Als we eten willen gaan koken begin het weer harder te regenen en ook krijgen we bezoek van grote getalen midges. We zijn blij met ons muggennetje als deur van de tent. ‘s-Avonds kijken we rond in Oban, hier geen midges maar wel fris met af en toe een paar regendruppels.

Zondag 7 juni 2009

We worden al vroeg wakker door het zonnetje dat onze tent opwarmt. Toch blijven we nog lekker even liggen. Om 8 uur staan we bij de douches waar niemand te bekennen is. Het is maar een miezerig straaltje maar warm en gratis. We ontbijten met nog wat Hollandse broodjes en eierkoeken. We gooien de tent open zodat deze wat kan drogen, gelukkig geen mug meer te zien. Rond half 11 verlaten we de camping weer en rijden we eerst naar de McCaigs toren die boven Oban uitsteekt. Smalle weggetjes leiden steil omhoog. Hier kunnen we zowaar een keer gratis parkeren.

De overblijfselen van deze toren geven een prachtig uitzicht over Oban en de omgeving. Daarna rijden we naar Galahan, een doodlopende weg aan de andere kant van de stad. Aan het einde van de weg komen we uit bij een P-plaats bij een strandje. We lopen een stuk langs de kust en genieten van de uitzichten. Na onze wandeling gaan we terug naar Oban, waar we onze auto alvast in de rij voor de ferry zetten. We eten nog wat bij een Local SeaFood-tentje in de haven. Verder genieten we gewoon van het zonnetje. We rijden op tijd de ferry op, als 2e auto, dus we staan vooraan. We vertrekken echter een half uur te laat omdat we moeten wachten op treinpassagiers.

Uiteindelijk verlaten we dan toch Oban, op weg naar Barra. We varen een tijdje langs Mull en dan komen Coll en Tiree in zicht en dan alleen maar water. We zitten een lange tijd buiten op het dek, totdat het frisjes wordt. Net voor 9 uur komen we aan in Castlebay. Waar inderdaad een kasteel in de baai ligt. Op de kale rotshellingen liggen allemaal huisjes verspreid. We rijden de ferry af en rijden even later door een verlaten rotslandschap over smalle weggetjes. We rijden naar het schiereiland Vatersay en vinden daar zoals de beschrijving op internet een mooi grasland om onze tent op te zetten. De Village hall ziet er dicht uit maar de wc is open. Meer hebben we niet nodig. We zoeken een mooi plekje op en zetten ons tentje op. We lopen nog over het prachtige witte zandstrand wat net achter de duin ligt achter onze tent. Rond 11 uur duiken we onze slaapzak in met fleece slaapzak, voorbereid op de kou.

Maandag 8 juni 2009 – 14 °C

Na een winderig nachtje waarbij de tent het aardig te verduren heeft gehad, zien we ‘s-ochtend een mooie blauwe lucht met witte wolkjes. We eten onze laatste plakkerige Nederlandse broodjes en eierkoeken. Vandaag hopen we een winkel te vinden waar we brood kunnen kopen. We gaan op weg naar Castlebay, het belangrijkste plaatsje op Barra. In dit kleine plaatsje blijkt toch van alles aanwezig, een Tourist Information, een bank, een postkantoor, een supermarkt, een restaurantje en wat kleinere buurtwinkels. Het gaat er hier allemaal zeer gemoedelijk aan toe. Ook valt ons op dat iedereen elkaar kent en dat er voornamelijk oudere mensen wonen. Bij de supermarkt vinden we verse broodjes en heerlijke amandelcroissants die nog warm zijn. Boven het dorpje staat een prachtige kerk die we ook even bewonderen.

Dan rijden we het eilandje eens rond over de zgn. “ringweg”. Overal in het heuvelachtige rotslandschap zijn leuke kleine huisjes neergeplant. Regelmatig krijgen we witte zandstranden te zien met een azuurblauwe zee. Niet te geloven dat dit Schotland is, alleen aan de temperatuur en de frisse wind te merken als je de auto uitstapt. Aan de andere kant komen we bij het vliegveld wat alleen bij laagtij gebruikt kan worden. Dan is het een groot schelpenstrand. Een bijzonder gebeuren. We rijden nog verder tot Eliogarrey. Ook dit had een prachtige plek geweest om te kamperen, alleen niet zoveel vlakke stukken te vinden voor de tent. We hebben al wel door dat dit een fantastische bestemming is voor de camper.

We wandelen naar de begraafplaats van de St. Barrs Church. Hier staan zowel oude stenen met Keltische kruizen welke overgroeit zijn met mos, als moderne stenen. In de kerk staan replica’s van oude Noorse grafstenen die hier gevonden zijn. De originelen staan in een museum. Er is hier niemand te bekennen en we eten op een bankje onze broodjes en maken wat foto’s van de aparte stenen.

Na onze wandeling rijden we terug naar Castlebay. Bij Barra Power Kiting vragen we of het mogelijk is om te strandzeilen. Dit blijkt lastig omdat het strand van het vliegveld daar voor gebruikt wordt bij laagtij. Echter overdag wordt het gebruikt voor het vliegveld en ‘s-avonds komt het tij weer op. Dus helaas gaat dit niet lukken in de dagen dat we op Barra zijn. ‘s-Middags zorgen we dat we in de haven zijn als de boot waarmee je naar de Zuidelijke eilanden kan dan terugkomt in de haven. Aangezien we geen bereik hebben met onze mobiele telefoon proberen we zo maar een plekje voor morgen te reserveren. Rond 4 uur komt inderdaad het bootje terug in de haven, er staan nog 2 mensen te wachten. Er is nog wat onduidelijkheid of er wel een trip de volgende dag kan doorgaan omdat de schipper les moet geven op school. Uiteindelijk krijgen we te horen dat we de volgende dag om 12.30 uur in de haven moeten staan. We gaan dan naar Mingulay waar we 3 uur aan land gaan en ook papegaaieduikers kunnen zien.

We halen nog wat benodigdheden voor de avondmaaltijd bij de supermarkt. Hier blijkt het aardig spitsuur, echter iedereen wacht zeer rustig zijn beurt af. Op de terugweg naar Vatersay gooit Reinier zijn hengel nog uit, maar helaas zonder resultaat. Rond 6 uur zijn we terug bij de tent waar we een maaltje koken. Het afwassen is wat behelpen zonder keuken maar voor alles is een oplossing. De zon staat ‘s-avonds op onze tent dus wordt het gewoon warm. Het is hier heerlijk rustig met het geluid van de zee op de achtergrond. Gelukkig hier zijn geen muggen te zien. ‘s-Avonds maken we nog een strandwandeling en rond 11 uur duiken we onze slaapzakjes weer in. Het is dan inmiddels wat schemerig. In de wc in de Village Hall is geen licht dus het is wat behelpen met een zaklamp.

Dinsdag 9 juni 2009

Wederom worden gewekt door een brandend zonnetje op de tent. Ook zijn er een heleboel klein vogeltjes die op en rond onze tent fladderen en tjilpen. We maken ons ontbijtje en gaan dan nog wandelen over het schiereiland Vatersay. Omdat we niet zoveel tijd hebben doen we maar een gedeelte van de wandeling die beschreven staat. We zien de overblijfselen van een verlaten dorp en hebben uitzicht over de uitgestrekte machiars waar de bloemen nu volop bloeien. De koeien hebben hier de ruimte en genoeg te eten. Ook op het strand lopen er koeien, toch een raar gezicht. Rond half 12 zijn we terug bij de tent en pakken we de rugzakken voor onze trip. We rijden weer naar Castlebay. We halen nog wat broodjes en drinken een kop koffie bij het enige restaurantje alhier.

Onze boot komt om stipt half 1 aanvaren en in totaal zijn we met 12 mensen. Wij zijn de jongste van het hele stel. We babbelen wat met een ouder echtpaar wat uit de buurt van Londen komt. Al snel varen we uit en komen we eerst langs Vatersay waar onze tent staat. En dan volgen allerlei andere eilandjes: Sandray, Pabbey e.d. allemaal onbewoond. Onderweg zien we dat ze op een aantal eilanden met steile rotsen aan het klimmen zijn. Ook wordt er gekampeerd op de eilanden. We komen ook een groep kayakkers tegen die ook op weg zijn naar Mingulay. We krijgen daar ook de vinnen te zien van 2 basking sharks. Helaas blijft het bij de vinnen. Veel van de eilanden zijn bewoond geweest tot het begin van de 20e eeuw. Mingulay is tot 1912 bewoond geweest toen de laatste familie naar Vatersay verhuisde. Ten zuiden van Mingulay ligt nog het eiland Berneray, ook wel Barra Head genoemd.

Hier staat boven op de kliffen een vuurtoren die in 1980 is geautomatiseerd. We varen langs Mingulay die uit behoorlijk steile rotsen met vele vogels blijkt te bestaan. Overal zien we kittiwakes en guillemots zitten. We kunnen zelfs met de boot tussen de hoge kliffen omdat het vrij rustig weer is. Heel spectaculair. Het doet ons erg denken aan de Faeröer eilanden. We varen rond het eiland en komen uiteindelijk uit aan de andere kant. Dit ziet er heel anders uit.

Een prachtig zandstrand en een verlaten dorpjes in de grasheuvels met een vervallen school, kerk en allerlei huizen. De ruïnes vervallen steeds verder door de invloeden van weer en wind. Het eiland was net als Barra van de McNeil familie. Echter in zware tijden moest de familie het eiland verkopen en is het van verschillende mensen geweest die hun schapen er lieten grazen. Sinds 2001 is het eiland van de National Trust of Scotland. We worden door het bijbootje afgezet op de rotsen en mogen ons zelf gaan vermaken op het eiland. We zien al zeehondjes in de zee en boven ons vliegen er allemaal papegaaieduikertjes rond. We kijken eerst bij de ruïnes van de huizen en de kerk. Overal zien we ook konijnen rondhuppelen.

Daarna klimmen we de heuvels op naar de plek die ons aangewezen is door de schipper. We klauteren tot bijna bovenaan en gaan dan gewoon op een steen zitten. Langzaamaan komen de puffins weer terug naar hun nestjes en komen steeds dichterbij ons. We genieten weer van deze schattige vogeltjes die buitengewoon fotogeniek zijn. Ze blijken ook aardig te kunnen graven als we allerlei grond zien rondvliegen afkomstig uit de holletjes. We blijven hier de hele middag zitten tot we weer terug naar de boot moeten. Alleen het oudere echtpaar is ook omhoog geklommen om de puffins te zien.

De rest van de mensen is gewoon op het strand blijven zitten, wat zonde om dit prachtige schouwspel te missen. Met het bijbootje worden we weer op het strand opgehaald en terug naar de boot gebracht. We zien onderweg nog wat zeehonden en zijn op 19 uur terug in de haven van Castlebay. We betalen £35 voor een excursie van 6 uur, een koopje in onze ogen.

We eten in restaurant Kisimul in de haven van Castlebay. Het is een mix van Italiaans en Indiaans eten, apart op deze plek. We zoeken 2 keer iets uit van de kaart wat niet aanwezig is vandaag. Reinier neemt lam op zijn indiaans die zeer pittig blijkt te zijn. Leontine krijgt spaghetti bolognaise een vage rode drap met weinig smaak. Niet echt een aanrader. Aan onze tafel neemt later nog een echtpaar uit Manchester plaats en hier kletsen we een tijdje mee. Het toetje slaan we maar over. We nemen deze avond maar eens een douche en gaan daarvoor naar het Dunard Hostel. Voor £2 kan je hier douchen, je stopt gewoon geld in het kistje. Rond 9 uur zijn we terug bij de tent en kletsen we nog een tijdje met onze Engelse overburen die hier net zo lang als wij staan. De wind gaat liggen en dat betekent mugjes, maar niet zoveel als in Oban. De lucht is helder.

Woensdag 10 juni 2009 – 14 °C

Wederom de wekservice van een horde kwetterende vogeltjes en een zonnetje die ons de tent uit laat stomen. Om 8 uur staan we weer buiten. Reinier wil vandaag proberen te vissen, daar moeten we echter een stuk voor lopen. Rugzakken inpakken en op weg. We passeren allerlei koeien en lopen langs de kust op zoek naar een goede plek. Terwijl Reinier de hengels uitgooit schrijft Leontine het dagboek bij want daar lopen we een stukje achter. Het vissen is echter niet echt een succes, ondiep en veel zeewier.

Oftewel steeds haakjes kwijt! We eten onze lunch en lopen dan verder. We pakken even later het officiële wandelpad op over Vatersay waar we eerder al een stuk van gelopen hadden. Rond half 2 zijn we terug bij de tent. We gaan nog even naar Castlebay en reserveren een plaatsje op de ferry naar South Uist voor de volgende dag. We doen nog een rondje eiland en kopen bij een vishandel voor £1,50 een flink stuk wijting. Zo eten we ondanks de mislukte vispoging toch nog vis deze avond.

Onderweg stoppen we nog even in de buurt van een zendmast om een SMS naar het thuisfront te sturen. Op de rest van het eiland hebben we al dagen geen bereik met onze mobiele telefoon. We stoppen nog bij een klein winkeltje waar ook zelfgemaakt ijs wordt verkocht. Echter dit vertrouwen we niet helemaal, we vinden wel een leuke keltische ring voor weinig geld. De eigenaresse ziet er ook niet al te fris uit met een vies schort om. Tijd om terug naar de tent te gaan om te koken. Als we een blikje groente open willen maken blijken we de opener te zijn vergeten. De multitool biedt uitkomst. De afwas is weer een nieuwe uitdaging als je wild-kampeert, maar je wordt steeds handiger. De enige ergernis is hier een klein zwart rupsje dat je overal in de tent tegenkomt. Echter als je de rups weg wil halen dan scheidt hij vieze groene smurrie uit. Het is dus de kunst het rupsje weg te krijgen zonder dat hij af gaat geven. Helaas lukt dit meestal niet. ‘s-Avonds spelen we een spelletje Monopoly in de tent. De wind is inmiddels gedraaid en staat precies op de opening.

Donderdag 11 juni 2009

Het is een frisse en grauwe overtocht van 40 minuten. Iets voor 12 uur rijden we van boord op Eriskay. We kijken hier even rond maar besluiten toch verder te rijden. Over een dam komen we op South Uist. Het landschap is veel vlakker dan Barra met vele meertjes. Ook staan hier weer veel vervallen huizen en oude auto’s die als opslagplaats gebruikt worden. We slaan even af naar de belangrijkste plaats alhier: Lochboisdale. Dit blijkt echter niet veel: een Tourist Office, een bank, een kledingwinkel, een gereedschapswinkel en een slager met een soort minisupermarkt. Het ziet er allemaal erg triest en verlaten uit. We neme wat info mee van de Tourist Info en rijden terug naar de hoofdweg. Onderweg gaat onze auto lawaai maken, net of er iets klappert onder de auto. We kunnen het echter niet gelijk vinden. Dan blijkt het een klepje te zijn onder de bumper die los is gelaten. We repareren dit met een mooi touwtje en hopen ergens een garage tegen te komen.

We gaan de hoofdweg weer af naar Bornais, echter daar komen we niet maar bij wat andere dorpjes. We stoppen nog bij een oude begraafplaats: Cladhnagh Michaell. We kijken ook nog bij een staande steen waar we de betekenis niet van weten. Dan rijden we naar Howmore/Tobha Mor waar we kijken bij de ruïnes. Hier is ook een hostel in een traditioneel blackhouse, waarbij je de tent ook op kan zetten in de tuin.

De bewegwijzering is hier niet altijd duidelijk aangezien het Gaelic niet te begrijpen is en veel weggetjes ook niet op de kaart staan. We besluiten onze tent op te zetten op de enige camping alhier in Liniclate. Het is niet veel bijzonders, een hobbelig grasveld en pal op de wind. Met de harde wind valt het niet mee om de tent op te zetten. De man van de camping komt ons gedag zeggen en deelt ons mede dat we eigenlijk ons eerst hadden moeten inschrijven en betalen. Dat doen we dus maar als de tent staat, £14 per nacht. We rijden nog even langs de supermarkt en eten deze avond wederom vis. ‘s-avonds rijden we weg B891 naar de oostkust. De weg loopt dood en er is hier geen “kip” te bekennen. Reinier werpt nog eens zijn hengel uit maar wederom met weinig succes. We zien nog wel een zeehond.

Vrijdag 12 juni 2009

Het is niet te geloven maar wederom worden we door het zonnetje gewekt. De vogeltjes zingen al luid en het waait iets minder hard. We rijden eerst naar de supermarkt voor broodjes en dan langs de garage om een bout en schroef in de bumper te zetten. Ze willen er niets voor hebben. We betalen ze toch maar 5 pond voor de moeite. Dan gaan we zuidwaarts naar Loch Druidibeg, een vogelreservaat. We wandelen hier door de wetlands en zouden, volgens het wandelboekje, uitkomen bij een soort brug en zouden dan via de weg teruglopen. Er zijn echter geen wegwijzers en we struinen door bosjes en moerasachtig grasland, af en toe zak je ver weg in de modder. We dwalen en dwalen en steken watertjes over door over stenen te springen echter op een gegeven moment staan we voor een watertje waar we echt niet overheen kunnen springen. We besluiten maar terug te lopen naar de auto via dezelfde weg. Niet echt een succes en ook niet veel vogels gezien, zeg maar geen.

We rijden de weg verder af naar Loch Sgioport, hier eindigt de weg ook weer. Het is hier aardig druk, er blijkt een otter te zien. Reinier doet hier ook nog een poging vis te vangen maar ook weer voor niets. Dan gaan we maar naar de Salar Smokehouse voor heerlijke gerookte zalm. We stoppen onderweg nog bij een kudde Schotse Hooglanders, de eerste die we zien op de eilanden. Bij Lochcardon maken we nog een stop bij Hebridean Jewelry, prachtige sieraden maar we kopen niets. We drinken hier wel een heerlijke cappuccino met een shortbread.

De volgende bestemming wordt Flodaigh waar we zeehonden zouden kunnen zien. We parkeren de auto aan de rand van de “draai”plaats van de plaatselijke busdienst en lopen volgens ons kaartje naar de bewuste plek. Zoals de tekening bij onze beschrijving komen we halverwege een autowrak tegen met “Seal News” geplakt aan de binnenzijde van de ruiten. We zien dat er al verschillende blaadjes aangeplakt hebben gezeten die allemaal nog in de auto liggen. De deuren zijn allemaal met tape dichtgeplakt en de rest van de auto roest weg en valt uit elkaar. Uiteindelijk komen we bij het uitkijkpunt en inderdaad liggen er allemaal zeehonden op de rotsen en het zeewier te luieren. Je hebt wel een verrekijker nodig om ze goed te bekijken. We zien ook dat schapen zich goed kunnen redden op rotsen met zeewier, want wat kunnen ze er snel overheen rennen.

Dan wordt het weer tijd om richting camping te gaan. We lopen nog naar de bibliotheek die te vinden is in een groot school/sportcomplex vlakbij de camping. Hier kunnen we gratis internetten. ‘s-Avonds eten we een heerlijke maaltijd met gerookte zalm en aardbeien als toetje. De wind blijkt wederom aangetrokken en gedraaid en staat nu precies op de opening.

Na het eten gaan we een strandwandeling maken. We struinen langs de zee op zoek naar otters. Terwijl we lopen zien we een stel aankomen waarbij de man is gekleed in schotse kilt. Het blijkt de monteur van de garage. Hij komt samen met zijn vriendin net van een bruiloft. Ze vragen ons of we een foto van hun kunnen maken. We lopen daarna nog een stuk verder en genieten van de prachtige luchten. Om 10 uur zijn we pas weer terug bij de tent. Na elven willen we onze tanden poetsen maar dan is de eigenaar net alles aan het schoonmaken en hij verwacht duidelijk geen gasten meer.

Zaterdag 13 juni 2009 – 14 °C – North Uist

Het wordt een nacht met stevige regenbuien en een harde wind. Ook ‘s-morgens regent het dus duiken we nog maar even diep in onze slaapzak en zijn we er pas na 9-en uit.We halen weer even brood bij de supermarkt voor het ontbijt. Vandaag staat North Uist op ons programma. We beginnen met een wandeling vanaf de Langass Lodge. We lopen deze wandeling langs een steencirkel genaamd Pobull Fhinn (Finn’s People) en dan over de heuvel Bein Langais met uitzicht over de omgeving. Het is zwaar bewolkt maar het blijft even droog. Aan de andere kant van de heuvel ligt de graftombe van 5-6 duizend jaar geleden genaamd Barpa Langais ofwel ‘Langais Burial Chamber’. Het is gebouwd voor het turf er omheen is gevormd dus een groot gedeelte ligt nu onder de grond. We lopen via de weg terug en kijken nog even bij het turf wat gestoken is aan de overkant van de weg. Dit zie je hier op meerdere plaatsen.

Ook zie je regelmatig tractors met wagens vol turf erachter. We lopen terug naar de lodge waar we om half 1 weer in de auto zitten. De route gaat verder richting Lochmaddy en we drinken koffie bij het Museum & Arts Centre. Ook hier doen we een wandeling naar The Hut of Shadows. We komen hier via een hangbrug. Ook staat er op de heuvel een verlaten huis “Sponish House”, een luguber gezicht met die donkere wolken erbij. Net voor we terug zijn bij de auto begint het te gieten. Even rennen en dan maar een verlate lunch in de auto terwijl de regen op onze auto klettert.

We rijden verder en stoppen nog bij Solas supermarkt en een paar Schotse Hooglanders. Ook zien we nog 2 uilen vliegen. De regen gaat onverminderd door en even later zitten we letterlijk in een hoosbui, we zien niets meer en de weg is 1 grote plas. Even verderop wordt het gelukkig weer droog.

Rond 5 uur zijn we terug bij de tent die wel nat is maar de hoosbui lijkt hier gelukkig niet overgekomen te zijn. We eten rundvlees met aardappels en groente en wederom heerlijke aardbeien als toetje. We rijden deze avond wederom naar de oostkust om nog even te vissen. De zon komt weer wat te voorschijn en ook de wind gaat liggen. Af en toe komt er nog een buitje langs maar dat levert prachtige regenbogen op. Om 12 uur duiken we onze slaapzakken weer in na de eigenaar weer even lastig gevallen te hebben bij zijn schoonmaak.

Zondag 14 juni 2009 – 15 – 17°C

Om kwart over 8 bij de douches waar we niet de enige blijken te zijn. We mogen in de rij voor de enige douche die het doet. Tijd om in te pakken en de tent is redelijk droog. Om kwart voor 10 verlaten we de camping. Het is vrij rustig op de weg dus hoeven we niet veel te stoppen op de ‘Passing Places’.

Rond 11 uur zijn we bij de ferry waar al een paar auto’s staan. We gaan nog een wandeling maken naar de ‘Standing Stone’ op de heuvel en struinen daarna langs de kust. Het zonnetje brandt weer aan een blauwe hemel met prachtige witte wolken. We kletsen nog met een gezin wat hier op een prachtige plek woont. Ze hebben een oud huis gerestaureerd wat echt prachtig is geworden. Ze vertellen dat hier steeds meer jonge mensen wegtrekken van de eilanden omdat er niet genoeg werk is. Ook willen veel jongeren bijv. geen boer meer worden.

Rond kwart over 12 zijn we terug bij de ferry waar inmiddels al een flinke rij staat. We zetten eens even de telefoon aan en we hebben zowaar een keertje bereik. Om stipt 1 uur staan we op de ferry die toch niet helemaal vol is geworden. We nemen plaats op het buitendek. Zoals we al gelezen hadden moet de ferry al zigzaggend naar de overkant om rotsen en ondieptes te ontwijken. Nu begrijpen we ook waarom deze overtocht een uur duurt. We zien zeehonden op de rotsen liggen en jan-van-genten naar beneden duiken, een spectaculair gezicht.

Om 2 uur rijden we aan land op het eiland Harris. We besluiten de route langs de oostkust te nemen. We zien hier meteen een heel ander landschap: heuvelachtig met veel rotsen. We stoppen gelijk bij het eerste dorpje Rodel. Hier kijken we rond bij de prachtige kerk St. Clements Church. Vooral van binnen is deze kerk prachtig.

Daarna vervolgen we onze weg over de smalle weg en kronkelen we ons tussen de rotsen. Echt snel gaat het rijden hier niet. Uiteindelijk komen we bij de enige erkende camping hier op het eiland. Het hek zit dicht met de mededeling ‘No Vacancies’. Wat nu? We rijden maar verder naar Tarbert. Hier is niet al te veel te doen, alles ligt stil op zondag. We vragen aan mensen die langs de weg lopen met een kinderwagen waar we kunnen kamperen. Ze geven ons als tip: Horgabost. Dit ligt aan de westkust en is 15-20 km rijden. We gaan van rotsige heuvels naar prachtige zandstranden.

We vinden inderdaad een camping op een prachtige plek. Het kost maar £5 per nacht en er is van alles. We besluiten in de duinen te gaan staan net boven het strand. Hier mag je niet met de auto komen dus brengen we alle spullen erheen. Al snel staat ons tentje op een fantastische plek met uitzicht op een wit zandstrand, de zee en de “bergen”. We genieten van ons uitzicht.

We zetten ons strandtentje op en bakken pannenkoeken. Op ons picknickkleedje schrijven we en lezen wat. Dan zien we de Engelsen die we op Barra ontmoet hebben op het strand onder ons lopen. Ze komen bij ons zitten en we praten over wat we allemaal gedaan hebben. Langzaam zakt de zon achter de bergen en kleurt de lucht. Omdat de wind gaat liggen komen er weer mugjes. We gaan gewoon in de tent zitten met ons muskietennet dicht en dan kunnen we nog steeds genieten van de prachtige zonsondergang. We horen allerlei schapen blaten die elkaar wel kwijt lijken te zijn, zo’n lawaai maken ze. En zo is deze prachtige dag ook weer aan zijn eind.

Maandag 15 juni 2009

Na een koude nacht worden we wederom door een brandend zonnetje gewekt. Het is niet verkeerd om hier wakker te worden met zo’n fantastisch uitzicht. We ontbijten met overgebleven brood en een gebakken eitje. Op naar Tarbert voor diesel en boodschappen. We praten nog met een oud meubelmaker die zijn schuurdeuren aan het schilderen is. Dan rijden we naar Scalpay. We hobbelen tot aan het einde van de weg vanwaar we de wandeling starten. We beginnen niet helemaal goed en zijn meteen de wegwijzers al kwijt. Niet goed opgelet en gewoon maar een “schapen”paadje gevolgd. Er lopen hier veel schapen dus ook veel schapenstront. Na enig struinen vinden we na enige tijd het paadje terug. Het pad blijkt verder goed te volgen. We lopen helemaal langs de kust heuveltje op en af. Na zo’n 1,5 uur lopen komen we aan bij Eielan Glas Light House. Het alles is verlaten. De vuurtoren zelf ziet er nog goed uit.

We struinen wat langs de verlaten gebouwen en zien het verval. In januari 2005 blijkt er hier een flinke storm te zijn geweest waarbij veel schade is aangericht. Zo is het dak van de oude vuurtoren uit 1787 afgewaaid. Er is echter geen geld voor restauratie. Rond half 2 gaan we terug. We nemen even een stukje andere route met als doel later weer op het pad aan te sluiten. Die vinden we echter niet meer terug en we ploeteren over grote grashopen en moerasachtige zompige grasveldjes. Echter dan herkennen we het stuk waar we eerst verkeerd waren gelopen. We blijken een kortere route te hebben genomen en zijn zo snel terug bij de auto. We eten bij de auto onze boterhammen en zijn gelijk omringd door een aantal kippen die ook wel iets lusten. Ze eten het brood zo ongeveer uit je handen.

We besluiten nog maar even naar Flodabay te rijden om te kijken of de botenbouwer er nu wel is. Bij de werkplaats staan alle deuren open en de radio staat aan maar er is niemand te bekennen Ook bij het huis aan de overkant is alles open maar is ook niemand te bekennen. We wachten een tijdje maar er komt niemand dus geven we de moed maar op. We rijden naar Leverburgh.

Hier stoppen we nog even bij een mini-supermarkt. Alles staat hier uitgestald op houten rekken en er is weinig keus. We besluiten deze avond maar een broodje beefburger te maken met sla. Terug naar Horgabost waar we om 5 uur weer bij de camping aankomen. We gaan lekker voor ons tentje zitten om te genieten van het mooie weer en het uitzicht. We maken nog een strandwandeling en ‘s-avonds maken we ook nog een klein kampvuurtje.

Dinsdag 16 juni 2009 – 15 – 17°C

We worden vroeg gewekt door een flinke wind die ons tentje bovenop de duinen flink op z’n grondvesten laat schudden. Wederom is de wind gedraaid. We kunnen er niet meer van slapen en ook het zonnetje maakt het weer flink warm in de tent. Zo zijn we om 7 uur al buiten. We zien naast het zonnetje ook donkere dreigende wolken. We beginnen alvast maar met dingen naar de auto brengen. Na het ontbijt gaan we alles afbreken wat niet meevalt met die harde wind. Om 9 uur is alles afgebroken en iets voor half 10 zijn we weer op weg. Als we de telefoon aanzetten blijken we een SMS gehad te hebben van de boot die excursie’s doet naar de Shiant Isles. We kunnen om 10 uur nog mee. We besluiten het toch maar niet te doen met niet echt goed weer in het vooruitzicht. We rijden Tarbert voorbij en kijken nog bij een Foto-Gallery. We komen daarbij gewoon in huis omdat er aan het huis een nieuwe Gallery wordt gebouwd.

De volgende bestemming is Huisinis. Het is een doodlopende weg. We passeren eerst een oud Noors walvisstation waar niet veel meer van over is. Er staat nog een schoorsteen en wat vervallen gebouwen. We hobbelen over de smalle weg tussen de schaapjes door en met prachtige uitzichten op de kust. De zon is inmiddels wel achter de wolken verdwenen. Ook de top van de hoogste berg is met wolken omhuld. Op een gegeven moment rijden we door een soort poort. Rechts is een privé-tuin en om de bocht verschijnt er op eens een kasteeltje. Er staan 2 Bentley’s voor de deur. We rijden als ware door de voortuin heen. En verlaten deze tuin ook weer door een prachtige poort. Het kasteel is bewoond en particulier bezit

Aan het einde van de weg: Huisinis met wederom een prachtig strand en ook een plek om gratis wild te kamperen. Het blijkt hier echter heel hard te waaien en dit heeft tot gevolg dat we compleet gezandstraald worden. Reinier helpt nog een stel die aan het proberen is 2 kayaks op hun busje te laden, wat echter niet meevalt met deze wind. We verlaten deze plek maar weer want het is geen pretje om hier te lopen. We rijden dezelfde weg weer terug. Het blijkt tijd om schapen te drijven en we zien de bordercollies overal hun werk doen. Net voor het einde van de weg staan we midden op de smalle weg tegenover een stel met een old-timer. Zij moeten terug omdat hun Passingplace net een 50 meter terug is terwijl die van ons misschien wel 500 meter terug is. De man is echter niet van plan terug te gaan en wij ook niet. Zo staan we daar dan midden op de weg. We blijven gewoon staan totdat hij teruggaat met zijn wagen. Deze keer wordt er niet naar ons gezwaaid terwijl dit normaal wel altijd gedaan wordt als je elkaar laat passeren.We rijden de hoofdweg weer op en gaan nu richting Stornoway. Een ruime twee-baansweg loopt tussen de “bergen” van North-Harris. Toch weer een heel ander landschap dan wat we tot nog toe hebben gezien.

Even daarna rijden we Lewis in. Eigenlijk is Harris en Lewis 1 eiland. Lewis wordt echter weer vlakker maar toch weer heel anders. Er stoppen ergens waar we koffie zouden kunnen drinken maar dit is “closed”. We blijven nog even op de P-plaats staan om op de kaart te kijken waar we heen zullen gaan. Als we weg willen gaan staat het bordje bij de ingang opeens op “Open”. Nou dan toch maar naar binnen voor een bak koffie. We komen in een soort bar terecht. We raken aan de praat met de man achter de bar die een tijd in Nederland heeft gewerkt. Hij heeft gewerkt aan een olieplatform in de Botlek nabij Rozenburg. We betalen £4 voor onze koffie en vervolgen onze weg. We besluiten richting Callanish te rijden.

In Callanish bezoeken we de ‘Standing Stones’. We hebben prachtige wolkenluchten als achtergrond. We maken een aantal foto’s en besluiten wat warms te eten. We kiezen voor baked potatoe’s met haggis en tonijn. De tonijn blijkt echter koud, een vreemde combinatie met een warme aardappel. We rijden verder richting Carloway. We willen eigenlijk op zoek gaan naar een B&B. Bij de eerste waar we stoppen is geen plek meer. We rijden dan toch nog maar verder. In Carloway komen we terecht in de Gearranan Blackhouse Village. Bij de entree hangt een papiertje dat je hier huisjes kan huren voor minimaal 2 nachten. We informeren hiernaar. De juiste persoon die er meer van weet moet ergens uit de tuin “geplukt” worden. We kunnen inderdaad een huisje huren en krijgen een “family house” voor het tarief van een 2-persoons huisje omdat deze niet meer vrij was. We krijgen een prachtige Blackhouse ‘Taigh Glas’ welke voorzien is van alle gemakken. Ook ontmoeten we hier wederom het Engelse stel die hier toevallig ook rond lopen. Ze komen ook even in ons huisje kijken. ‘s-Avonds genieten we van onze bank, toch anders dan op de grond zitten.

Woensdag 17 juni 2009 – 15 – 17°C

We hebben een zeer warme nacht in een warm huis onder een dik dekbed. We slapen allebei niet echt goed. Om half 9 zijn we eruit. Buiten hangt er een grijze dikke bewolking maar het is wel weer droog. Rond half 10 vertrekken we richting Barva. We stoppen nog bij de Whale Bone Arch. Deze is gemaakt van de kaken van een blauwe vinvis die hier in 1920 is aangespoeld. Daarna is de volgende stop Arnol Black House. Hier kunnen we zien hoe ons huisje vroeger was ingedeeld en werd gebruikt. Interessant om te zien. Alles onder 1 dak, het huis en de stal. In het midden van de woonkamer wordt turf gestookt.

Voor de warmte en om op te koken. De turf geeft echter veel rook en een soort bedwelmende lucht waar mensen dan in moesten leven en slapen. In het dorp zien we veel ruïnes van deze black house’s staan. Deze laten ze gewoon staan en vervallen. Al geldt dit ook voor veel andere verlaten huizen die later gebouwd zijn. De huizen zijn hier allemaal grijs en grauw met weinig kleur en om de paar huizen staat er wel een verlaten en vervallen huis zonder ramen of dichtgetimmerd.

We verlaten Arnol en het volgende dorp is Barvas. Hier zou een winkel moeten zijn, echter we kunnen ‘em niet zo snel vinden. Het blijkt uiteindelijk de winkel bij de benzinepomp te zijn. Niet groot maar we vinden hier wel brood en zo hebben we in ieder geval iets te eten deze dag. Dan gaat de rit verder naar Ness. Het uiterste puntje van Lewis wordt genoemd The Butt of Lewis en hier staat een vuurtoren boven op de kliffen. Het waait hier ook weer stevig en de zee beukt op de kliffen. We zien overal vogels rondvliegen, meeuwen maar ook jan-van-genten. We trekken de wandelschoenen aan en lopen een stuk langs te kliffen. We gaan op zoek naar nesten van jan-van-genten maar die kunnen we niet vinden.

We genieten van de uitzichten op de zee die over de rotsen slaat en de wind in onze haren. Het wolkendek trekt langzaam open en er prikken weer zonnestraaltjes doorheen. Reinier gaat zijn hengel nog even uitgooien vanaf de rotsen terwijl Leontine scholeksters op de foto probeert te zetten. Helaas gaan we zonder vangst weer verder. We rijden nog naar het haventje van Ness maar hier is vissen echt onmogelijk door de harde wind. Op de terugweg naar Carloway stoppen nog bij Steinacleit, een steencirkel, maar niet zo indrukwekkend als Callanish.

Onderweg hebben we af en toe een druppel terwijl de zon ook schijnt. Om half 5 zijn we terug in onze Black House. We maken een maaltijd in ons keukentje. ‘s-Avonds achtervolgen we nog een schaap met prachtige horens om deze op de foto te zetten. Echter het schaap heeft niet zo’n zin om te poseren. Als we terugkomen staat er iemand met een roofvogel op zijn arm: een woestijnhavik. Reinier mag de vogel ook even op zijn arm hebben. Het dier fladdert even en zit dan met z’n vleugels wijd op Reinier’s arm. Duidelijk niet helemaal op zijn gemak. We praten een tijdje met de man John genaamd.

Daarna gaan we wederom op weg naar de Callanish Standing Stones. We stoppen eerst nog bij de Carloway Broch, een ronde ruïne waar mensen leefden op verschillende woonlagen. Heel ingenieus voor zoveel eeuwen terug. Er is nu geen kip te bekennen en we zijn de enige hier. We proberen nog een lammetje te vangen wat aan de verkeerde kant van het hek is beland. Echter het lammetje laat zich niet vangen, dus het lukt ons niet om hem weer in de wei van zijn moeder te krijgen. Niets aan te doen. We rijden verder naar Callanish en zien voor ons grote donkere wolkenformaties ontstaan. De zon schuift er al snel achter. Gelukkig komt de zon toch nog af en toe te voorschijn en dan krijgen we prachtige regenbogen te zien. Er zijn nog best veel mensen hier op de avond. We ontmoeten 2 Nederlanders die hier op de Harley zijn. We praten een tijdje en na 10-en vertrekken we weer naar ons huisje. Wij zitten ‘s-avonds weer lekker warm in ons huisje terwijl het buiten regent en de wind door de schoorsteen giert.

Donderdag 18 juni 2009 – 9 – 17°C

Rond half 9 komen we ons bed uitrollen. Deze nacht beter geslapen omdat we alle thermostaten laag hadden gezet. We genieten nog een keer van een warme douche zonder tijdslimiet of wachtende mensen achter je. Na het ontbijt pakken we alles bij elkaar en leveren we de sleutel van ons huisje in. We nemen de binnenlandroute door de turflanderijen naar Stornoway. Het is een smal weggetje maar ook heel rustig. We zien veel plaatsen waar turf gestoken wordt. Vrij snel zijn we in Stornoway, de hoofdstad: rotonde’s, stoplichten en drukte. Dat is weer even wennen na zoveel rust. We stoppen bij een supermarkt die megagroot blijkt te zijn, ze hebben hier echt van alles. Buiten is het zwaar bewolkt en regent het met vlagen. We eten in onze auto ons amandelcroissant en rijden naar het centrum. In de haven vinden we een gratis parkeerplekje. We doen gelijk een koffiestop bij de bakkerij en daarna een internetstop bij de bibliotheek.

We informeren bij de Tourist Office naar leuke campingplaatsen. De weersverwachting is zeer wisselvallig met regelmatig regen voor de komende dagen. Het mooie weer is definitief voorbij. We bezoeken de Hebridean Brewery waar deze dag helaas geen rondleidingen zijn i.v.m. een tekort aan personeel. Jammer want dat was een leuk uitje voor een regenachtige dag. We besluiten maar eens bij de camping te gaan kijken welke ten noorden van Stornoway ligt. Deze hebben we snel gevonden maar we vinden het erg ongezellig en troosteloos. We rijden toch maar verder noordwaarts naar North Tolsta. We passeren nog een verlaten camping waarbij de hekken gesloten zijn. Boven de zee hangen zeer donkere wolken die bijna de kleur van de zee hebben. Uiteindelijk komen we bij het einde van de weg. Er zijn hier 2 P-plaatsen waarvan 1 met een toilet. Deze ligt ook een beetje beschut dus hier zetten we ons tentje dan maar op. Net voor de volgende bui staat ons tentje en hebben w de benodigde spullen binnen. Terwijl de wind toeneemt en de regen op ons tentje klettert maken wij maar een bakje koffie voor onszelf. De bui drijft weer over en de zon prikt weer door de wolken heen. Reinier gaat nog een poging doen om een visje te vangen. Hij komt echter 3 kwartier later terug: helemaal doorweekt en wederom zonder vis. ‘s-Avonds bakken we onze ‘Skippers’: gerookte haring.

‘s-Avonds ordenen we onze auto een beetje en maken we kennis met Andy die in zijn auto kampeert. Ook kletsen we met een Engels stel die hier met hun camper staat. Terwijl we gezellig staan te kletsen komen er 2 busjes vol met jeugd. Ze gaan een barbecue doen op het strand voor ons. Alles wordt naar de duinen gesleept. Wij hebben ‘s-avonds Andy op de koffie wat later overgaat in whisky. Het is best gezellig en om 11 uur duiken we onze slaapzakken weer in. Omdat we geen drinkwater bi het toilet hebben poetsen we onze tanden met water uit een flesje.

Vrijdag 19 juni 2009 – 10 – 12°C

We hebben een slechte nacht met een harde wind en overvloedige regenbuien de hele nacht. We doen er geen oog van dicht en zijn ‘s-morgens dan ook niet echt uitgerust. Op tijd er dan maar uit. We verschillen van mening of we de tent hier laten staan of opbreken. We kiezen toch maar voor opbreken en net voor de volgende stortbui hebben we alles in de auto zitten. We zeggen gedag tegen Andy en rijden weer naar Stornoway. We gaan opnieuw lekker een bakkie doen bij Stag Bakery terwijl het buiten regent. In de Town Hall tegenover de bakkerij is een soort markt met allerlei ‘hand-made’ spullen. We kopen een mooi schilderijtje maar laten alle gebreide mutsen, truitjes en houtwerkjes maar liggen.

We rijden de Eye Peninsula op en kijken bij Holm waar je op makreel zou moeten kunnen vissen. We komen uit bij een monument ter nagedachtenis aan een schip wat net na de 1e Wereld Oorlog gezonken is in het zicht van de haven met vele doden tot gevolg. Een indrukwekkende gebeurtenis in zo’n kleine gemeenschap. Vandaag hebben we een flinke wind dat ons eerst naar het monument had geblazen maar nu moeten we ons terugploeteren tegen de wind in. Met dit weer ook niet echt een geschikte visstek. We rijden maar verder naar de uiterste punt van het schiereiland: Tumpian Head. Er staat ook hier een vuurtoren, die in gebruik is als hondenkennel. Ideale plek want niemand heeft zo last van al het geblaf.

We kunnen amper uit onze auto komen zo hard waait het. Omdat we met dit weer hier niet veel kunnen besluiten we de boottocht naar het vaste land maar om te boeken van maandag naar zaterdag. Dit is geen enkel probleem. We gaan dan deze dag nog Uig aan de westkust bezoeken. Vanuit Stornoway bellen we 2 B&B’s in de buurt van Uig, de een heeft geen plek meer en bij de ander krijgen we geen gehoor. We wagen het er toch maar op. De afstanden zijn hier gelukkig niet al te groot en al snel rijden we in het heuvelachtige landschap van zuidwest Lewis. We nemen een smalle weg naar Gallan Head. Hier ligt een oude RAF raketbasis en hier zou een B&B zijn. Die vinden we niet, maar wel een klein hotelletje. Er zit echter een briefje op de deur dat de eigenaar even weg is en over een uurtje terug is. We wachten dus maar rustig af. De eigenaar is gelukkig toch vrij snel terug en heeft zowaar nog 1 kamer. Die nemen we natuurlijk want wij hebben met dit onstuimige weer in ieder geval een dak boven ons hoofd.

We gaan nog een stukje rijden en rijden de weg helemaal uit tot Mealasta. De zee is door de harde wind aardig ruig en beukt op de kust. De lucht is grauw en grijs en het zicht is slecht. Om 6 uur zijn we terug bij het hotel waar we even een warm bad nemen. Om 10 over 7 vertrekken we naar het Lochcroistean restaurant waar we een buffet hebben geboekt. Dit blijkt een goede keuze want het is heerlijk. Het restaurantje ziet er uit als een soort huiskamer en is erg knus. We krijgen een 3 gangen-diner met steeds verschillende keuze’s. Vooral de bread-and-butterpudding vinden we erg lekker. Om half 11 zitten we helemaal vol en rekenen we £33 af voor deze voortreffelijke maaltijd. Als we buiten komen blijkt de wind te zijn gaan liggen. Om 24 uur duiken we onze bedjes in.

Zaterdag 20 juni 2009

Een rustige nacht in het hotelletje op de kliffen. Om 8 uur staan we naast ons bed en om half 9 zitten we aan onze eigen tafel in het restaurant voor een ontbijtje. We kiezen voor de scrumbled eggs met toast en niet voor het Full Scottisch Breakfast. Het weer ziet er duidelijk beter uit. Het landschap ziet er zo weer een stuk vriendelijker uit. We nemen op weg naar Stornoway nog even de omweg via Balthos en Chip. In Chip blijkt ook nog een prachtige camping te liggen aan een strand. We stoppen nog bij een oude begraafplaats, maar helaas geen mooie oude Keltische stenen.

We rijden nog even naar Callanish om Callanish II en III te bekijken. Ook stenencirkels maar kleiner en minder indrukwekkend. Het zonnetje is helaas weer achter de wolken verschenen. We hebben het vrij snel weer gezien. We halen nog wat brood bij de supermarkt in Stornoway en zetten dan onze auto in de rij van de ferry naar Ullapool. Iets na 2 uur mogen we de ferry Isle of Lewis oprijden. Bij het binnenrijden zien we nog net een paar dolfijnen de haven in zwemmen. We rijden op het bovendek wat omhoog wordt getakeld als het vol is. Zo moeten we nog even wachten met uitstappen tot het dek helemaal goed hangt. Tegen de tijd dat we op het dek staan zwemmen de dolfijnen alweer de haven uit.

Zaterdag 20 juni 2009 – 13°C

We hebben een rustige overtocht en om 17.15 uur rijden we aan land in Ullapool. We zetten onze tent op de grote en drukke camping in het centrum van Ullapool. We moeten weer erg wennen aan al die drukte om ons heen. ‘s-Avonds blijken de boekwinkel en de souvenirshop nog open te zijn. Helaas is er ‘s-avonds nergens iets leuks te doen. We lezen ‘s-avonds maar in ons boek en duiken om 11 uur de slaapzak in.

Zondag 21 juni 2009 – 15 – 18°C

Een kort nachtje. Om 4 uur worden we gewekt door een stel dronken gasten die al zingend over de camping gaan en om 5 uur gaan een aantal gasten voetballen. Om 6 uur rijden allerlei auto’s af en aan en laten de motor gezellig draaien. Om half 7 staat Leontine naast haar bed omdat ze het helemaal zat is. Reinier blijft nog liggen tot 9 uur. We ontbijten met lekkere broodjes en koffie. We betalen
ons campinggeld en pakken alles weer in. We willen hier graag weer weg. We verlaten Ullapool richting Inverness net iets na 10 uur. We komen al snel langs het Woodturning Center waar Reinier 2 jaar geleden allerlei spullen heeft gekocht. Ook nu wordt er weer op de rem getrapt en moet er weer het e.e.a. ingeslagen worden. Het is buiten bewolkt met af en toe een zonnestraal. De volgende stop is de waterval: Rogie Falls. We kiezen weer eens voor een alternatief paadje dat dwars door de bush gaat. We komen er toch wel en het is een mooie waterval alleen het water is niet al te schoon. We kunnen de waterval bekijken vanaf een hangbrug.

De tocht voert ons weer verder. Inverness rijden we voorbij, geen zin in een drukke stad. Onze lunchplek is Fort George aan de Moray Firth. Helaas zijn we niet op het juiste moment om dolfijnen te zien. Het tij staat net naar buiten toe. We rijden verder naar onze eindbestemming van vandaag: Het whisky-district. We prikken op de kaart een camping en dit wordt: Speyside Camping & Caravan Club. Een rustige camping met veel vaste gasten, vooral ouderen. We worden door de eigenaar naar een plekje gebracht waar het niet al te nat is en binnen korte tijd staat ons ’tunneltje’ weer op. Na een bak koffie eerst maar eens een douche nemen. De blijken hier gratis en heerlijk warm te zijn. We eten wederom ‘skippers’ die we nog meegenomen hebben van Stornoway. Het krat met voedsel is zo goed als leeg. Het landschap is hier heuvelachtig met gras- en graanvleden. Het doet ons denken aan Denemarken. Ze hebben hier wel weer mugjes dus het muskietennetje kan weer gebruikt worden. Rond elven duiken we onze slaapzakken weer in. ‘s-Nachts krijgen we enkele druppels regen.

Maandag 22 juni 2009 – 15-18°C regen

Alweer worden we om 4 uur in de ochtend gewekt maar nu door een stel raven. We dutten nog maar een beetje verder en om 8 uur staan we naast de tent. We ontbijten nog met het brood van zaterdag. De tent is nog erg nat dus we proberen ‘em met wat vaatdoeken een beetje droog te krijgen. Het veld is ook lekker drassig. Rond 9 uur zitten we in de auto en om half 10 zijn we bij de Speyside Cooperage. Het P-terrein is nog zo goed als leeg. We betalen £6 en mogen een kijkje gaan nemen in de fabriek. We krijgen eerst een film te zien en de rest kunnen we bekijken vanaf een soort balustrade. Het merendeel van de vaten wordt nu gerepareerd en dus niet meer nieuw gemaakt. De meeste vaten komen uit Spanje of Amerika en zijn gebruikt bij het maken van bourbon en sherry. De mensen die bij de Cooperage worden per vat betaald dus er wordt hard gewerkt. Het is een interne praktijkopleiding van 3 jaar. De vaten worden na reparatie gecontroleerd of ze wel vochtdicht zijn. Zo niet dan gaat het vat terug naar diegene die hem gerepareerd heeft. Echter dit krijg je dan niet betaald dus je kan het beter de eerste keer gelijk goed doen.

Als de vaten weer helemaal goed zijn kunnen ze naar de distillery’s die de vaten uitzoeken die ze willen gebruiken. We drinken in de koffieshop nog een koffie en gaan dan op weg naar de eerste distillery. Dit is Glenfiddich. Hier staan al veel meer auto’s. We melden ons aan voor een gratis rondleiding. Het ziet er hier allemaal zeer netjes uit. De hal bevat een stamboom van de Grant-familie die hier nog steeds werkzaam is. De rondleiding begint wederom met een video. We zien hoe het hele proces in zijn werk gaat en uiteindelijk gaan we in groepjes de distillery in. Wij hebben een mannelijke gids met schotse kilt. Ook in de distillery ziet het er allemaal zeer netjes uit. We lopen langs allerlei vaten waarin de granen gisten en er alcohol ontstaat. Dan wordt het weer gekoeld en gaat het naar de volgende stap. Van de afvalstoffen wordt bijv. veevoeder gemaakt. Er wordt 2 x gedistilleerd en uiteindelijk blijft er iets over dat in de vaten gaat en daar blijft zo lang het nodig is. De soorten distilleerkolommen (vorm, grootte) bepalen de smaak en kleur van de whiskey. Daarna mag er natuurlijk whiskey geproefd worden. Als we weer naar buiten gaan regent het weer.

We gaan in het plaatsje Dufftown even geld pinnen in de stromende regen en vallen even binnen bij de bakker en de supermarkt. We gaan binnendoor naar de volgende distillery van Glenlivet. We slingeren helemaal om de fabriek heen voor we er zijn. We komen nu echt op een soort fabrieksterrein. Er wordt ons een plaatsje gewezen voor de auto en we volgen de pijlen op het wegdek naar de visitor centre. We sluiten ons aan bij de rondleiding van 14.10 uur. We krijgen ong. hetzelfde verhaal te horen maar alleen ziet dit er meer uit als fabriek en is er meer lawaai. In de opslag liggen niet alleen vaten van deze brouwerij maar ook van andere brouwerijen uit de omgeving. Als er bijv. brand uit zou breken in een opslag dan is niet alles verloren. Hoe langer de vaten er liggen hoe meer er verdampt van de alcohol. Na 12 jaar is het alcoholpercentage bijv. nog zo’n 60% en dat mengen ze dan met whiskey uit andere vaten voor een bepaalde smaken. Tevens gaat er dan nog water bij om er whiskey voor in de fles van te maken (ong. 40 Alcohol-%). We hebben weer veel geleerd en een leuke invulling van een regenachtige dag.

Leontine rijdt weer verder zuidwaarts. We slingeren door een groen heuvellandschap wat zelfs wat saai is te noemen. Wat op de kaart redelijke wegen lijken te zijn blijken vaak toch smalle bochtige tweebaanswegen te zijn waar inhalen bijna onmogelijk is. Zo blijf je soms vele kilometers achter een vrachtwagen “hangen”. Rond half 6 komen we na lange tijd weer eens een camping-bordje tegen. Het is nu even droog dus we besluiten maar snel ons tentje op te zetten. De camping ligt helemaal tussen de bomen en is Bunroy genaamd. Als de tent net staat begint het weer te miezeren en komen er ook weer allerlei midges. We besluiten geen zin te hebben zelf te koken. Onze tentburen attenderen ons op de pub aan het begin van de weg: de Stronlossit Inn. We bijken hier voor niet al teveel geld in de bar te kunnen eten. Voor minder dan £30 hebben we hier een prima maaltje met toetje.

‘s-Avonds rijden we nog een weggetje waar je de zogenaamde “parallel roads” kan zien. Dit zijn richels in de bergen die in de ijstijd zijn gevormd. Het is een een smal bochtig weggetje waarbij je omringd wordt door “bergen” die zijn gehuld in de mist. We zien ook weer vele schapen soms met prachtige horens. Ook zien we 8 herten in de verte met grote geweien. Op de terugweg zien we nog een hertje en een eenzame koe die hier helemaal alleen lijkt te lopen. Ook kringen we nog 2 hazen te zien op de weg. Dit was echt een prachtige weg om te rijden. Rond half 11 zijn we terug bij de tent. We hebben voor het eerst weer een keer een lampje nodig.

Van 11 t/m 23 augustus 2013 schepen we in bij de Bør, een Nederlands zeilschip voor de route Svolvær naar Bodø. Een zeiltocht langs de Lofoten. Daarna steken we het Vestfjord over, een stuk van 45 mijl, naar 1 van de eilanden voor de kust bij Bodø. Na deze zeiltocht huren wij nog een week een auto om het gebied rondom Bodø te verkennen.

Zondag 11 augustus 2013

We vertrekken vanaf Schiphol en vliegen eerst naar Oslo. We vertrekken met vertraging en het merendeel van de vlucht is het bewolkt. In Oslo worden we met een bus naar de terminal gebracht en daar moeten we eerst onze koffers ophalen. Daarna gaan we naar de transferruimte en daar leveren we onze koffers weer in en vragen of ze gelijk doorgelabeld kunnen worden naar onze laatste vlucht naar Svolvær. Dit kan niet meer, omdat het al te laat is. We worden gesommeerd om op te schieten om onze vlucht naar Bodø te halen. De gate is al aan het sluiten als wij aangerend komen en we zitten dan ook als 1 van de laatste in het vliegtuig. We hebben helder zicht op de prachtige kustlijn en de eilanden voor de kust met scherpe rotspunten.

Bij Bodø moeten we nu opnieuw onze koffers ophalen bij de bagageband en wederom inleveren voor onze volgende vlucht. 1 minuut voor boardingtijd is dit geschiedt en wederom moeten we rennen om onze vlucht te halen. Bij de gate gekomen blijkt iedereen nog te wachten en hebben we gewoon nog even tijd om iets te drinken te halen. Er blijken technici bezig met 1 van de propellers en zo krijgen we 20 minuten vertraging. Het is een klein vliegtuigje, een Dash 8, waar 39 mensen in kunnen. We lopen er gewoon naar toe en het vliegtuig zit niet vol. Het is maar een vlucht van 20 minuten dus snel voorbij. Svolvær is een mini vliegveldje. De bagage wordt op karren gezet en dit wordt bij het gebouw neergezet. Daar haal je de koffer zelf van de kar. Het is prachtig zonnig weer en rond de 16°C.

We bellen naar het zeilschip om te horen waar ze liggen zodat we een taxi kunnen bestellen die ons aldaar brengt. Het is ongeveer 4 km naar het centrum van Svolvær. Bij het Thon hotel ligt de Bør al op ons te wachten. Het is dan inmiddels half 7 en er blijken al 3 mensen aan boord. We maken kennis met iedereen en we eten wat kleine hapjes aan dek. Onze hut helemaal voor in het schip heeft een stapelbed en is erg klein. We proppen onze spullen in de kastjes en de tassen onder het bed. Uiteindelijk arriveert om half 12 ‘s-avonds de laatste gast, zij komt met de ferry. Om 12 uur duiken we onze hut in.

Maandag 12 augustus 2013

Al vroeg wakker en Reinier gaat meteen maar met zijn hengel het dek op. Iedereen komt even een kijkje bij hem nemen. Het is bewolkt, maar wel droog en rond de 15°C. Om 9 uur wordt het ontbijt geserveerd met verse broodjes en een ruime keuze aan beleg. Na het ontbijt moeten we allemaal met ons zwemvest komen voor een veiligheidsinstructie op het achterdek. Daarna gaan de trossen los en verlaten we Svolvær. We hebben veel bekijks. Omdat er geen wind is gaan we op de motor weg. We varen naar het beroemde Trollfjord, een doodlopend fjord met hoge rotswanden en één en al rust. We zien nog 2 kleine zeilbootjes en een paar kayaks maar verder is het heel rustig. Het is heel indrukwekkend om zo tussen die hoge wanden door te varen met dit grote schip. Onderweg lunchen we aan boord en er wordt ook nog even een visstop gehouden.

Het zonnetje breekt door en we koersen naar het eilandje Risvær. Hier is een kade waar we aan kunnen meren en we even van boord af kunnen. Het is leuk om rond te struinen om het eilandje tussen de houten huisjes met steigers en bootjes en ook nog eens struiken vol met bessen. Het ziet er heel idyllisch uit en wat een rust hier. Het water is kraakhelder en we zien de makrelen rondspartelen. Reinier vangt een makreel die gelijk door de kok klaar gemaakt wordt zodat we deze op toast kunnen eten. ‘s-Avonds komen ons door de patrijspoorten heerlijke geuren tegemoet van ons diner en om half 8 mogen we aanschuiven. Onze kok heeft voor ons gemaakt: groene asperges met spekjes en ei en daarna ook nog een pasta met broccoli, varkenshaas en ham. Als toetje hebben we yoghurt met rabarbermoes. Voldaan gaan we nog even genieten van de uitzichten op het dek en Reinier vangt nog even 5 makrelen.

Dinsdag 13 augustus 2013

Weer vroeg wakker maar we blijven gewoon nog even liggen tot kwart voor 8. Omdat we niet zo vroeg kunnen ontbijten gaan we naar het dek om te vissen. Ook nu zien we weer de scholen makrelen rondspartelen maar deze keer willen ze niet bijten. Tijdens ons ontbijt gaan de trossen los en verlaten we het eilandje Risvær weer. Het is wederom droog en het lijkt minder koud dan de vorige dag. We steken over en komen bij Tranøy het Presteidfjord binnenvaren. Het is dan inmiddels half 1 als we in de haven aanleggen. Na de lunch mogen we tot 16 uur van boord. We besluiten samen naar Tranøy te lopen wat volgens de schipper Hans 14 km is. Rond half 6 zal de boot daar ook aanleggen. We lopen even langs het Knud Hamsen museum, een vierkant houten gebouw en kijken heel even binnen in de hal. Daarna gaan we via Hamarøy naar Tranøy. We lopen over de weg en het aantal auto’s dat we zien wordt steeds minder. We lopen langs bomen, meertjes en struikjes met bessen en zien af en toe een huis. We komen geen echte dorpjes meer tegen alleen gehuchtjes.

Uiteindelijk komt Tranøy in zicht, maar de haven ligt aan het einde van de weg dus dat is nog even iets verder lopen. Onze medepassagiers komen ons al tegemoet lopen, zij zijn net aangekomen met het schip in de haven, het is dan inmiddels half 6, en wij waren om 13.10 uur vertrokken met lopen. We krijgen gelijk koffie met iets lekker en we hebben nog tijd om te douchen voor het diner. Ook deze avond krijgen we weer heerlijk te eten en het is al 9 uur geweest al we klaar zijn met eten. Reinier gaat nog even vissen, terwijl de anderen nog gaan wandelen, lezen of kletsen. Het is werkelijk een prachtige plek met mooi uitzicht en doordat het windstil is ook mooie weerspiegelingen in het water. Op de kaai naast ons staat een oud walvisbootje waar een soort café in is gesitueerd maar daar hebben we geen last van. De zon gaat onder met prachtige roze wolken.

Woensdag 14 augustus 2013

Onze dag start weer vroeg met een strak blauwe lucht en het voelt gewoon warm aan buiten. Na het ontbijt hebben we tot de middag de tijd om van boord te gaan. Wij besluiten naar de vuurtoren te lopen die ongeveer 4 km verderop ligt. We kunnen gewoon in ons t-shirt lopen. Er komen wel iets meer wolkjes als we onderweg zijn en het begint iets harder te waaien. We lopen door een soort “hoog”vlakte landschap met veel mossen en kleine struikjes. Aan het einde van de weg komen we op een prachtige plek waar de Tranøy Fyr staat. Er komt net een vrachtwagentje goederen brengen. De eigenaar moet dit dan met een klein handwagentje over de lange brug naar de vuurtoren brengen. We praten met de eigenaar en horen dat je hier ook kan slapen. Het is nu echter einde van het seizoen en komend weekend sluit alles hier voor de winter.

Omdat het café alhier nog niet open is besluiten we terug te lopen naar het dorp voor een koffie. Hier vinden we op het terras een aantal medepassagiers. We sluiten aan en genieten van de goede koffie en de lekkere gebakjes. Voordat we terug naar het schip gaan kijken we nog bij een minikapel die boven op een heuveltje staat en een fenomenaal uitzicht heeft. Daarna pakken we nog een paar beelden mee van de Skulptur cultuurroute en om een paar minuten voor half 1 stappen we als laatste weer aan boord.

De trossen worden meteen losgegooid na een korte zeilinstructie. Het is gaan waaien dus als we de haven verlaten gaan de zeilen 1 voor 1 omhoog. Ieder heeft zijn eigen taak gekregen. Al snel zien we ook verschillende dolfijnen rond de boot zwemmen. Helaas komen er wel steeds meer wolken en wordt het steeds frisser. I.v.m. de wind moeten we steeds kruisen. We zien op een gegeven moment een grote vistrawler aan komen stomen waar Hans, onze schipper, van verwacht dat hij achter ons langs zou gaan. Echter hij stoomt recht op ons af en dus roept Hans het schip op via de marifoon of hij ons wel gezien heeft. Ja, dat heeft hij maar hij vindt dat wij maar moeten uitwijken. Dit is echter zeer lastig voor een schip onder zeil en ook niet volgens de regels. Om een botsing te voorkomen moet Hans de motor starten en het roer omgooien. Uiteindelijk gaat het schip rakelings langs ons heen, dat was wel schrikken en heel spannend. Hans gaat dit dan ook rapporteren aan de kustwacht. Omdat we al zeilend onze eindbestemming niet kunnen halen moeten we toch maar weer verder op de motor. Dus alle zeilen worden weer gestreken waarbij we allen weer een taak hebben om dit goed te laten verlopen. We moeten tot 8 uur varen om in Skrova aan te kunnen leggen.

Donderdag 15 augustus 2013

We worden weer wakker met een strak blauwe lucht en de zon, dat ziet er weer goed uit voor deze dag. Na het ontbijt kunnen we iets voor ons zelf doen en besluiten we op zoek te gaan naar een strand. We vinden bij de kust vele grote rotsblokken met veel leven in de zee. Reinier gooit dus maar weer eens zijn hengel uit en uieindelijk na wat kleinere vissen heeft hij een grote kabeljauw te pakken. Met een zak vol met vis gaan we terug naar de boot. Dave, de kok, aat alles fileren. We gaan lekker in het zonnetje aan het dek zitten en wachten tot iedereen terug is en na de lunch verlaten we Skrova weer. We gaan op de motor naar Kabelvag, dit is alleen even oversteken. We komen uit in een haven midden in het centrum bij het centrale plein.

We kunnen dus makkelijk het dorpje in om dit te verkennen. We kunnen kiezen uit de houten kerk of het Aquarium. De meeste mensen gaan naar het Aquarium maar wij gaan naar de kerk uit 1898. Het is een mooie gele kerk op een iets hoger gelegen stuk grond. We betalen 30 NOK p.p. om naar binnen te mogen. Alles is van hout maar het is wel vrij eenvoudig. Daarna lopen we terug naar het centrum voor een bezoekje aan de supermarkt en dan terug naar de boot. We nemen even een douche nu er bijna niemand is op de boot. Alleen Maaike, Dave en Hans zijn aanwezig. Dave is bezig met de bereiding van ons diner. Hij is bezig met krabben en vissenkoppen om hier een saus van te maken. De kabeljauw die Reinier had gevangen wordt gepaneerd en de makreelfilets zullen gebakken worden in de oven. Na het diner doen we niet veel meer en de meesten gaan vroeg naar bed.

Vrijdag 16 augustus 2013

Een strak blauwe lucht en een beetje wind hebben we deze dag, lekker om buiten te zitten. We nemen met z’n 9-en de bus naar Borg. Dit is zo’n 60 km verderop en 45 minuten rijden over de E10 om bij het Lofotr Viking Museum te komen. De bus zit goed vol en de bus stopt ook niet alleen bij de halte’s. Overal waar iemand staat die mee wil stopt te bus en de mensen worden ook gewoon voor hun huis afgezet. Bij het museum beginnen we met een gezamenlijke koffie en dan gaat ieder zijn weg. De entree bedraagt 120 NOK p.p. Helaas was de dag ervoor het zomerseizoen afgelopen waarbij er ook boottochten en allerlei activiteiten waren. Nu moeten we het gewoon doen met de standaard exposities. We krijgen films te zien, heel veel attributen en kunnen buiten een kerk en een vikingschip bekijken. Er ligt een groot en een klein vikingschip. Als laatste gaan we naar de Longhouse waar je de inrichting ziet van een boerderij uit de oudheid.

Het is iets na 3 uur als we wel uitgekeken zijn en we nemen om half 4 de bus terug naar de boot. Rond 5 uur vertrekken we weer vanuit Kabelvag en met het zonnetje varen we langs de prachtige rotskust naar Henningsvær. Hier arriveren we rond half 7 en dit is echt een mooi plekje, dat we 11 jaar geleden ook bezocht hebben toen we hier met de auto waren. We meren aan naast het “klimmers”café. We hebben voor het eten nog net even tijd om rond te kijken. Na het diner en onze corvee-dienst gaan we nog een rondje dorp en lopen we richting vuurtoren en uitzichtpunt. Op eens staat er een grote rode vos voor ons, hij is net bang en loop gewoon langs, echt een prachtig beest. Het wordt al schemerig en rond half 11 zijn we terug bij het schip. Nog even een drankje met elkaar drinken en dan het stapelbed weer in.

Zaterdag 17 augustus 2013 Stamsund

Voor het eerst worden we wakker met een grijze wolkenlucht en regen maar koud is het zeker niet. Na het ontbijt lopen we nog even rond in Henningsvær en rond 13 uur verlaten we dit plaatsje weer. We zullen gaan zeilen met windkracht 3 met bestemming Nusfjord of Stamsund. Buiten de haven gaan de zeilen omhoog en al snel blijkt het toch iets harder te waaien, windkracht 5-6. De boot hangt helemaal scheef en lopen op het schip wordt lastig en naar beneden moet je al helemaal niet gaan. Af en toe komt er een golf over het schip heen en zijn we nat. We doen allemaal onze zwemvesten aan en alle raampjes dicht. Het is gelukkig wel droog en af en toe zien we een paar zonnestralen.

De zeilen inhalen blijkt niet echt gemakkelijk bij deze harde wind, maar uiteindelijk zijn ze allemaal weer beneden. Door het werken wordt je wel een beetje misselijk. We zijn dan allemaal ook blij als we de haven van Stamsund inlopen en we even weer vaste grond onder onze voeten kunnen voelen. Het dorpje blijkt niet veel voor te stellen. Het is vooral kaal en leeg met bijzondere pandjes en excentrieke personen. Na het eten komt het kolonistenspel op tafel. Het wordt een verhitte strijd met veel gelach. Uiteindelijk is het spel om 12 uur klaar en is het weer tijd om ons bed in te gaan.

Zondag 18 augustus 2013 De oversteek

Gelukkig krijgen we deze dag weer een blauwe lucht te zien met zon en een fris windje. Na het ontbijt vertrekken we met het idee om verder af te zakken langs de Lofoten en dan ‘s-nachts de oversteek te maken naar het vaste land. We hebben Noord-Oosten wind en dit is perfect om over te steken dus Hans beslist dat we nu meteen gaan oversteken. Vanaf Stamsund gaan we in een rechte lijn zuidwaards en om 23 uur in de avond komen we aan in Støtt, een klein eilandje ten zuiden van Bodø. Omdat er de komende dagen zuid/zuid-westen wind werd opgegeven en dat is ideaal om weer noordwaarts te kunnen zeilen. Het laatste stuk doen we nog met motor en zeilen omdat het anders nog veel later zou worden. We hebben gewoon lekker gevaren, niet scheef gehangen en dus niemand is ook ziek geworden. We hebben genoten van de steeds wisselende prachtige uitzichten op zee. Bijzonder om dit mee te maken.

Maandag 19 augustus 2013 Verlaten plekken

De dag begint zeer bewolkt met af en toe een zonnestraal of een paar druppels. Het waait stevig. Na het ontbijt verkennen we even de omgeving. Støtt is eigenlijk verbonden met nog een eilandje via een brug. We lopen over de weg en op een gegeven moment begint het te regenen, harder en harder en harder. We gaan maar snel terug maar we moeten nu tegenwind en als we bij het schip aankomen zijn we helemaal doorweekt. Op het eiland hebben ze ook nog een kleine supermarkt. Er zijn ongeveer 30 vaste bewoners en in de zomer meer door veel vakantiegangers met bootjes. Ze hebben ook een restaurant, maar die is alleen open in het zomerseizoen en dat is net voorbij.

Reinier wil nog even vissen en Maaike en Leontine lopen naar de andere kant van het eiland. Aan het einde van de weg vinden we een verlaten huis, een leeg stokvisrek en een hut met een vuurplaats in het midden. Hier schuilen we even voor de regen en verstoppen we ons voor onze medepassagiers. Rond half 1 zijn we droog terug voor de lunch. Na de lunch verlaten we de haven van Støtt. Uit de haven wordt de fok en het grootzeil gehesen en we hebben voor de wind en zo gaan we snel vooruit. Het uitzicht verandert continue door de wolkenlucht en af en toe wordt alles opgelicht door zonnestralen. Rond half 6 komen we aan in Inndyr met best een groot haventje vol met bootjes. We doen nog even een rondje dorp voor het diner. ‘s-Avonds doen we wederom een potje kolonisten.

Dinsdag 20 augustus 2013 Spelen op het strand

Een dicht wolkendek is ons uitzicht in de morgen, regen en droge perioden wisselen elkaar af. We gaan in de ochtend even naar het Kommunehus om te kijken wat hier in de omgeving te doen is. Dit omdat we hier zeker 2 dagen moeten blijven liggen i.v.m. de harde wind. Er is windkracht 8-9 opgegeven voor de eilanden. De busverbindingen blijken hier niet echt perfect te zijn en zonder auto begin je dus niet zoveel. Het idee is om de volgende dag naar de Svartisen gletsjer te gaan en we willen kijken of we een taxibusje kunnen huren. Om 11 uur vertrekken we naar het eiland Fugløya. Eerst varen we nog in de luwte maar daarna hebben we flinke wind en dus ook flinke golven. Rond lunchtijd leggen we met moeite aan door de harde wind.

Na de lunch gaan we het eiland verkennen. Het eiland heeft sinds de 70-er jaren geen vaste bewoners meer. Alle huizen die goed onderhouden zijn worden nu gebruikt als vakantiehuis. Er is ook een prachtig wit zandstrand. We moeten voor de regen schuilen onder de rotsen en struinen over het strand. We jagen de meeuwen op en proberen een stroompje op het strand af te dammen met keien, oftewel we vermaken ons wel. Daarna lopen we nog een stuk langs de kust. We zien heel veel verschillende struiken met allerlei bessen, een libelle en veel zwarte naaktslakken. We lopen terug langs een aantal prachtige huizen. Hans en Dave komen ons tegemoet gelopen.

Om 16 uur vertrekken we weer uit de haven van Fugløya. Het waait nog flink en het gaat ook weer regenen. We doen er iets meer dan een uur over om terug te komen naar de haven van Inndyr. Na het diner worden er nog 2 potjes kolonisten gespeeld die uiteindelijk om kwart voor 1 klaar zijn.

Woensdag 21 augustus 2013 Nat en koud gletsjeravontuur

‘s-Nachts is er veel wind en regen en ook in de ochtend regent het. Het voelt fris aan door de koude wind. Om half 12 gaan we uiteindelijk met de bus mee en maken een uitstapje naar de gletsjer. Reinier roept iets over senioren en suprise we krijgen het busritje voor de helft van de prijs. Het is grijs en grauw en het blijft maar regenen. Rond half 1 zijn we in Reipa waar een busje voor ons klaar staat, een mooie Mercedes bus waar het lekker warm in is. Deze brengt ons naar Holand. Bij Holand komt het bootje al aangevaren door het gletsjerblauwe meer. We zijn de enige passagiers op dit tochtje van 10 minuten. Daarna is het nog zo’n 2 km lopen naar het bezoekerscentrum. Het gaat flink regenen dus voor we het weten zijn we doorweekt.

Bij het bezoekerscentrum aangekomen blijkt alles gesloten te zijn. Heel vervelend voor degene die hier wilden blijven wachten op degene die naar de gletsjer wilden wandelen. Hans had gezegd dat het ongeveer een half uur tot 3 kwartier lopen was naar de gletsjer. Reinier en ik gaan vast vooruit maar na een half uur zijn we pas bij de rotsen. Dan begint de tocht over de afgesleten rotsen die behoorlijk glad zijn door de regen. Ook ontstaan er allemaal stroompjes die over de rotsen heen stromen. We moeten 2 stroompjes over, de eerste heeft een bruggetje en bij de tweede moeten we over stenen heen springen. Na 45 minuten over de stenen glibberen besluiten we toch maar terug te gaan omdat we anders niet op tijd terug zijn voor de boot.

Om kwart voor 4 zijn we terug bij de boot en deze vaart speciaal voor ons terug omdat er toch verder niemand is. We moeten hier helaas wel extra voor betalen. We moeten dan nog even wachten op de taxibus en dan kunnen we eindelijk drogen en opwarmen. In Ornes gaan we nog even koffie drinken met iets lekkers en dan snellen we ons terug over de kustweg omgeven door grijze mistwolken. We zien dat het flink waait en de wind stuwt de zee in vlagen omhoog. Om kwart voor 6 zijn we terug bij de boot. Deze avond eten we gerookte walvisplakjes als voorgerecht en walvisbiefstuk als hoofdgerecht met een Noorse wafel als toetje. ‘s-Avonds geen spelletjes want iedereen is moe. De kachel staat voor het eerst aan en overal op het schip is het lekker warm.

Donderdag 22 augustus 2013 Onze trouwdag

Een frisse, bewolkte en regenachtige dag is aangebroken. We vieren vandaag ons 16 jarig huwelijksjubileum. Om 11 uur vertrekken we voor ons laatste zeiltochtje. We kleden ons warm en zoveel mogelijk waterdicht aan. Al snel na we Inndyr hebben hijsen we alle zeilen weer. Maaike en Leontine bedienen het achterdek wat inmiddels aardig geroutineerd gebeurt. De taken zijn goed verdeeld. Als we lekker aan het zeilen zijn is het tijd voor koffie. Dave heeft een prachtige warme appelcaketaart gemaakt met 16 erop in slagroom en blauwe bessen als decoratie. We moeten er even mee op de foto voordat we deze taart aansnijden. We smullen ervan want een warme taart met deze kou is heerlijk. Het blijft grijs en koud.

Er is wel drukker scheepvaartverkeer en we zien ook een Hurtigruteboot, een ferry en diverse kleine bootjes. We hebben schuin voor de wind en diverse mensen wisselen elkaar af als stuurman. De wind is gelukkig afgenomen naar windkracht 4. Bij Bodø wordt de zee weer wat onstuimiger. Hans stuurt het laatste stuk naar Bodø. Als de zeilen gestreken moeten worden krijgen we net nog een stortbui met windvlagen op ons “dak”. Geen pretje om zo de zeilen binnen te halen. We zijn allen doorweekt. Jas en zeilbroek werkt perfect maar de schoenen blijken alweer niet waterdicht. Om kwart over 2 meren we aan in het centrum van Bodø. Het eindpunt van onze trip is bereikt. We kleden ons om en hangen onze natte kleding op in de badkamer. Tijd voor een rondje door Bodø om wat winkels te bezoeken. We lopen de Tourist Office in om ideeën op te doen voor het vervolg van onze trip. ‘s-Avonds na ons laatste diner alhier doen we nog een keer spel kolonisten. Ook voor de laatste keer slapen in ons hutje.

Vrijdag 23 augustus 2013

Deze dag vroeg ontbijten omdat een aantal mensen op tijd moeten vertrekken. Wij kunnen het rustig aan doen en zwaaien iedereen uit. Het schip is flink gezakt en het is een hele klim om van het schip af te komen, zeker met je koffer. Wij laten de koffers nog even achter op het dek en lopen naar het vliegveld toe om onze huurauto op te halen. Er staat een mooie rode Nissan micra klaar die voorzien is van alle moderne gemakken. We rijden terug naar het schip om onze spullen op te halen en zeggen onze schipper Hans gedag. We gaan eerst op zoek naar een pinautomaat en een supermarkt. Daarna verlaten we Bodø via weg 80 richting Fauske. Er wordt hier volop gebouwd, nieuwe gebouwen, nieuwe wegen, nieuwe bruggen, nee hier is niet echt een crisis te zien. Na Fauske maken we nog een lunchstop. Het zonnetje is inmiddels gaan schijnen.

Ons doel wordt Rognan omdat hier het komende weekend de Rognan en Trebatdagene zijn waar Reinier graag naar toe wil. Helaas lukt het pas bij de 3e camping om een dak boven ons hoofd te regelen, voor de rest zat alles al vol. Op Nordnes camping kunnen we kiezen tussen 2 oude caravans met aangebouwde huisjes. Erg gedateerd, maar we kiezen maar de beste van de 2 en moeten hiervoor 350 NOK afrekenen. Voor wassen, drogen en douchen moet je hier muntjes kopen, dus nog even 40 NOK kwijt voor een was- en droogsessie. Om 17 uur is alles weer lekker fris en droog. We rijden over de E6 terug naar Rognan en nemen een kijkje bij de kraampjes. We merken dat er van alles dicht gaat en op een gegeven moment zitten we zelfs “opgesloten”. Ook voor het eten moet je hier goed geld neerleggen. In Noorwegen vliegt het geld erg makkelijk uit de portemonnee. We rijden nog een stuk langs de kust en genieten van de prachtige uitzichten. De zon gaat achter de bergen en dan wordt het toch weer snel fris en daalt de temperatuur snel onder de 10°C. Het kacheltje in de caravan gaat aan en we genieten van het feit dat we gewoon ons eigen ding kunnen doen zonder bemoeienis van medevakantiegangers.

Zaterdag 24 augustus 2013 Boten en Elanden

Pas om 9 uur rollen we uit ons bed. We hebben het best kou gehad en hadden de extra dekens uit de kast ook nodig. Koffie halen we bij de receptie en we gaan even buiten in het zonnetje zitten. We zetten alle spullen weer in de auto en met een strakblauwe lucht en een zonnetje kunnen we heel ver kijken. We rijden terug naar Rognan en het is nu duidelijk drukker dan de dag ervoor. We parkeren nu op 1 van de grote parkeerplaatsen. Er blijken nu veel meer kraampjes te zijn en we kunnen ook een gallery bezoeken met schilderijen, foto’s en handenarbeid bezoeken. We spreken een tijdje met een natuurfotograaf, die jaren in Canada heeft gewoond en daar ook zijn vrouw heeft ontmoet. Even later komt er een fotograaf die ons op de foto wil zetten voor wat later blijkt de Saltenposten. Dit is een krant van deze regio en onze foto zou dan dinsdag in de krant komen. Hij houdt ook nog een kort interview met ons.

Rond half 1 vertrekken we weer en gaan naar een accommodatie in Beierdalen die we telefonisch geregeld hebben. Daar kunnen we mooi wandelen. We nemen de weg 812 en stijgen snel en hebben mooie uitzichten. Onder ons zien we vele bossen en de bomen worden kleiner naarmate we meer stijgen. Na een lunchstop naast de rivier vervolgen we onze weg over de weg 813 over de Beiarn hoogvlakte met veel rotsen en mossen en nauwelijks nog boompjes. We zien allerlei gletsjers op de bergtoppen voor ons. Omdat we nog vroeg zijn rijden we even door naar Moldfjord aan het einde van de weg. Een werkelijk prachtige plek aan een fjord, en een goede plek om even de hengel uit te gooien. Er wordt niet veel gevangen. Op de terugweg maken we nog foto’s van prachtige weerspiegelingen.

Rond half 6 komen we bij het Beiarn touristcenter. We worden zeer gastvrij ontvangen en de kamer wordt ons geshowd. Een prima kamer met een stapelbed, inclusief dekbedden en handdoeken voor 400 NOK. Daarna kunnen we gelijk aanschuiven in het restaurant waar we heerlijk rendiervlees eten. Dit is voor Noorse begrippen niet duur. Na het eten besluiten we nog even een stukje te rijden. We worden al snel verrast door een eiland met een kalf in een weiland naast de weg. Natuurlijk hebben we dan net niet de goede camera bij ons dus moeten we het doen met de compactcamera. Maar ach het belangrijkste is dat we ze gezien hebben. Als we verder rijden worden we even verderop nog een keer verrast door nog eens 4 elanden. Echt heel bijzonder. We zijn al vaker in Noorwegen op zoek geweest naar elanden en hebben ze nog nooit gevonden en nu zien we er zomaar meerdere. Ook zien we dat overal mist ontstaat wat een bijzonder gezicht is. Als klap op de vuurpijl zien we op de terugweg nog eens 2 elanden, wat een dag. Terug op onze kamer kunnen we lekker op de bank kruipen van de tv kamer. We zijn de enige gasten dus hebben het rijk alleen.

Zondag 25 augustus 2013

Weer worden we verrast door een blauwe lucht en we eten buiten ons ontbijt. Na het ontbijt vertrekken we en rijden we de 8 km lange weg de Tolladalen in. We stijgen flink over de gravelroad die in een goede conditie is. Uiteindelijk komen we uit op een P-plaats en begint onze zoektocht naar het startpunt van de wandelroutes. We lopen twee keer verkeerd en zijn na bijna een uur verder voor we de bewuste bordjes vinden achter een bord Privat Vei. Het eerste stuk is een soort weggetje naar een huis en daarna passeren we een groot grasveld. Daarna gaan we links richting de Bjellavasstua en komen uit op een klein paadje. we moeten goed zoeken hoe het pad loopt want er staan nergens aanwijzingen. Toch vinden we steeds weer het pad en verderop wordt het pad weer beter aangegeven met rode strepen op bomen of stenen. We klommen vooral omhoog meestal over een stenig paadje, maar som is het moerassig of moeten we kleine stroompjes over.

Uiteindelijk zijn we om 3 uur terug bij de camping waar we koffie kunnen krijgen. We krijgen hier de tip om naar Ramsgel te rijden. Ook hier weer een weggetje omhoog en we komen uit bij een klein meertje met een soort watervalletje en daarna ook nog een groot meer. We lopen rond en gaan daarna terug naar de camping. We eten nogmaals in het restaurant waar we wederom goed eten voor weinig geld. We kletsen met de eigenaren en horen dat dit hun eerste jaar hier is. We kletsen over de mogelijkheden om meer mensen te trekken en ze vragen wat onze ideeën hierover zijn. Na het eten gaan we nog een rondje rijden om zoek naar elanden. Maar helaas als je ze gaat zoeken dan laten ze zich natuurlijk niet zien.

Maandag 26 augustus 2013

Helaas een grijs wolkendek deze dag. We kunnen deze keer zelf koffie zetten en gaan naar de supermarkt voor vers brood. De receptie is dicht als we vertrekken dus laten we de sleutel maar gewoon in de deur van de kamer zitten. We besluiten de weg verder het dal in uit de rijden tot voorbij Leiramoen. Het dal wordt steeds smaller en boven ons zien we ijs, vele watervallen en de bomen kleuren hier langzaamaan ook steeds meer. Aan het einde van de weg is een geitenboerderij. We moeten door 2 hekken heen die je zelf open en dicht moet doen. De geiten krijgen we vervolgens niet te zien, alleen de stront ervan die op de weg ligt. Aan het einde van de weg is een flinke waterval en het begin van een rivier die door het dal stroomt en die alhier nog heel klein is.

We rijden weer helemaal terug en bij het benzinestation krijgen we gratis koffie. Daarna rijden we dit prachtige dal weer uit en komen we bij een staafkerkje uit. Een oudere man heeft het staafkerkje van Gol nagemaakt aan de hand van foto’s. Het is een mini-uitgave maar je kan er wel in en het wordt bijvoorbeeld gebruikt voor trouwerijen. Het staat gewoon in de tuin van de man zelf en het is open dus je kan er gewoon in kijken. Dan is het tijd om de Beierdalen te verladen en rijden we de hoogvlakte weer op met grijs weer en dat ziet er toch even anders uit dan op de heenweg.

In de regen rijden we verder tot de Saltstraumen. Hier komen we uit bij de Pluscamp waar we 11 jaar geleden ook in een hut hebben gezieten. Er is een hut beschikbaar maar wel met wc, douche, keuken en vaatwasser, dus voor 850 NOK. Met dit slechte weer is een beetje luxe helemaal niet verkeerd. De weersverwachting is tot het einde van de wewek regen, dus niet veel goeds. Tijd om te gaan vissen omdat het tij precies goed is. Leontine haalt koffie en vermaakt zicht in de auto. Uiteindelijk haalt Reinier 5 koolvissen naar boven. De koppen worden meteen gevoerd aan een otter, die zeer dichtbij komt. Hij is gewon aan zijn kop, misschien wel door een vishaak. Deze avond eten we heerlijke vis en met wat kunst en vliegwerk lukt het om op de 2 pitjes een gerecht te koken. Ook in de avond wordt er nog vis gevangen, deze keer een kabeljauw en een makreel. Deze worden ook nog even schoongemaakt en in de vriezer gestopt. Die zijn voor een andere dag.

Dinsdag 27 augustus 2013

Deze ochtend worden we wakker met een grijze wereld en regen. We besluiten hier nog maar een dag te blijven en we bedwingen korting voor onze tweede nacht. Met de auto rijden we nog een stukje zuidwaarts over de Kystriksveien, weg nr 17. Grijs, veel watervallen en weinig te beleven. We nemen nog een afslag naar Evjen, een kleine weggetje naar het Beiarnfjord. We lopen het laatste stuk en komen zo langs een rood schuurtje waar een oude man zijn stokvis heeft hangen. Hij vertelt ons dat dit voor de Afrikaanse markt is. Hij houdt een heel uitgebreid verhaal in het Noors tegen ons maar daar verstaan wij helaas niets van. Hij lijkt ons bezoek wel gezellig te vinden.

We besluiten maar weer terug te rijden naar de Saltstraumen. Reinier belt nog naar een botenbouwer in Kjerringøy maar die blijkt nergens mee bezig te zijn. De andere bezienswaardigheden blijken ook allemaal al afgesloten omdat het winterseizoen hier al begonnen is. Bij de supermarkt vinden we de krant Saltenposten en jawel wij staan in de krant met foto en stukje tekst. Er worden nog 2 vissen gevangen en natuurlijk eten we deze avond weer vis. Verder wordt er een plan gemaakt voor de laatste 2 dagen van onze vakantie. De volgende dag gaan we naar Narvik rijden, wel een heel eind, maar we willen graag nog iets doen.

Woensdag 28 augustus 2013

En ja hoor wederom regent het. Ons wekkertje gaat om 7 uur en alles wordt weer ingepakt. Na ons ontbijt vertrekken we. De grijze wolken geven af en toe de ruimte aan zonnestralen die een stukje van het landschap oplichten. We moeten ruim 300 km rijden naar Narvik. Het rijdt op zich prima en we passeren vele vele tunnels en droge perioen wisselen zich af met regen van motregen tot stortregen. Ook zien we vandaag vele regenbogen. We kachelen flink door en zijn precies op tijd voor de ferry in Kopnes welke om 11.45 uur vertrekt. Als we deze hadden gemist, hadden we tot na 14.00 uur moeten wachten. We rijden nog langs het Presteidfjord waar we met het zeilschip waren geweest. De overtocht duurt ruim 25 minuten.

Dan moeten we nog een uur rijden naar Narvik. Helaas zijn we net te laat voor de Ofotbanen en de kabelbaan is niet in gebruik door de harde wind. Uiteindelijk besluiten we nog eens 65 km door te rijden naar de Polarzoo, een wens van Leontine. Dus moeten we nog een uur rijden, en het weer wordt er niet beter op. Aldaar trekken we onze regenkleding aan en hebben we nog 2,5 uur om de dieren te bekijken. De rendieren en muskusossen zijn nergens te bekennen. Wel zien we de lynxen, wolven en beren. De 3 poolvosjes laten zich later ook nog aan ons zien. Deze zijn al aan het verkleuren naar hun wintervacht. Eigenlijk zijn ze best klein en lijken een beetje op kleine hondjes. De elanden en herten laten zich ook nog zien en net voor sluitingstijd hebben we alles gezien.

We vragen nog naar de hutten alhier, maar 900 NOK vinden we toch iets teveel voor een hutje zonder douche en wc. We rijden 15 km terug naar Lapphaugen en kunen daar een hut huren voor 350 NOK. Met een onze weggooibarbecue maken we in de regen onze visjes nog klaar. Met een beetje brood uiteindelijk nog een prima avondmaaltje. De kachel in ons hutje gaat aan en we proberen binnen alle spullen te drogen maar dit is onbegonnen werk. Buiten regent het continue, steeds wisselend van mot- naar stortregens en het is alles behalve warm. We hebben allebei koude voeten. Helaas moeten we door de regen heen om nog even naar het toiletgebouw te kunnen.

Donderdag 29 augustus 2013

Koud hebben we het uiteindelijk in de nacht niet gehad met een extra dekbed over onze slaapzak en de verwarming aan. Als het even droog is gooien we snel alle spullen in de auto. De lucht is grijs en steeds begint het weer te regenen, het ziet er troosteloos uit. Om half 9 verlaten we de camping en laten we de sleutel in de brievenbus van de receptie achter, aangezien deze pas om 10 uur open gaat. Bij Narvik wordt het weer af en toe droog. We kijken nog bij een rotsrekening van een eland en moeten dan weer rennen naar de auto i.v.m. een regenbui. We hebben nog wat tijd over om een paar winkels te bezoeken omdat de ferry in Skarberget pas weer om 13.15 uur gaat. Onderweg zien we ook nog rendieren. We zijn uiteindelijk nog een uur te vroeg bij de ferry. De eerste rijstraat staat al vol. Het is even droog en het zonnetje schijnt ook even, al is het wel fris. We maken alvast een paar broodjes klaar zodat we die straks op de ferry op kunnen eten. Rond 13 uur rijden we de ferry op en iedereen die stond te wachten kon ook mee. Binnen eten we onze broodjes op en buiten verandert de wereld wederom in een grijze mist.

De rest van de trip is wisselvallig van weer, vooral veel regen, zeker de laatste 150 km. We zien vele watervallen, regenbogen en steeds meer kleurende bomen. Het is een lange rit en net iets voor 17 uur arriveren we bij Bodøsjøen camping. We wilden het kleinste hutje huren maar die werd ons afgeraden, dus krijgen we de één na kleinste maar dan met 40 NOK korting. Het ziet er prima uit voor ons en wat een plekje zeg, werkelijk een fenomenaal uitzicht hier. We gooien al onze spullen naar binnen zodat we alles kunnen inpakken voor de terugreis. Voor het avondeten komen we terecht bij het Kjøpesenter waar we op de 3e verdieping een café vinden waar ze een prima hamburger met friet serveren. Terug op de camping genieten we nog even van een prima warme, gratis douche. Daarna gaan we de koffers inpakken zodat die morgen zo mee kunnen naar het vliegveld.

We hebben ‘s-avonds tijd om nog een stukje te wandelen. Het is droog en we hebben een prachtige avondlucht. Achter de camping blijkt nog een soort openluchtmuseum te zijn, allemaal hutjes met gras op het dak. Alles is echter hermetisch afgesloten met dikke hangsloten. Daarna terug naar ons hutje waar we zelfs een lekkere stoel hebben om op te zitten. Verder is het hutje wat gedateerd maar voor ons helemaal prima. De camping heeft genoeg hutten staan maar de meeste zijn een nieuwer type met douche en wc.

Vrijdag 30 augustus 2013

Opnieuw moeten we onze wekker gebruiken. We eten onze laatste broodjes op, helaas zonder koffie. Die halen we later bij het benzinestation. Daarna is het tijd om onze auto weer in te leveren op het vliegveld. Een kwestie van sleutel inleveren en zeggen dat alles goed is en zo kunnen we gelijk weer verder. Geen inspectie van de auto is nodig dus we kunnen gelijk verder naar de incheckbalies. Tijdens het wachten kunnen we even op het internet dus even onze mail binnen halen. Onze vlucht vertrekt uiteindelijk 10 minuten te laat richting Oslo. Het eerste stuk hebben we nog prima zicht en zien we de Svartisen gletsjer onder ons en daarna worden het vooral wolken. Om 12 uur landen we in Oslo en hier is het zwaar bewolkt. Deze keer hoeven we de koffers niet op te halen. We moeten nu 3,5 uur wachten op onze volgende vlucht. Omdat we moeten wachten op 6 passagiers uit Malaga vertrekt deze vlucht ook 20 minuten te laat. Om half 7 staan we weer met beide benen op Nederlandse bodem en om 9 uur zijn we thuis na een hele dag reizen.

Giant Causeway in Noord-Ierland bij zonsondergang, foto gemaakt met lange sluitertijd

Van 14 t/m 23 mei 2015 gaat onze reis naar Noord Ierland. We vliegen op Belfast. In onze gehuurde Fiat 500L bezoeken we eerst de stad Belfast. Een stad met een heftige historie met indrukwekkende muurschilderingen. Iets wat eigenlijk zo dichtbij gebeurd is, waar wij ons niet heel bewust van zijn geweest. Een gids rijdt ons met een zwarte taxi langs al deze muurschilderingen. We brengen verder een bezoek aan de Crumlin Road Goal en het Titanic Museum.

Daarna rijden we richting het noorden langs de kust waar we prachtige tuinen, kastelen en kusten bezoeken. We overnachten in Cushendun. Er blijken hier verschillende filmlocatie’s te zijn van de populaire serie Game of Thrones. We bezoeken o.a. de prachtige Dark Hedges. De volgende bestemming is Bushmills waar je de prachtige Giant Causeway kan bezoeken. Helaas wil het weer niet zo meewerken. We bezoeken nog de Bushmills distillery en diverse plaatsen in de buurt zoals Castlerock en Ballintoy. Een dag met mooi weer brengt ons met de ferry naar Rathlin Island. Een eiland met maar 100 permanente bewoners.

Ook de stad Londonderry bezoeken we met donkere wolken, ook hier muurschilderingen in een wijk waarin wij de spanning nog voelen. We horen later de verhalen van onze B&B eigenaars over wat hier een aantal jaren geleden allemaal is gebeurd en dit is heftig. We rijden ook nog een middagje naar het echte “Ierland” en bekijken de Donegal kust. Op de terugreis naar Belfast rijden we nog door de bijzondere Sperrin Mountains. Tijdens onze reis hebben we geslapen bij verschillende B&B’s, die we van te voren hadden geboekt.

In 2016 zijn we van 26 augustus t/m 9 september met een camper door IJsland gereisd. We hebben de toeristische highlight links laten liggen en hebben vooral de ongerepte gebieden bezocht zoals de Westfjorden en het binnenland via de Sprengisandur route.

Ga naar ons verslag….

Dinsdag 23 juni 2009 – 24 – 25°C Zonnig

We slapen prima en wordt nergens door gewekt. Om 8 uur gaan we eruit en blijft de zon al volop te schijnen. De lucht is strak blauw met een enkel wit wolkje. De korte mouwtjes worden uit de koffer gehaald. Het inpakritueel begint weer en om half 10 zijn we op weg naar Fort
William. Hier wordt er getankt en gaan we naar de Tourist Info om te informeren voor een mooie wandeling in het Glencoe gebied. We krijgen een kopie mee van de wandeling naar “The Lost Valley”. We gaan weer snel weg uit dit stadje. Bijna ieder huis in dit stadje is B&B of Guesthouse.

Rond 12 uur staan we bij de P-plaats. Het is er erg druk en er staan 2 bussen en een doedelzakspeler. Als de rugzakken zijn gepakt zijn de bussen maar ook de doedelzakspeler weg. We dalen af naar het pad. De wandeling begint pas echt als we het bruggetje over de rivier hebben gepasseerd. Gelijk flink omhoog over een keienpad. We blijven maar stijgen en stijgen. De broekspijpen worden afgeritst omdat het erg warm is. Het zonnetje brandt aan de helder blauwe hemel. Het pad volgt een soort kloof met bomen en varens en volgt een soort riviertje. Dit riviertje moeten we op een gegeven moment ook oversteken. We springen over de stenen heen naar de overkant. Bij het watertje moet je niet te lang stil blijven staan want dan wordt je echt lek geprikt. Uiteindelijk komen we inderdaad uit in een soort vallei. We lopen naar beneden en picknicken hier. Er moet ook nog een andere weg zijn uit de vallei. We horen echter van een stel dat dit niet te doen is, er is geen pad en hun hebben er 4,5 uur over gedaan. We besluiten dezelfde weg maar terug te nemen. Rond half 4 zijn we terug bij de auto. Ook in de auto blijkt de temperatuur flink opgelopen en onze koeken met chocolade zijn bijna weggelopen.

We genieten nog even van het prachtige uitzicht en besluiten dan nog maar een stukje verder te rijden. Het eerste stuk hebben we nog veel bergen maar daarna wordt het landschap snel minder spectaculair. Er is hier verder niets meer, geen dorpjes, geen campings, niets. We vervolgen de A85 en later de A84 en dat gaat best vlot over de ruime tweebaanswegen. Het is hier wel veel drukker. Rond half 6 zetten we ons tent weer op op een camping langs de weg. We zetten de tent in de schaduw van een boom. Rond 7 uur eten we een macaroni-maaltijd in de tent, i.v.m. de midges. Een douche kost hier 20 pence voor 2-3 minuten. Je hebt hier een soort stortdouche vanuit het plafond. Wel vervelend is dat als er verder geen mensen meer binnen komen op een gegeven moment het licht uit gaat. Heel lastig als je in het donker staat. Je moet dan eerst weer naar de voordeur lopen en dan gaat het licht weer aan. We maken ‘s-avonds nog een klein ritje aangezien om 22 uur de poort van de camping dicht gaat. Het is om 22 uur nog 18°C dus gewoon warm.

Woensdag 24 juni 2009 – 18 – 24°C bewolkt met af en toe zon

Rond half 9 rollen we onze slaapzakken uit. Het is bewolkt. De tent is nat, ook van binnen, terwijl het niet geregend heeft. Om 10 uur zijn we gereed om te vertrekken. We dalen verder af langs de A84. We stoppen nog even in het plaatsje Callander waar ze een leuk hout-winkeltje hebben. Van de A84 komen we op de M9 de snelweg naar Edinburgh. Dit gaat snel en we nemen de rondweg zuid om Edinburgh heen en zo zien we eigenlijk niets van de stad en zijn we er snel voorbij. We nemen de A1 richting Berwick-upon-Tweed. Al snel slaan we af naar de kust: de A198 naar North Berwick. Het weer is inmiddels een stuk verbeterd, de zon staat weer aan de hemel en de temperatuur loopt weer op boven de 20°C.

In North-Berwick parkeren we onze auto en bezoeken we het zeevogelcentrum. Hier kan je met camera’s de verschillende vogels op de vogeleilanden bekijken. Zo blijken op Bass Rock, de rots net voor de kust, duizenden jan-van-genten te zitten. Op de andere eilanden, zoals Fidra, Craigleth en Isle of May zitten vele vogelsoorten. We zien ook nog films over zeevolgels, puffins, zeehonden en herten. Nu weten we dat de herten die we 2 dagen geleden gezien hebben de zgn. “Red Deer” zijn. Je hebt hier ook een mogelijkheid om met een bootje naar Bass Rock te gaan. Echter je zou niet aan land mogen, aangezien het particulier bezit is. Dit mag alleen op speciale dagen. We laten dit dus maar voor gezien.

We gaan op zoek naar een camping en komen terecht op Tantallon Camping gelegen op de kliffen aan de kust met uitzicht op Bass Rock. Een vrij grote camping maar het tent-veld is leeg. We leggen de tent eerst maar eens te drogen in het zonnetje. We eten onze laatste dingen op en halen bij de supermarkt een warme kip (een soort traditie in onze vakantie’s). We hadden geluk er was er precies nog eentje. We eten voor het eerst buiten in het zonnetje in onze korte broek. Deze avond geen muggen. We besluiten nog een stukje te gaan rijden. We wilden eigenlijk nog even het Tantallon kasteel bezoeken maar deze is afgesloten. We maken vanaf de weg nog wat foto’s van het kasteel met op de achtergrond Bass Rock.

We rijden een weggetje naar St. Baldred’s Cradle. Aan het einde van het weggetje is een P-plaats en een bos. We dachten hier een strand te zien. We wandelen door het bos en de vogeltjes fluiten hier vrolijk. De zonnestralen komen door het bladerdek heen wat mooie plaatjes geeft. Uiteindelijk blijken we toch bij een strand uit te komen. We zien dat er vanaf zee een dik wolkenfront optrekt naar de kust. Een apart gezicht maar we besluiten toch maar terug te gaan. We stoppen nog even bij een oud kerkje uit de 13e eeuw. Rond half 11 is het gewoon donker en hebben we ons lichtje nodig. Om half 12 onze slaapzakken in, qua temperatuur is het zelfs weer warm te noemen.

Donderdag 25 juni 2009 – 14-16°C bewolkt met zon

Om 7 uur loopt ons wekkertje af maar we komen er niet gelijk uit. Het was een warme nacht en allebei hebben we veel jeuk van de muggenbulten die we dinsdag opgelopen hebben tijdens onze wandeling. De tent is gelukkig redelijk droog. We rijden weer naar de A1 en gaan er bij Pease Bay weer af naar St Abb’s Head. Hier wandelen we een stuk langs de vogelkliffen. Om half 11 zijn we weer terug bij de auto en rijden we verder zuidwaarts. Bij Alnwick verlaten we opnieuw de A1 omdat we nog vrij vroeg zijn. Bij het vissersplaatsje Amble stoppen we. Hier blijk je voor weinig geld ook Puffin Tours te kunnen doen naar Coquet Island. Leuk om te onthouden.

Wij halen in de haven Fish en Chips. Het is een drukke gelegenheid met 3 dikke grijze vrouwen die er de scepter zwaaien. Er gaan gigantische stukken vis met patat in een lap papier en zo krijg je een heel pakketje mee. Iedereen wordt hier ‘darling’ genoemd door de vrouw achter de kassa. Ze hebben ook allemaal schattige haarnetjes op, een stel apart. Voor 7 pond hebben we 2 pakketten. We eten ze op al zittend tussen de vissersnetten in de haven. De meeuwen hebben ons ook al gespot en al snel zijn we omringd door allemaal meeuwen die zitten de azen op een stukje vis. Het is een flinke hap maar de vis is erg lekker en zacht.

De bootjes in de haven liggen allemaal in de modder bij laagtij. We halen bij de supermarkt nog wat broodjes en drinken om vanavond op de boot te eten. Zo hoeven we geen gebruik te maken van de dure en niet echt smakelijke mogelijkheden van de ferry. Door een glooiend landschap met graslanden en koolzaadvelden komen we uit bij Newcastle. De weg naar de ferry staat goed aangegeven en we rijden onze laatste rotonde’s met de klok mee. Vaak rij je al op de rotonde voor je er erg in hebt, erg tricky. Om half 2 staan we al in de rij, een beetje vroeg maar we zijn niet de enigen. Om 14.30 uur gaan de hokjes open en moeten we onze papieren en paspoorten tonen. In de volgende rij om nog langs de douane te gaan en dan staan we weer in de volgende rij. Rond 4 uur mogen we aan boord en deze keer hebben we een hut met een 2-persoonsbed. Deze keer geen bankje om op te zitten en de badkamer is nog kleiner dan de vorige keer. Vanaf het bovendek kijken we hoe alles aan boord komt. Het schiet allemaal niet echt op en uiteindelijk vertrekken we een half uur te laat uit de haven van Newcastle. Wij eten onze meegebrachte broodjes en halen nog wel een kop koffie in het restaurant. 1 kop koffie kost hier € 3,30. Als je er ook nog een stukje cake bij wil moet je nog eens € 4,20 neerleggen. Dat doen we dus even niet ‘s-Avonds lezen we en schrijven we nog wat en duiken dan ons bedje maar in.

Vrijdag 26 juni 2009 – 25 – 27°C

Om half 8 eruit en naar het ontbijtbuffet. Hier blijkt het al aardig druk te zijn. We eten 2 keiharde broodjes met heel smerig sinaasappelsap. De kwaliteit is niet echt om naar huis te schrijven zullen we maar zeggen. Om kwart voor 10 legt het schip aan in de haven van IJmuiden. Omdat wij wederom op het bovendek staan moeten we wachten tot iedereen onder ons de boot is afgereden. Om half 11 rijden we dan ook van boord. Dan nog even een paspoortcontrole en door een soort haag van de vele motoren rijden we Nederland weer in. Later begrijpen we waarom er zoveel motoren zijn: de TT van Assen. De reis naar huis gaat voorspoedig zonder file’s. Met 2700 kilometer achter de kiezen komen we weer veilig thuis aan.

Vrijdag 26 augustus 2016

Rond half 11 vertrekken we met 30°C richting Schiphol. Onze vlucht begint al met een half uur vertraging maar uiteindelijk verloopt alles voorspoedig en staan we om half 4 op IJslandse bodem. Met de GrayLine bus gaan we naar Reijkjavik en we zien veel bekends maar ook veel nieuwe gebouwen en bouwkranen. In Reijkjavik stappen we over in een kleine busje. Onze chauffeur is een Nederlandse vrouw die sinds een half jaar in IJSland woont. Hiervoor had ze 3 jaar over de wereld gereisd met haar oude Mercedes. Ze was door Europa, Azië, Rusland, Amerika en Canada gereden. In New Foundland had ze haar auto verkocht en gewoon een ticket naar IJsland gekocht. Ze was van plan hier voorlopig te blijven. We worden afgezet bij Alfholl Guesthouse en krijgen zowaar een “upgrade” naar een studio met eigen badkamer voor dezelfde prijs. Natuurlijk willen we daar wel gebruik van maken.

De eigenaar geeft ons een tip over een hamburgerrestaurantje in de haven waar je voor een redelijke prijs goed kan eten. Uiteindelijk betalen we samen omgerekend € 28 samen voor een hamburger, een kleine friet en een frisdrank. Ja de prijzen zijn weer flink gestegen. We dwalen de avond door hete centrum en de havens en bewonderen het prachtige operagebouw Harpa waarop de avondzon prachtig weerspiegelt. We lopen nog naar het “Viking-schip” en zijn daar natuurlijk niet de enigen. Het wordt langzaam donker en de lucht blijft lang blauw. Het is 14°C met weinig wind, dus het voelt niet echt koud aan. Terug op de kamer maken we een planning voor de volgende dag.

Zaterdag 27 augustus 2016

We worden een paar keer wakker in de nacht van dronken mensen op straat die flink lawaai maken. Na het eenvoudige ontbijt dwalen we door het centrum langs bekende en onbekende plekjes. We lopen tot aan de Hallgrimmskirkja. Ze zijn hier beton aan het vervangen wat kapot is gegaan. Ook binnen nemen we nog een keer een kijkje. Daarna zetten we koers naar een Outdoorshop om een hengel en visgerei in te kopen. Als we terugkomen komt bijna meteen het busje van de Hertz voorrijden. Eerst moet alle papierwerk geregeld worden en daarna krijgen we uitleg over het gebruik van onze camper. Om iets over half 12 zijn we klaar voor vertrek. Eerst gaan we naar de supermarkten in de haven om inkopen te doen gezien we waarschijnlijk niet veel grote supermarkten onderweg tegen gaan komen.

We gaan daarna op weg richting Mosfellsbaer en Pingvellir en daarna richting de Kaldidalur. Het eerste stuk is asfalt, daarna gravel en dan grint waar hard aan gewerkt wordt. We zijn blij met onze 4WD die moeiteloos vooruit komt al zien we hier ook normale autos rijden. Hoe verder de weg vordert hoe ruiger het wordt. De uitzichten zijn weids en prachtig met steeds veranderende wolkenformaties. Dan komen er ook regenbogen en vlakbij de gletsjers meer wolken en regen. We voelen de kou em het gaat harder waaien.

Rond een uur of 5 zijn we aan het einde van de weg en rijden we richting Husafell. We vinden hier een flinke camping met huisjes en een zwembad maar echt gezellig ziet het er niet uit. Volgens onze kaart moet hier in de buurt nog een camping zijn dus gaan we daar naar op zoek. We rijden de gravelroad weer op richting het noorden en slaan dan weg 518 in. Echter de camping bij Fljotstunga blijkt al dicht te zijn. Dat is balen. We staan op een kruispunt op de weg ons te beraden wat we nu gaan doen als er een auto stopt en de man vraagt of hij ons kan helpen. We vertellen dat we hier graag wilden kamperen en dat we op zoek waren naar een kleine camping. Hij zegt: “Ik weet wel iets voor jullie. Rij maar achter mij aan”. En zo volgen we hem een grindweg in en omen we bij een terrein met schapenvanghekken.

Dit blijkt de man zijn eigen terrein te zijn en wij mogen hier vannacht staan. Er is echter geen electriciteit, water en wc. Gelukkig hebben we de eerste twee zelf en dat laatste wordt dus gewoon buiten in het veld. Hij vertelt ons ook dat hij beheerder is van een lavagrot waar ook rondleidingen worden gegeven. We bedanken de man en trekken snel warme kleiding aan want het is hier echt koud zo op het open veld. Om te koken hebben we 2 pannen dus het blijft bij eenvoudige gerechten. Het waait stevig en zelfs in de camper zitten we met onze muts op.

Zondag 28 augustus 2016

Brr… dat was een koude en winderige nacht en dus alles behalve goed geslapen. We zijn al om 6 uur wakker en al vroeg zitten we aan ons zelf gemaakte ontbijt te genieten van het prachtige uitzicht. De wind is aan het einde van de nacht gaan liggen en de thermometer geeft 8°C aan. Voor het eerst moeten we het dak van onze camper laten zakken en dat gaat niet helemaal goed met een scheefdak als gevolg. Dat wordt dus nog even oefenen. Daarna maken we een wandeling langs de rivier en doorkruisen een lavaveld met verend mos. Bij de rivier staat iemand te vissen en die blijkt al snel een flinke zalm naar binnen te halen.

We besluiten daarna maar een bezoek te brengen aan de lavagrotten en staan om 10 uur klaar voor een tour. We krijgen allemaal een helm met een lichtje en het is eigenlijk best druk, terwijl het niet aan de hoofdweg is gelegen. We lopen eerst over het lavaveld en daarna dalen we af in de lavagangen d.m.v. houten bruggen en trappen. Het is een tunnel met verschillende grote ruimtes en allerlei soorten lava. Het is erg fris hier binnen en er ligt zelfs op sommige plekken ijs. We zijn bijna verkleumd als we na 1,5 uur weer buiten komen. Gelukkig schijnt de zon maar de wind blijft koud.

We rijden terug naar Husafell en bezoeken de 2 watervallen Hraunfossar en Barnafoss. De Hraunfossar komt onder het lavaveld vandaan, een bijzonder gezicht. We maken een aantal mooie foto’s en dan gaat onze weg nog naar een geothermisch veld. We hadden het plan vandaag een camping bij Budardalur te nemen maar aldaar aangekomen blijkt dit een zeer mistroostige plek en is er hier niemand te zien. We besluiten door te rijden naar Reykholar wat nog 1:15 uur rijden is over een bijna lege asfaltweg. Hier hebben we een camping met een prachtig uitzicht en met een zwembad. Na eten en douchen maken we een avondwandeling langs de kust. Het uitzicht verandert continue en we komen door een moeras en langs een geothermisch veld, maar we vinden geen goede plek om te vissen.

Maandag 29 augustus 2016

Wederom vroeg wakker na een koud maar rustig nachtje. Het weer ziet er goed uit. Na het ontbijt opnieuw ons dak laten zakken waar we nog niet echt bedreven in zijn. Bij Bjarkalundur tanken we voor 5000 ISK zoadat we met een volle tank onze weg kunnen vervolgen. We rijden verder over weg 60 langs fjorden en over “bergen”. Bij Flokalundur nemen we weg 62 en langs deze weg is geen enkel dorpje van enige omvang, geen winkels, geen benzinepomp, echt helemaal niets. Alleeen steeds veranderende uitzichten. Het meerendeel van de weg is gewoon netjes geasfalteerd. Na de Kleifaheidi slaan we af richting Latrabjarg en gelijk komen we een schip op een strand tegen welke daar al sinds 1981 ligt en langzaamaan wegroest.

De weg gaat over in een gravelroad en het verbaast ons dat het hier nog best druk is en zelf met normale auto’s. We rijden langs het fjord en stoppen nog even bij een oud, uit elkaar gehaald, vliegtuig en andere oude voertuigen in Hnjotur. Daarna moeten we nog 30 km naar de vogelrotsen. Het is hier opeens minder koud en we doen weer wat lagen kleding uit. De meeste vogels zijn echter al vertrokken en we zien alleen nog drieteenmeeuwen op de steile rotsen. We wandelen een stuk langs de kliffen en genietsen van de uitzichten. We wilden hier eigenlijk in de buurt kamperen maar we kiezen om even verder te kijken.

Uiteindelijk komen we na een bezoek aan Raudisandur strand uit bij een camping in Melanes. Het lijkt een camping in aanbouw met uitzicht op een grasveld met schapen en de zee en het strand zijn vlakbij. Er is hier verder geen beheer alleen een telefoonnummer waar we even een berichtje naar sturen dat wij hier blijven overnachten. We genieten van een prachtige avondzon met de schaapjes om ons heen. We zijn blij met dit mooie plekje en het is erg rustig. We staan er alleen met nog een Canadees stel. In de avond lopen we naar het strand en we zien hier zelf een zeehond in de zee zwemmen. De zon verdwijnt helaas achter de vogelkliffen. De lucht blijft strakblauw. De eigenaar hebben we nog steeds niet gezien of gehoord.

Dinsdag 30 augustus 2016

Als Reinier ‘s-nachts even naar de wc gaat komt hij mij terug om te zeggen dat het werkelijk een prachtige sterrenhemel is en zelf een licht schijnsel van het noorderlicht. Dus daar staan we dan in de koude nacht naar de hemel te kijken, heel bijzonder. We slapen deze nacht zelfs met thermokleding en een muts op omdat het heel koud is. Bij de campinginfo hangt nu opeens een briefje dat we onze bijdrage in een moneybox mogen doen. Blijkbaar is er toch iemand geweest en sprokkelen we al ons geld bij elkaar om contant precies 3000 ISK bij elkaar te krijgen. Na de afwas gaat ons dakje deze keer “gesmeerd” naar beneden. Het is iets na half 10 als deze prachtige plek verlaten. We moeten weer terug de heuvel over en dan richting Patreksfjordur. Hier kunnen we diesel tanken en wat inkopen doen in een mini-supermarkt. Alles blijkt hier erg duur te zijn.

We vervolgen daarna onze weg 63, het waait weer hard en het is bewolkt, de zon krijgen we deze dag niet te zien. Onze volgende stop is Bildudalur aan het Arnarfjord. Een “leuk” plekje met een haventje. Reinier gooit zijn hengel nog even uit bij de pier en heeft gelijk een platvis gevangen, ons diner voor vanavond. We vervolgen onze weg over een gravelroad die afwisselend langs fjorden voert of we moeten even een heuvel oversteken. Onze volgende stop is de Dynjandi waterval met nog een aantal kleinere watervallen eronder. Het is hier behoorlijk druk maar ze zijn wel erg mooi. De beschreven camping in de reisgids blijkt hier niet meer te bestaan dus rijden we maar gewoon verder.

Onze bestemming wordt nu Pingeyri, een vissersplaatsje. De camping ligt achter het zwembad en ook hier is onze campingcard geldig. We krijgen bonnen voor de douche en kunnen met 50% korting naar het zwembad. We zoeken een mooi plekje uit de wind en lopen even naar het dorpje. Na het eten van de vis, die vanmorgen gevangen was, gaat Reinier opnieuw vissen en haalt wederom 3 vissen binnen.

Woensdag 31 augustus 2016

‘s-Ochtends douchen we in het zwembad tussen de oudjes die hier elke moergen komen zwemmen en daarna gezellig met elkaar koffiedrinken. Na het ontbijt is het tijd om weer te vertrekken. We vervolgen onze weg richting Isafjordur. Wederom waait het flink en geeft de thermometer 6° C aan. We laten het dorpje Flateyri voor wat het is en duiken de kilometers lange tunnel in. Het eerste deel is 1 wegstrook met passeerplekken. Halverwege de tunnel is er een afslag naar Sudureyri maar daar rijden we nu aan voorbij en vervolgen onze weg naar Isafjordur. Hier gaan we naar de bakker en het postkantoor. Daarna rijden we terug de tunnel in en nemen we wel de afslag naar Sudureyri. De camping aldaar blijkt niet veel bijzonders, wel is er een mooie oude haven aan het einde van het dorp. Een goede plek om even de hengel uit te gooien en heel snel wordt er een kabeljauw binnen gehaald. Het zonnetje komt eindelijk door en het wordt gewoon nog lekker.

We hebben besloten nog even verder te zoeken naar een andere camping dus rijden opnieuw de tunnel weer in en rijden daarna door naar Bolungarvik. Hier vinden we weer een camping bij een zwembad. We hadden wel zin om te zwemmen maar het zwembad was nog niet open. Daarom rijden we nog maar even door naar de Bolafjall waar hoog boven de zee een Amerikaans radarbal staat. We hebben van hier ook een mooi uitzicht op de besneeuwde bergtoppen aan de overkant. Terug in het dorp is het zwembad inmiddels open. De camper wordt opgesteld en we eten wederom een heerlijk visje als diner. Reinier zorgt ‘s-avonds gelijk weer voor nieuwe vis in de koelkast. Ook is de haven ‘s-avonds prachtig verlicht door het avondlicht en doordat er nauwelijks wind is levert dit prachtige weerspiegelingen op. Als we ‘s-avonds naar bed willen gaan worden we verrast door het noorderlicht.

Donderdag 1 september 2016

Lekker uitgeslapen en na het ontbijt vertrekken we richting Skalavik waar een mooi zwart strand te vinden is met een riviertje wat in zee uitkomt. We willen eigenlijk een andere weg nemen buiten de tunnel om maar deze blijkt niet door te lopen. We komen wel uit bij een grappig museum Osvor met houten huisjes met grasdaken. Het is niet open dus we kunnen er gewoon doorheen lopen en alles van buiten bekijken. Dan duiken we de 5 km lange tunnel weer in naar Isafjordur en gaan we weer naar de bakker waar we eerder zijn geweest om lekkere dingen in te kopen. Ook zijn hier grote supermarkten te vinden om weer even inkopen te doen. We vervolgen onze weg via de 61 naar Sudavik en daarna door naar Seljalandsdalur omdat je hier kan wandelen.

We ontmoeten hier een Nederlandse jongen uit het Westland die is wezen wandelen in Groenland en nu nog even 6 dagen in IJsland reist. Hij maakt even soep en we eten met elkaar. Hij gaat daarna weer verder en wij wandelen door de kloop en plukken “blueberries” onderweg. In de kloof blijkt ook nog een mooie waterval te zijn. We krijgen het best warm als de zon af en toe zijn gezicht laat zien. Het is al 4 uur als we weer terug zijn. Het is nu een heel stuk rijden langs de fjorden. Dit zijn vaak hele diepe inhammen waar je helemaal langs moet rijden. Bij Hvitanes zien we nog een heleboel zeehonden liggen. We besluiten naar de camping in Reykjanes te gaan en als we hier aankomen blijkt het allemaal toch wat vervallen en ook pal op de wind te staan, niet echt ideaal.

We besluiten 20 km terug te rijden naar Heydalur. De weg is net nat gemaakt en dus behoorlijk modderig. De camping ligt bij een boerderij met een zwembad in een boerenschuur en een hotpot. Na het eten trekken we onze badkleding aan en gaan we naar de natuurlijke hotpot midden in het veld. Het lijkt op een soort vijver, niet al te groot. Er staat een houten bankje om je tas op te zetten maar dat is het dan wel. We zijn er samen met een vrouw uit Schotland die oorspronkelijk uit Polen komt. Het water is niet helder maar troebel met allemaal groene “dingen” die in het water drijven. We blijven zitten tot de zon onder is. Dan gaan we met de handdoek om en met de blote voeten in de klompjes terug naar de douches. Dit blijken donkere krappe hokjes te zijn maar wel met heerlijk warm water en echt schoon is het er ook niet. Als we buiten komen is het inmiddels donker en licht is hier weinig en dan moet je nog even terug naar de camper over een pad vol met koeienstront. Jammer als je net schoongedoucht was. Alle natte spullen hangen we aan de bomen en dan komen we de camper maar niet meer uit.

Vrijdag 2 september 2016

We worden wakker en horen de regen op ons camperdak. Toch maar even onze kleding en handdoeken binnen halen die natuurlijk niet gedroogd zijn. Bij het restaurant pakken we nog even een wifi signaal op en we kijken nog even bij het jonge vosje die ze daar hebben. Daarna rijden we wederom door Isafjordur en daarna de Steingrimsfjardarheidi over. Via weg 643 naar weg 645 naar Drangsnes wederom een miniplekje. Hier vinden we echter wel een plek om onze camper even schoon te maken en een haventje om even te vissen. Na Drangsnes alleen nog maar gravelroad langs eenzame kusten vol “wrak”hout en schapen. Hier komen we niet zoveel mensen meer tegen.

Onze eerst volgende stop is Djupavik. Hier is een oude haringfabriek welke in 1935 is gebouwd van beton. Het staat nu bijna op instorten en er ligt ook nog roestig bijna vergaan schip. Je blijkt hier ook een rondleiding te kunnen krijgen om 10 en 14 uur, dus dat onthouden we voor de volgende dag. We kletsen nog even met een Nederlander die hier ook foto’s aan het maken is en met zijn eigen Suzuki 4WD hierheen is gekomen. Het is dan nog een klein uurtje naar Nordurfjordur. Nordurfjordur is een heel klein plaatsje met 2 campings naast elkaar, een winkeltje dat door de weeks van 11-15 uur open is en een pomp en een guesthouse. Er is ook nog een klein haventje en een geothermaal badje bij Krossnes. Reinier vangt in de haven nog even een kabeljauw en we besluiten nog even verder te rijden op zoek nog naar een andere camping.

Het blijkt toch iets verder dan gedacht, de weg wordt steeds slechter en we rijden zelfs door een oude vervallen fabriek heen, heel apart. We zien de auto van de Nederlander ons tegemoet komen. Hij zegt dat de weg alleen maar slechter wordt en dat er geen camping meer is te vinden. Dus we draaien om en gaan terug naar Nordurfjordur waar we onze camper op de 1e camping parkeren. Onze natte kleding gaat op de waslijn en we hopen dat het nu wel droog wordt. We genieten van de rust alhier en het prachtige uitzicht. De camping kost ons deze keer 1200 ISK.

Zaterdag 3 september 2016

We zetten voor het eerst een keer onze wekker maar we zijn toch nog veel vroeger wakker. We eten de laatste boterhammen die we hebben en iets na half 9 vertrekken we naar Djupabik. We hebben ruim de tijd om aldaar om 10 uur te zijn dus we maken af en toe een fotostop. Ruim op tijd zijn we bij Djupavik waar we om 10 uur met 10 mensen aan de rondleiding door de fabriek beginnen. Alle oude machines en motoren blijken er gewoon nog te staan. In de tijd van productie werkten hier zo’n 300 mensen, mannen en vrouwen.

De vrouwen waren gehuisvest op het schip want nu ligt weg te roesten in de baai. Er werd olie uit de haring gehaald en er werd vismeel gemaakt. De olie werd gebruikt voor o.a. oorlogsdoeleinden. Het is een bijzondere plek om te zien, ook omdat alles gewoon achter gelaten is. Toen er geen haring meer was is gewoon alles achtergelaten. De rondleiding kostte 1500 ISK per persoon maar dat was het absoluut waard. Er is ook nog een fototentoonstelling.

Omdat we geen brood meer hebben eten we pannenkoeken. De 3 walvissen die hier al weken in het fjord blijken te komen zwemmen net weg en we kunnen ze niet echt goed zien. We hobbelen het hele stuk weer terug over de gravelroad langs de prachtige kust met het wrakhout uit Siberië. Bij Laugarholl nemen we nu de “short-cut” over de berg. Het is dan nog 15 km naar Holmavik en iets na 2 uur arriveren we hier. Het is heerlijk weer geworden met een zonnetje erbij. We vinden hier een prima camping wederom met een zwembad en zelfs een wasmachine. Tijd om al die vieze kleding eens te wassen en zelf lekker het zwembad in te gaan en te weken in de hotpot. We kletsen met een plaatselijke visserman die op kabeljauw en heilbot vist zo’n 2-3 uur uit de kust alhier. Hij vertelt dat ze een goede warme zomer hebben gehad, 12°C is warm voor alhier. Iets na 5 uur houden we het voor gezien.

Reinier gaat “blueberries’plukken op de heuvel en Leontine schrijft het dagboek bij in het zonnetje aan de picknicktafel, wel uniek. Reinier gaat in de avond weer vissen in de haven en vangt zelfs 5 makrelen en ziet jagende zeehonden en zelfs een walvis, een heel spektakel. Reinier regelt snel een Ijslander met een auto om Leontine om te halen en mee te nemen naar de haven. Helaas laat de walvis zich niet meer zien die avond. We zien nog wel de scholen makrelen en de zeehonden die op ze jagen. De vissen worden uiteindelijk in het donker schoongemaakt en onze koelkast zit inmiddels vol met vissen.

Zondag 4 september 2016

We gaan weer vroeg uit de veren en hebben allesbehalve goed geslapen dankzij een paar dronken gasten. Ze verdwenen toen het ging regenen in de nacht. We gooien onze tank nog even vol voor 10.000 ISK en dan is het weer tijd om Holmavik te verlaten. We dalen af via de kust langs weg 68 zuidwaarts. We zien onderweg nog ergens een groepje schapen midden in het water staan. Waarschijnlijk zijn ze ingesloten toen het vloed werd en nu moeten ze dus gewoon wachten tot het weer eb wordt. We komen nog langs Prestbakki waar we een prachtige weerspiegeling hebben in het water van de wolkenlucht en het kleine roodwitte kerkje.

Onderaan het Hrutafjordur pakken we weg 1 op en rijden weer noordwaarts. Het gaat snel, maar het is saai en veel drukker hier. Tot aan Blondues knorren we over de weg 1 en dan zo snel mogelijk er weer vanaf bij weg 744 naar Saudarkrokur. We maken een stop bij het Grafarkirkja net voor Hofsos aan weg 76. Hier ontmoeten we een moeder en dochter uit North Carolina en we raken aan de praat. We bekijken samen het grappige kleine kerkje wat van hout is gemaakt en een grasdak heeft. We maken nog een korte stop in Hofsos en dan nemen we een kijkjebij het mooie keienstrand van Hofdavatn. Ook hier komen we de Amerikanen weer tegen.

We rijden daarna door tot onze eindbestemming van vandaag: Siglufjordur. Dit blijkt best een flink plaatsje en de visindustrie domineert hier. We dwalen door de haven waar het een drukte van belang is met het uitladen van de vissersboten. De kratten met groete kabeljauwen worden met kranen op de kade gezet en met heftrucks weggereden. We installeren ons op de camping midden in het dorp naast de haven. De wc’s zijn heerlijk verwarmd en alles is hier werkelijk aanwezig. We ontmoeten wederom de Amerikaanse moeder en dochter en nodigen hun uit om makreel bij ons te eten. In de supermarkt halen we er nog even groente bij en onze gasten nemen het toetje voor vanavond mee: heerlijk Ben&Jerry ijs. We zitten met z’n vieren aan de picknicktafel buiten en dit blijkt goed te doen. Het is nog 14°C, dus voor ons doen best warm. Na de afwas en de koffie gaat ieder weer zijn eigen weg.

Wij lopen nog even door de haven om te kijken bij het uitladen van de vissersschepen. Reinier wordt uitgenodigd om even op een schip te komen kijken. Echt alles is aan boord, heel modern, alles automatisch en met 5 man aan boord, 2 weken op en 2 weken af met maximaal 5 uur nachtrust. Hard werken dus. Om half 10 zijn we terug op de camping en de verwarming gaat maar weer aan. We kletsen nog met onze Duitse buurjongen die op zoek is naar werk alhier, maar aan het einde van het seizoen niet echt iets kan vinden.

Maandag 5 september 2016

Een lekkere douche deze morgen van wel 20 minuten voor 200 ISK. Ook is er nog een bakker dichtbij die heerlijke verse broodjes verkoopt. Er komt nog iemand langs om het campinggeld op te halen en dan is het weer tijd om te vertrekken. De lucht is strakblauw, de zon schijnt en het is net boven de 10°C. Net na het dorp krijgen we een tunnel van 4 km en gelijk daar achter nog één van 7 km. Dan rijden we door het dorpje Olafsfjordur en dan gaan we de volgende tunnel in van 5 km. Echt bizar en allemaal gebouwd in 2010 en hierdoor is de reistijd naar Akureyri aanzienlijk verkort. Uiteindelijk komen we uit in het plaatsje Haugenes, hier kan je whalewatching doen. Eigenlijk is het er wel perfect weer voor, de zon schijnt en de zee is kalm. We besluiten het gewoon te gaan doen ook al moeten we dan even wachten tot 13.30 uur. We drinken koffie in het zonnetje en hebben tijd om nog even wat foto’s te maken in het dorp.

Er komen steeds meer mensen en we mogen een pak aantrekken en kunnen daarna naar de boot en deze is nog best vol. Gewoon in het fjord vinden we meerdere groepen bultrugwalvissen die we van heel dichtbij te zien krijgen, echt een prachtig schouwspel. Er varen nog meer boten in het rond en echt heel veel afstand wordt er toch niet gehouden van de walvissen. Aan het einde van de tour kan er nog op 3 plekken gevist worden en Reinier vangt uiteindelijk een flinke koolvis en die mogen we zelfs nog houden. Tijdens onze tour zien we steeds meer wolkenvorming wat ook voorspelt was, minder goed weer op komst. Rond 16 uur zijn we terug in de haven en rijden we gelijk verder richting Akureyri. Het wolkendek wordt steeds dikker en het begint al te druppelen.

Akureyri is een flinke stad aan het fjord en we zien ook een cruiseschip liggen. We gaan nog even snel naar de Bonussupermarkt en dan snel de stad weer uit. We rijden inmiddels in een grijze mist van regen, oftewel echt IJslands weer. We zijn blij dat we dit tot nog toe nog niet echt gehad hebben. Omdat onze route door het binnenland nog niet bekend is en dit zal afhangen van het weer stoppen we maar bij Fosshol naast de Godafoss. Als het na het eten weer even droog is nemen we nog even een kijkje bij de waterval. Het is hier best nog druk maar helaas vanavond geen mooie zonsondergang, alleen maar een dik wolkendek.

Dinsdag 6 september 2016

We worden wakker op een natte morgen. De weersverwachting zegt dat het droog moet gaan worden dus dat hopen we dan maar. We wagen het erop en gaan vandaag het binnenland in. Ons plan om naar Askja te gaan laten we varen omdat het nog zo’n 300 km verder rijden is en ook nog via een zeer slecht F-weg dus we rijden gewoon maar weer zuidwaarts eerst via weg 843 door de Bardardalur en bij Sandvik steken we over naar de 842 die laten overgaat in de F26. Er hangen veel wolken en het regent bijna continue, al zien we ook wat licht stukken lucht en dat geeft ons hoop. Myri is de laatste boerderij en hier gaan we door een hek en dan begint ons echte binnenlandavontuur. Het is modderig en nat en al snel komen we nog een waterval tegen: de Aldeyjarfoss, prachtig omgeven door basalt en ook in de Skalfandafjlot rivier net als de Godafoss. Helaas zit de regen achter ons aan en is ook het fototoestel weer helemaal natgeregend. We stonden hier wel alleen. Als we terug bij de auto komen arriveren er net 3 identieke witte Toyota landcruisers vol met Japanners met statieven en cameras. Gelukkig gaan wij net weg.

De weg die volgt is soms zanderig, soms met flinke stenen, keien, als wasbord en met flinke kuilen en putten die vaak vol staan met water. Onze auto krijgt heel wat modder te verduren. De uitzichten zijn steeds wisselend, zwarte zandvlaktes, steenvlaktes, rivierbeddingen met groen mos en zelfs 2 verdwaalde schapen. We heben afwisselend wat regen en dan weer zonnestralen die door de wolkenformaties heen schijnen welke soms prachtige effecten geven. We moeten wat kleine riviertjes en stroompjes door. De auto’s die we tegen komen zijn op 1 hand te tellen. Het rijden gaat niet al te snel. We krijgen op een gegeven moment prachtig zicht op de Hofsjokull welke bijna geen wolken boven zich heeft en dus mooi door de zon wordt beschenen. We lunchen ergens langs de weg. Net na de kruising met de F910 hebben we de eerste flinke rivierdoorsteek en vlak erna nog 1 en dan zijn we bij Nyidalur. Hier is een camping en een hut, het is iets na 2 uur. We waren eigenlijk van plan om hier te blijven. We praten met de ranger over wat hier allemaal te doen is. Er blijkt een wandeling mogelijk naar een geothermisch veld maar dit is een dagwandeling van 10 uur. Dat gaat het niet meer worden voor deze dag.

We besluiten daarom maar gewoon verder te rijden en het weer wordt ook steeds beter en uiteindelijk hebben we dus best een goede dag voor de binnenlandroute uitgekozen. We hebben namelijk verhalen gehoord van zandstormen die de hele lak van je auto afhalen, het kan hier in het binnenland echt bar en boos zijn. Dus wij genieten gewoon van de prachtige uitzichten en hebben nog 100 km te gaan tot we weer bij een asfaltweg komen, we doen hier nog 3 uur over. We hebben nog diverse rivierdoorsteken, diverse kleine maar ook nog 1 hele grote en dat blijft spannend. Het wordt steeds mooier en de uitzichten zijn werkelijk adembenemend. Zelfs de Vatnajokull krijgen we nog te zien en de Hofsjokull houden we de gehele route prachtig in “zonnig” beeld. Het is zo immens dat je het gewoon niet op de foto kan zetten. Wij hebben echt genoten van deze Sprengisandur route en hadden het niet willen missen, ondanks het gehobbel.

Bij Hrauney komen we weer op het asfalt en hier zien we ook enkele waterkrachtcentrales en dammen. We tanken even diesel bij en kijken even op internet. Omdat we de volgende dag naar Porsmork willen besluiten we zo ver mogelijk door te rijden. We volgen weg 26 richting Hella langs de vulkaan Hekla. We hebben nog steeds prachtige wolkenformaties met een ondergaande zon. Door de ondergaande zon wordt heel de omgeving goud gekleurd, een prachtig gezicht. Ook zien we steeds regenbogen, zoals de gehele dag al. Bij Hvolsvollur slaan we af weg 261 in en komen we uiteindelijk rond half 9 aan bij camping Langbrok. Er is niemand bij de receptie aanwezig dus betalen kunnen we niet.

Woensdag 7 september 2016

Niet zo vroeg ons bed uit want het regent buiten. We verlaten uiteindelijk de camping zonder te betalen, want we hebben niemand kunenn vinden. Omdat een binnendoorroute blijkt afgesloten pakken we een stukje van weg 1 en slaan we af bij de Seljalandfoss. We zijn hier eerder al 2 keer geweest, we schrikken van de drukte alhier. We rijden 30 km over een gravelroad en moeten ongeveer 20 rivieren oversteken, klein en groot. We stoppen nog bij 1 van de gletsjertongen en maken nog een wandeling door de prachtige Stakkholtsgja kloof. Ons eten raakt inmiddels aardig op. We rijden verder tot het einde van de weg en blijven ten zuiden van de grote rivier, deze oversteek vinden we iets te heftig. We rijden tot aan hut Barsa en informeren aldaar over de wandelingen omdat niet alle wandelingen nu mogelijk zijn.

Iets na 2 uur beginnen we met onze wandeling die vrijwel gelijk stijgt. Eerst door een stuk met allemaal kleine boompjes en daarna de rotsen en de helling op. Het regent af en toe en soms zijn er ook hevige rukwinden maar ook is het vaak droog en prikt af en toe het zonnetje door het wolkendek. De wolkenformaties wisselen ook deze dag weer enorm en geven steeds andere uitzichten op het landschap met verschillende kleurschakeringen. De zwarte bergen zijn begroeid met groene mossen en er bovenop een gletsjer waar we af en toe stukken van te zien krijgen. Ook vandaag weer vele regenbogen. Het pad voert langs diepe afgronden, over smalle richels, met steile klimmetjes en trapjes en omringd met bosjes vol met “blueberries”. De meeste wandelaars komen van de andere kant van Skogar en wandelen dan door het gebied van de vulkaanuitbarsting van 2010. Zover komen wij niet want dat zou 3,5 uur wandelen zijn. Net voor de steile helling gaan we maar weer terug. Rond een uur of 5 zijn we terug bij onze camper. We rijden een stukje terug en betalen 3000 ISK om hier te mogen overnachten en parkeren onze camper op een grasveld. We eten onze laatste restjes op want het einde van de vakantie zit eraan te komen.

Donderdag 8 september 2016

Een nacht met veel regen en wind dus alweer vroeg wakker. We moeten het als ontbijt met crackers doen omdat het brood allemaal op is. Rond half 9 zijn we alweer onderweg, door de regen van gisteren en vannacht lijken sommige rivieren nog iets groter te zijn geworden. Het is grijs en grauw, het regent en we hebben geen uitzicht. We komen deze keer maar weinig mensen tegen. Bij de Seljalandfoss is het wederom erg druk. We stoppen in Hella nog even bij een bakker en tuffen maar verder. In Selfoss, ons wel bekend, duiken we nog even een Bonus supermarkt in en checken we bij de bibliotheek even het internet. We nemen de weg richting kust en besluiten maar een camping met een zwembad op te zoeken want ergens heen gaan heeft niet veel zin met dit weer.

We komen terecht in de vissersplaats Porlakshofn. De camping blijkt toch open ondanks dat de campinggids aangaf dat deze 1 september zou sluiten. Alles ziet er netjes uit en de wc’s zijn verwarmd. We gaan lekker naar de hotpots in het zwembad terwijl het regent en de buitentemperatuur zo’n 7°C is. De handdoeken gebruiken we van het zwembad zodat we geen natte handdoeken in de koffer hebben. Het is erg rustig in het zwembad. Onze zwemkleding hangen we te drogen op de verwarming in de wc’s. We beginnen alvast met het opruimen van de camper. We verzamelen het laatste eten in 1 doosje en hopen hier nog iemand blij mee te kunnen maken. ‘s-Avonds lopen we nog even naar het dorp en naar de vuurtoren. De doos met eten wordt afgegeven bij een AA bijeenkomst welke plaatsvindt onder de kerk.

Vrijdag 9 september 2016

We worden de nacht geteisterd door harde wind en regen dus echt slapen is er niet bij. We zijn alweer vroeg uit de veren. Het dekbed is helemaal nat en alles is vochtig. Helaas regent het nog steeds flink en zelfs de deur van de camper gaat nu lekken. We halen alles van het bed en stoppen het in zakken. Goed dat we nu naar huis kunnen. We gaan eerst bij de bakker even inkopen doen. De bakker heeft ook een mooi ruim voorportaal waar we even onze koffers in mogen pakken. Even 10 minuten werk maar dan zit alles wel droog in de koffer. Dan is het tijd om weer naar Reijkjavik te gaan en we hebben zelfs nog even tijd om souvenirs te kopen. Met een volle tank leveren iets voor 11 uur onze camper weer heelhuids in. We zijn snel klaar en met een busje worden we naar de BSI busterminal gebracht. We nemen de Flybus naar het vliegveld. Bij het vliegveld kunnen we de tax van de hengel nog terugvragen, dus toch weer 1500 ISK terug. Uiteindelijk zijn we om 21.30 uur terug op Schiphol.

Donderdag 14 mei 2015 Op weg naar Belfast

Rond half 10 zijn we klaar voor vertrek richting Schiphol. Het is rustig op de weg dus met een uurtje staan we bij P3. We kunnen gelijk mee met de shuttlebus en naar de incheckbalies. Hier blijken we een “speedy boarding” ticket te hebben dus we kunnen zo voorbij de rij lopen en zijn de eerst volgende die aan de beurt zijn. Dit betekent ook dat we als 1 van de eersten mogen boarden en rond 12.30 uur vertrekken we. De vlucht duurt 1:15 uur. Omdat de klok een uurtje teruggaat staan we voor 13 uur alweer in Belfast op de grond. Het gaat allemaal heel snel en we zijn als 1 van de eersten bij de balie van Europcar. Tijdens onze reis zal een crèmekleurige Fiat 500L ons vervoersmiddel zijn, een aparte auto met veel ruimte.

Dan begint de uitdaging weer van links rijden, dat valt in het begin niet mee en we zitten meteen al op de verkeerde route. Als we
de weg weer af willen gaan blijkt de A6 afgesloten en moeten we noodgedwongen weer de snelweg op. We hebben geen navigatie en geen wegenkaart dus we hebben werkelijk geen idee waar we nu eigenlijk heen gaan. Bij een benzinepomp proberen we een wegenkaart te kopen maar die blijken ze niet te verkopen. De jongen achter de balie is wel zo aardig om aan ons uit te leggen hoe we moeten rijden. Zo komen we weer op de M2 en kiezen we zowaar de goede afslag en zonder wegenkaart vinden we het adres van onze eerste B&B in Belfast. Het is dan wel inmiddels half 4 geweest. Er blijkt niemand thuis en we krijgen ook niemand telefonisch te pakken. We rijden eerst maar naar een supermarkt om inkopen te doen en als we terugkomen is er wel iemand aanwezig bij de B&B. We krijgen een kamer aan de voorzijde.

Daarna gaan we op zoek naar een bushalte waar lijn 1 ons in een roze dubbeldekker naar het centrum van Belfast brengt. Bij Welcome Belfast vinden we dan eindelijk een wegenkaart en andere info over de stad. Inmiddels zijn de meeste winkels wel dicht en besluiten we maar iets te gaan eten. Terwijl we zitten te eten begint de grote schoonmaak in het restaurant, eerst komt er een stofzuiger langs en daarna de mop. Heel apart dat je dit allemaal doet als er gasten zitten te eten. Personeel is wel erg aardig en heeft de tijd om rustig even een praatje te maken. Met dezelfde bus keren we terug naar de B&B.

Vrijdag 15 mei 2015 Sightseeing Belfast – Muurschilderingen en Crumlin Road Goal

Rond 8 uur staan we alweer naast ons bed en na het ontbijt nemen we opnieuw bus 1 naar het centrum. We bezoeken wederom de Tourist Office omdat we graag de muurschilderingen willen bezoeken m.b.t. de heftige strijd tussen de protestanten en katholieken. Uitleg is dan wel gewenst. Een wandeltour van 3 uur is een optie maar die begint pas om 11 uur of we kunnen een taxitour doen van 1,5 uur. We kiezen voor het laatste en bellen een willekeurig bedrijf op die dit aanbiedt. En ja hoor 15 minuten later staat er een zwarte taxi voor de deur.

Onze chauffeur blijkt met een giga Iers accent te spreken en is nauwelijks te verstaan. We zitten regelmatig elkaar aan te kijken omdat we er niets van verstaan. Eigenlijk is het best wel een beetje hilarisch. We bezoeken verschillende muurschilderijen die zowel over het conflict gaan als over andere “wereld”zaken. We zien de hekken tussen de protestante en katholieke wijken die ten tijde van het conflict in de avond dicht gingen. We horen over de vele moorden die gepleegd zijn, de bommen, de IRA, Sinn Fein en bezoeken de “Peace Wall” en de vele herdenkingsmonumenten. We zien de huizen aan de beiden kanten van de muur. Tuinen die helemaal omringd zijn met hekken en zelfs met overkappingen i.v.m. de bommen die over de muur gegooid werden. Vele jonge mensen zijn hier gestorven. Het hele conflict duurde van 1969 tot 2000. En ook al is dit officieel verleden tijd, nog broeit hier iets.

Onze chauffeur blijkt katholiek te zijn en in de katholieke wijk gaan we veel uit de auto en krijgen we uitgebreide uitleg. Als we oversteken naar de protestante wijk dan mogen we zelf uit de auto en blijft onze chauffeur in de auto. Ook krijgen we hier geen uitgebreide uitleg. En wij weten er eigenlijk maar weinig van, terwijl het zo dichtbij is. En dan ook het feit dat Noord Ierland een deel van Groot Brittannië is maar dat veel mensen zich hier juist Iers voelen. En dit geldt zeker voor de katholieken de grootste populatie.

We worden afgezet bij Crumlin Road Goal, een oude gevangenis. Eerst kijken we zelf even rond in de winkel en in de 300 meter lange tunnel die de gevangenis verbond met de rechtbank aan de overzijde van de straat. De rechtbank is inmiddels een vervallen gebouw. Om half 1 kunnen we met een rondleiding mee. We starten in de zogenaamde ontvangstruimte waar alle gevangenen binnen kwamen. De gevangenis was in gebruik van 1840 t/m 1996. Daarna komen we op een soort centraal middelpunt met 4 vleugels: A,B,C en D. De ene vleugel was voor de vrouwen, de andere voor kinderen en de andere 2 voor de mannen. We krijgen de cellen te zien, de postkamer, de keuken, de isoleercel en ook cel waar de mensen de laatste dag in doorbrachten voordat ze “opgehangen” werden. We krijgen de “strop” te zien en de weg die de doodskist aflegde naar een onbekend graf binnen de gevangenismuur. Ook veel politieke gevangenen hebben hier gevangen gezeten. Nadat er rellen uitbraken en er een bom in de gevangenis was ontploft werd de gevangenis gesloten. De gevangenis is niet meer van deze tijd, er zitten bijvoorbeeld geen wc’s in de cellen. Het complex ziet er echter nog mooi uit, er is veel geld in gestoken om er een toeristische attractie van te maken. Meer dan de bouw ooit gekost heeft zo’n 150 jaar geleden.

Daarna nemen we bus 26 naar het Titanic museum. Inmiddels regent het flink. Voor het museum betalen we 15,50 pond p.p. Het is nog een vrij nieuw museum met veel digitale schermen, bewegende exposities, interactief en echt gericht op beleving. Het gaat over de periode vanaf 1900, de industrieën, de scheepsbouw en natuurlijk de Titanic. We maken ook nog een soort ritje in een gondel met zicht op hoe de mensen de schepen bouwden. Erg leuk gedaan. Verder informatie over de gebruikte materialen, de interieurs van de hutten en een film over het zoeken van de resten van de Titanic op de zeebodem. Wij vermaken ons de gehele middag in het museum terwijl het buiten regent. Daarna met de bus terug naar het centrum om een hapje te eten. We belanden bij een zeer drukke pizzeria Little Wings en eten daar goed voor een redelijke prijs.

Zaterdag 16 mei 2015

Tijd om afscheid te nemen van Belfast. Na het uitchecken rijden we nog even langs de supermarkt en daarna gaan we op weg richting Carrickfergus. We hoeven de snelweg niet meer op en nemen gelijk de A2. Bij Carrickfergus kijken we bij het kasteel en bezoeken we het dorpje. Na even zon komt er toch weer regen en dit wisselt zich continue af. We vervolgen de kustroute langs Whitehead en Larne. Bij het dorpje Glenarm nemen we een kijkje bij de Walled Garden en maken we een wandeling rondom het kasteel. De tuin ziet er prachtig uit met vele soorten tulpen, fruitbomen in de bloesem, prachtige heggen en mooie ronde buxusbollen.

Onze volgende stop is het kleine dorpje Carnlough, met een schattige haven. We kunnen hier een wandeling maken naar een waterval. Dit besluiten we dan maar even te doen. Maar alweer krijgen we een regenbui op ons hoofd. Je blijft continue laagjes kleding aan en uit doen. We lopen tussen de bramenstruiken en weilanden met schapen. Een oude man wijst ons de weg naar de waterval. Het blijkt daar erg rustig te zijn, we komen maar 2 andere mensen tegen en de waterval is mooi. Gelukkig verloopt de terugweg redelijk droog. Na een koffiestop rijden we naar het zandstrand van Waterfoot en een plek waar mensen staan te vissen. In Cushendal zochten we nog naar een bepaalde visstek maar we hadden de juiste afslag gemist. En zo waren we opeens in Cushendun en gaan we maar op zoek naar onze B&B Sleepy Hollow. Deze hebben we snel gevonden en we worden zeer hartelijk ontvangen. Het ziet er “popperig” uit met allemaal bloemetjes in het tapijt, de gordijnen, in het behang en zeer veel overvloedige decoraties. Onze kamer ziet er net zo uit en heeft een gigantisch bed wat ongeveer de hele ruimte beslaat. Er wordt gelijk koffie voor ons gezet en dit wordt geserveerd met cake, chocolade en allerlei andere lekkere dingen.

Er wordt ons verteld dat het in de avond druk kan zijn om ergens te gaan eten i.v.m. de motorraces in Portrush. De vrouw des huizes zorgt daarom voor een reservering voor ons om 18 uur in de pub in Cushendun. We rijden voor het eten eerst nog naar Torr Head een soort uitkijkpunt aan de kust. Daarna gaan we naar de pub om te gaan eten. Als we hier aankomen blijft onze reservering om 19 uur te staan en niet in de pub maar in het net geopende restaurant op de bovenverdieping. Het wordt dus geen barmeal maar gewoon een a la carte maaltijd. Reinier kan beginnen aan een Guinness bier en we eten uiteindelijk allebei een heerlijk visje. Als toetje koffie met appelpie met icecream. Daarna gooit Reinier nog even zijn hengel uit in de haven. Het is echter erg koud dus lekker terug naar de warmte van de B&B.

Zondag 17 mei 2015 Wandelen langs heel veel watervallen

Na een nacht onder een veel te dik en te warm dekbed zijn we alweer vroeg wakker. We kunnen echter pas om half 9 aanschuiven aan het ontbijt. Er zijn gasten uit Canada en Amerika. Wederom eten we toast met ei en heerlijke bacon. Na het ontbijt gaan we naar Glenariff Forest Park. We moeten een heel stuk omhoog rijden en als we bij de poort aankomen blijkt deze gesloten en dat alles gesloten is voor zowel verkeer als voetgangers. Net als de andere mensen parkeren we gewoon voor de poort en gaan we toch te voet het park in. Het is zondag en er is toch niemand aan het werk. We zien een nieuwe asfaltweg en vele machines die een nieuwe parkeerplaats aan het aanleggen zijn. We lopen de waterfall trail. Onderweg krijgen we wederom regelmatig een regenbui. We zien 2 watervallen en daarna komen we zomaar bij een restaurant wat zowaar open is. Tijd voor een kop koffie en dan verder naar de volgende waterval. Daarna volgt nog een flinke wandeling omhoog door het bos. We zien nog een eekhoorn die snel de boom inrent.

Om half 1 zijn we terug bij de auto en nemen we een andere route terug naar Cushendall. In de middag brengen we nog een bezoek aan het Ballypatrick Forest en maken we nog een wandeling tot aan een oude Ierse brug. Deze keer houden we het droog. Daarna rijden we wederom nog een keer naar Torr Head en daarna naar Murlough Bay. We kunnen helemaal naar beneden rijden met prachtige uitzichten. We lopen het laatste stukje van de weg uit. In de avond eten we bij de kraam in de haven van Cushendun. Eerst op de natte picknickplek en daarna maar gewoon in de auto omdat het weer gaat regenen. Na een bezoek aan de Cushendun Caves gaan we terug naar de B&B.

Maandag 18 mei 2015 The Dark Hedges… en andere “Game of Thrones” plekjes

Na wederom een warm nachtje en het ontbijt gaan we wederom weer verder trekken. We pakken de A2 noordwaarts en slaan af naar de Glendun Scenic Route. Een mooie weg door een dal langs een riviertje en we komen niemand tegen. De blauwe lucht wordt afgewisseld met donkere wolkenpartijen. Regen wisselt af met zon maar het is vooral koud maar 8°C. We rijden over de berg Slieveanorra en daarna bezoeken we de Dark Hedges. Een beroemd laantje met prachtig gevormde bomen. We zijn niet de enigen hier, er volgen snel meer auto’s. Het blijkt plek uit “The Game of Thrones”. Nadat we een paar foto’s hebben genomen rijden we verder naar Ballycastle. In de haven informeren we over een bezoek aan Rathlin Island. De snelle boot is net weg en de volgende boot gaat pas om 13 uur, dus dan zouden we niet veel tijd meer hebben voor op het eiland. We besluiten maar verder te rijden en dit een andere keer te doen.

We rijden verder richting “The Giant Causeway” en als we daar aankomen blijkt dit een behoorlijk toeristisch gebeuren waarvoor we 9 pond moeten betalen. Als voetganger mag je er wel gewoon doorheen maar er zijn in de buurt nergens mogelijkheden voor gratis parkeren. We besluiten maar gewoon door te rijden naar Bushmills. Vanuit Bushmills blijkt er een wandelroute te zijn van 3 mile langs een oude spoorlijn en die komt uit bij “The Giant Causeway”. We besluiten dit maar te gaan doen en lopen even later langs een golfbaan en daarna langs de duinen met onder ons een strand en een woeste zee. Op de klif staat een prachtig huis en uiteindelijk komen we wederom bij de entree en kunnen we nu gratis door de poort. Helaas begint het weer te regenen en later zelfs te hagelen. De stenen worden glibberig en modderig en de lucht is helemaal grijs en wit en niet echt fotogeniek. We maken een paar foto’s en besluiten in de avond terug te komen. Op de terugweg krijgen we nog een keer een flinke regenbui.

Het is inmiddels 16 uur geweest als we terug zijn en we gaan maar op zoek naar onze Cottesmore B&B net buiten het centrum van Bushmills. We worden ook hier weer zeer hartelijk ontvangen en gelijk staat er weer koffie met koekjes voor ons klaar. Het avondeten wordt Fish & Chips in de Hip Chip. Je krijgt een grote kartonnen doos met een bekertje mayo en daarna ga je twee deuren verder de pub in. Hier bestel je bier en zo kan je aldaar eten en drinken. Na het eten gaat 1 van de stamgasten nog een praatje met Reinier aan en Reinier biedt hem een drankje aan. We kunnen hem eigenlijk amper verstaan, maar wat we wel verstaan is dat hij een “hug” wil geven aan Reinier. Je maakt hier zo wel wat mee en komen bijna niet meer weg.

In Portballintrae gooit Reinier nog even de hengel uit maar de zee is zo ruig dat het niet echt een succes wordt. Tegen 8 uur gaan we naar “The Giant Causeway” en de P-plaats is nu zo goed als leeg en we hoeven nu niet meer te betalen. We lopen naar beneden en ondanks het inrijverbod blijken er toch verschillende auto’s helemaal naar beneden te zijn gereden. Het is nu een stuk rustiger. We installeren het statief en maken met foto’s tot de zon ondergaat. Ons autootje staat er nog eenzaam en alleen. We gaan terug naar de B&B en kletsen nog een tijdje met de eigenaar. De ramen gaan deze keer maar open, want verwarmingen staat ook hier weer heel warm en zijn niet uit te krijgen.

Dinsdag 19 mei 2015 Bushmills distillery en de Mussenden Tempel

Na het ontbijt lopen we naar de Bushmills distilleerderij welke vlakbij de B&B is. We betalen 7,50 pond entree en kunnen gelijk met de eerstvolgende tour mee. Er mogen geen foto’s gemaakt worden. Het ziet er allemaal netjes en verzorgd uit en vooral heel groot. De gerst wordt hier met warme lucht gedroogd terwijl dit in Schotland gedaan wordt met een vuurtje van turf. Daarna wordt het vermalen en dan wordt het met water uit de Bush rivier opgestookt. Het suikerwater wordt met gist gemengd zodat er alcohol en CO2 ontstaat. Daarna wordt het mengsel 3 x gedistilleerd. Daarna wordt het weer verdund en gaat het in gebruikte vaten waar al eerder alcoholische dranken zijn gemaakt zoals wijn. Er zijn whiskeys van 10, 12, 15 en 20 jaar oud. Hoe langer de whiskey in het vat zit hoe minder er van overblijft en hoe meer gekleurd door de interactie met het hout en ook hoe duurder. De vaten worden maximaal 3 x gebruikt. We zien hoe de whiskey in de flessen gaat, het etiket krijgt en ingepakt wordt. En daarna mag je natuurlijk ook nog whiskey proeven en dat om kwart over 10 in de ochtend.

Bij de B&B staat wederom de koffie voor ons klaar en daarna vervolgen we onze weg langs de Coastal Route via Portrush naar Portstewart. Het weer is wederom wisselvallig. Via Coleraine rijden we verder noordwaarts en nemen we de afslag naar Castlerock. Hier parkeren we bij een saai uitziend caravanpark en beginnen we met een wandeling. We lopen langs de kust waar we letterlijk wegstormen door een zeer koude wind. In de verte zien we de Mussenden Tempel en we vragen ons af of we daar ook kunnen komen. We gaan de klif af via een klein paadje en er blijkt inderdaad een pad naar de tempel en Belvedère. En we blijken op deze manier gratis toegang te hebben omdat we geen gebruik maken van de officiële ingang. We kijken bij een soort ronde open toren waarvan we denken dat dit dan Belvedère zal moeten zijn.
Daarna kijken we bij de tempel. Wederom begint het te regenen en later weer te hagelen, we zijn blij met onze regenbroeken.

Langs de kliffen nemen we dezelfde route terug en dalen weer af richting strand en vinden een iets kortere route die beter beschut is. In het dorpje kijken we nog even bij de kerk en drinken nog koffie bij een authentiek winkeltje waarbij we uitzicht op zee hebben en wederom regent het weer. We vervolgen de kustroute weer en bezoeken nog punt Magallan en toen maar de snelle binnenland route terug naar Bushmills. Deze avond eten we bij de Scottish House, een bar met boven een eenvoudig restaurantje We kunnen hier goed eten en daarna terug naar de B&B. In de avond rijden we nog naar het haventje van Ballintoy. Dit blijkt een leuke haven en door de storm slaan de golven over de kade heen wat een spectaculair gezicht is. De zon laat zich ook nog even zien wat het haventje even in een gouden gloed zet. We blijven tot de zon ondergaat en rijden dan terug naar Bushmills.

Woensdag 20 mei 2015 Een dagje Rathlin Island

Deze morgen zitten we met 3 mannen aan het ontbijt die de Coastal Route lopen en vandaag naar Ballycastle gaan lopen. Ze vertellen ons dat ze ieder jaar gezamenlijk een weekje gaan wandelen. Onze route gaat ook naar Ballycastle maar dan met de auto. We zijn op tijd voor de snelle ferry maar die blijkt uitverkocht te zijn. We moeten afwachten of er misschien mensen niet op komen dagen anders moeten we een paar uur wachten op de langzame boot. We hebben geluk want er komen 5 plekken vrij en zo kunnen we toch mee met de boot naar Rathlin Island. De zee is nog vrij ruig en er staan hoge golven. Na zo’n 25 minuten staan we op het eiland.

We vragen aan iemand hoe we bij de vogelrotsen kunnen komen. Dit blijkt te kunnen met Bert’s Puffin Bus die vol blijkt te zitten met allemaal gepensioneerde verpleegsters die gezamenlijk een dag uit zijn. Het is een dolle boel en we hebben ons echt “blauw” gelachten. Ze vertaalden voor ons wat de chauffeur vertelde omdat wij het weer eens niet konden verstaan. Omdat de Seabird Center en de weg onder constructie is stoppen we al bij Kepple. We vinden het wel wat sneu voor de dames want zij kunnen de vogels niet zien. We gaan nog even op de foto met de dames en dan lopen wij de weg omhoog om op zoek te gaan naar de vogels. Helaas vinden we geen papegaaiduikers maar wel alken, drieteenmeeuwen en guillemots. (even geen idee hoe ze in het Nederlands heten). We lopen over een soort schapenpaadje helemaal langs het hek langs de klif, niet echt een officieel pad. We eten ons meegebrachte broodje op de kliffen en lopen uiteindelijk met wat klim- en klauterwerk terug naar onze uitstapplek.

Dan moeten we de nog ruim 3 mile teruglopen over de weg. Waar het eerste zonnig met een blauwe lucht was trekt het weer dicht en wordt de lucht grijs. Boven het vaste land regent het alweer. We lopen omhoog en omlaag en af en toe passeert er een auto, een tractor met een gierwagen en de Puffinbus. Er staan veel verlaten huisjes langs de weg. Ook vele oude auto’s maar weinig menselijk leven, alleen maar vogeltjes, schapen en een paar geiten. We kijken nog een tijdje rond op het eiland. We lopen nog even binnen bij de Visitor Center. Hier staat een dame die sinds november op het eiland woont en uit Zimbabwe komt. Haar man had hier gesolliciteerd als assistent voor de boeren alhier. De kinderen zitten op het eiland op school. In totaal zitten er 9 kinderen op de school. Wel apart om op een eiland te wonen met maar 130 mensen. Er zijn weinig vaste banen en de meeste mensen leven van de boerderij, de visserij, toerisme of werken bij de ferry. Dit is het beste werk omdat deze het hele jaar door vaart.

Omdat de snelle boot van 16.15 uur vol is moeten we wachten op de langzame boot van 17.30 uur. Dit is ook echt de laatste boot van vandaag. De zee is gelukkig een stuk rustiger geworden en het weer is ook weer opgeklaard. In 40 minuten staan we weer aan de vaste wal. We hebben inmiddels wel trek gekregen en halen vis bij “Mortons” een zeer drukke “afhaal”zaak. Daarna op weg naar Eglinton waar onze volgende B&B Lilekoi is gevestigd. Het blijkt een prachtig huis met zeezicht te zijn, modern en ruim ingericht. We worden zeer gastvrij ontvangen en krijgen gelijk thee met allerlei lekkers voorgeschoteld. In de B&B ook veel Japanse details, later blijkt dat de zoon des huizes via allerlei omzwervingen een Japanse vrouw heeft gevonden en nu aldaar woont.

Donderdag 21 mei 2015 Londonderry… toch nog grimmig

Na een nachtje prima slapen kunnen we aan een “Full Irish Breakfast”. Na het ontbijt kletsen we nog een tijdje met de eigenaren over de bouw van het huis in 2009 en alle tegenslagen die ze hierbij ondervonden. Ze zijn zeer open overal over en vooral ook heel grappig. We gaan op weg naar Londonderry en met de tip dat we in het park gratis kunnen parkeren. En dan kunnen we via de “Peace”-brug naar het centrum lopen. Deze brug ligt er sinds 2011 en kan alleen gebruikt worden door fietsers en wandelaars. We komen daarna uit bij de Guildhall, een prachtig gebouw met info over de geschiedenis van de stad. Dit gebouw is in 1972 opgeblazen door een bom van de IRA en het glas van de glas-in-lood-ramen was voor een groot deel vernietigd. Alles is echter weer herbouwd.

Daarna wandelen we over de stadmuren welke we af en toe verlaten voor een koffietentje of het bezoeken van een kerk. Ook kijken we bij de muurschilderingen in Bogside. Ook zijn er in Londonderry, net als in Belfast, conflicten geweest. Het is een beetje een grimmige wijk waar je een onbestemd gevoel van krijgt. Het is niet duidelijk te benoemen. Maar toch voelt het niet prettig om hier al te lang te blijven dus na het bekijken van de muurschilderingen gaan we snel terug naar de stadsmuur. Heel veel leuke winkeltjes zijn hier niet te vinden en er staan ook veel pandjes leeg, net als in andere plaatsen.

We besluiten dat het weer tijd is om de stad te verlaten en rijden verder noordwaarts Ierland in. Je merkt er niets van dat je de grens overgaat, er staat geen bord, nee echt helemaal niets. Alleen de benzineprijzen zijn nu opeens in euro’s i.p.v. in ponden. Onderweg is er niet heel veel bijzonders te zien. We rijden via de R238 eerst naar Buncrana en daarna via de R244 naar Carndonagh en Moville. Hier maken we even een stop en daarna vervolgen we de kustroute naar Greencastle om even bij de 2 vuurtorentjes en de haven te kijken. Daarna rijden we langs vele mosselbanken terug naar Londonderry en dus ook weer terug Noord-Ierland in.

In de avond halen we eten bij “The Wok Inn” een chinees restaurant in Eglinton. Dit gaat allemaal mee naar onze B&B waar we het kunnen opeten. William en Eileen onze gastheer en vrouw zorgen hier echt heel goed voor ons. Eileen vertelt ons ook over de tijd van de conflicten in Londonderry en wat ze allemaal gezien had. Ook vertelde ze over de bomaanslag die ze zelf had meegemaakt terwijl ze met haar kinderen in Londonderry aan het winkelen was. Ze is gevlucht in een supermarkt en heeft het gelukkig overleefd maar wij vinden het een heftig verhaal waar we kippenvel van krijgen. Natuurlijk hoorden we hier over in Nederland, maar nu we deze persoonlijke verhalen te horen krijgen gaat het echt leven en besef je hoe heftig dit geweest moet zijn. Buiten verandert ons zeezicht steeds van grijs met alleen maar wolken naar grijs met prachtige zonnestralen op de bergen aan de overkant. Helaas geen echt mooie zonsondergang. Ze vinden dit wel vervelend voor ons want ze zeggen dat ze hier vaak hele mooie en spectaculaire zonsondergangen hebben. Helaas is de maand mei in dit jaar heel slecht qua weer. Ook de maand april was zeer koud.

Vrijdag 22 mei 2015 Door de Sperrin Mountains en langs de World of Owls

Omdat we de enige gasten zijn hoeven ze alleen voor ons te zorgen en kunnen we gezellig kletsen. We worden uitgebreid geknuffeld als we weggaan. We rijden over allemaal kleine weggetjes en zien vele leuke schapen en koeien onderweg. Het is wederom grijs met lage wolken en een miezerregen. We rijden door de Glenelly Vallei tussen de Sperrin Mountains. We stoppen bij het Davagh Forest Park wat er vrij nieuw uitziet maar er zijn niet echt interessante mogelijkheden om te wandelen. Dus rijden we verder naar de Beaghmore Stone Circles. Hier vinden we meerdere steencirkels uit de oude tijden. We komen daarna ook nog langs de Wallbrook Beetling Mill uit de 18e eeuw. Een mooie plek aan een smal weggetje waar we niet veel verkeer tegen komen. De route brengt ons daarna naar Cookstown. Op veel plekken mag je hier 1 of 2 uur gratis parkeren. Je gebruikt hier geen P-schijf, er loopt namelijk de hele dag een controleur die precies in de gaten houdt hoe lang jij al geparkeerd staat. Dat noemen wij nu werkverschaffing.

Vanuit Cookstown vervolgen we onze weg via de B162 naar Straw waarbij we onderweg nog even kijken bij een “Grafkamer” nabij Slieve Gallion. Uiteindelijk komen we uit bij Randalstown waar we “The World of Owls” bezoeken, een opvang voor vele soorten uilen. We krijgen vele soorten uilen te zien en ook andere dieren, de hokken zien er niet allemaal even goed uit, soms zelf wat armoedig en klein. Inmiddels is de zon gaan schijnen en loopt de temperatuur voor het eerst op boven de 20°C. Dan is het nog maar een klein stukje rijden naar Antrim waar onze laatste B&B Ardvale is gevestigd. We krijgen deze keer een soort eigen huisje in de garage met een klein keukentje.

Zaterdag 23 mei 2015 En weer naar huis….

We moeten vroeg ons bed uit voor onze vlucht terug naar Nederland. Om 5.10 uur rijden we naar het vliegveld wat ongeveer 15 minuten rijden is. We laten de auto achter op de P-plaats van Europcar en gooien de sleutel achter de balie, zoals afgesproken. Als we onze koffers inleveren horen we dat onze vlucht bijna 3 uur vertraging heeft i.v.m een technisch defect. We krijgen door onze vertraging ook nog geld om iets te eten of te drinken. Uiteindelijk vertrekken we met een nieuw vliegtuig dat is ingevlogen vanaf een ander vliegveld en staan we om 12.15 uur weer op Schiphol en is onze vakantie ten einde.